Nickerie, vrijdag 21 januari 2005
Den Haag blijft bij weigering inzage grensdossiers Suriname-Guyana
door Ivan Cairo
PARAMARIBO — Nederland blijft bij zijn eerdere weigering Guyana inzage te geven in dossiers over het grensgeschil tussen dat land en Suriname. Den Haag is daartoe niet verplicht en houdt zich aan afspraken die met Suriname zijn gemaakt in 1975 met de toenmalige regering in Paramaribo. Dat antwoord kreeg PvdA-parlementariër Bert Koenders gisteren op aanvullende vragen die hij tijdens een debat in de Tweede Kamer over deze kwestie stelde op 21 december vorig jaar.
De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Ben Bot, reageerde gisteren schriftelijk op de door het voornoemd kamerlid gestelde vragen. In internationale rechtsgeschillen stelt Den Haag zich, aldus de bewindsman, in beginsel neutraal op. "Deze opstelling betekent niet, en het is ook niet gebruikelijk, dat aan andere staten die in een internationaal rechtsgeschil verwikkeld zijn met derden, zonder meer inzage wordt gegeven in dossiers die bij Nederland aanwezig zijn over het betreffende geschil," zegt minister Bot. Er bestaat voorts, behoudens bijzondere afspraken zoals bijvoorbeeld indertijd gemaakt met Suriname, geen internationaalrechtelijke verplichting voor staten om dossiers ter beschikking te stellen aan andere staten die met elkaar een geschil hebben. Evenmin bestaat een verplichting om indien dossiers aan de ene staat wel worden verstrekt, zulks ook te moeten doen aan de andere staat, die betrokken is bij het geschil. Inzage in de Nederlandse dossiers staat alleen ter beslissing aan de Nederlandse autoriteiten.
De Nederlandse bewindsman stelt verder, dat in het geval van Guyana de betreffende dossiers in Nederlands bezit zijn vanwege het feit dat Suriname ten tijde van het ontstaan van het grensdispuut tot aan zijn onafhankelijkheid deel was van het Nederlands koninkrijk. "Nederland heeft zich ten tijde van het verkrijgen van de onafhankelijkheid door Suriname jegens die staat verplicht om documenten en bescheiden, die betrekking hebben op de grenskwestie aan Suriname, ter beschikking te blijven stellen. Ten aanzien van Guyana bestaat een dergelijke verplichting niet," aldus Bot.
De bewindsman vervolgt door te stellen dat de regering van Suriname, na door hem om haar visie daaromtrent te zijn gevraagd, op 7 december 2004 bezwaren heeft geopperd tegen het verlenen van inzage aan Guyana. Bot: "Mede gezien de historische en bijzondere bilaterale relatie tussen Nederland en Suriname, alsmede het ontbreken van een internationaalrechtelijke verplichting, heb ik besloten geen inzage te verlenen aan Guyana." Over de positie van Nederland als internationale hoofdstad van het recht, zegt hij dat deze positie "ook bij nadere overweging niet geleid heeft tot het nemen van een ander besluit." Op eerdere vragen van Koenders stelde Bot op 20 december reeds Guyana geen inzage te zullen verlenen in de Nederlandse dossiers over het grensgeschil Suriname-Nederland. Koenders wilde toen per brief geïnformeerd worden over de door hem genoemde "dreigende ongelijke behandeling van beide partijen in het internationale geschil," alsmede over de archiefrelatie tussen Nederland en Suriname.
Paramaribo stelt zich op het standpunt, dat Georgetown zich over deze kwestie maar moet beklagen bij het Internationaal Tribunaal inzake de Rechten van de Zee (ITLOS), waar februari vorig jaar een verzoek werd gedeponeerd een uitspraak te doen in het slepende geschil tussen de twee buurlanden. Guyana dient komende maand zijn conclusie van eis in bij het tribunaal.
Bron: | |
,21-01-2005 |
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2005. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics