Nickerie

Nickerie, vrijdag 13 mei 2005

Zwakke instituut en geheimzinnigheid desastreus voor Suriname in grenskwestie

Geplaatst: 13/05/2005

Paramaribo - De conclusie die Radjen Kisoensingh, ex-secretaris van de Nationale Grenscommissie en gewezen diplomatie opgeleide medewerker van het ministerie van Buitenlandse Zaken, BuZa, is dat de kansen van Suriname rond het grensgeschil met Guyana om de zaak bij het Zeerecht Tribunaal in Hamburg in zijn voordeel te beslechten vrij klein, omdat de mensen en instituten die betrokken zijn bij de Surinaamse zaak ronduit zwak zijn. Zelfs heeft hij grote twijfels over mr. Lim A Po. Op 25 februari 2004 is Suriname aangeklaagd door Guyana bij het Zeerecht Tribunaal waarbij de belangrijkste eisen van de Guyanezen zijn dat bepaald wordt dat de maritieme grens tussen de beide landen moet lopen langs de 34 graden lijn en dat Suriname veroordeeld moet worden tot het betalen van de kosten van het olieboorplatform van CGX dat in juni 2000 is verjaagd door de Surinaamse autoriteiten.

Intussen heeft Guyana zijn verzoek verder uitgebouwd en nader toegelicht en dient Suriname voor eind oktober 2005 te verdedigen, zegt Kisoensingh. De behandeling van de zaak bij het Tribunaal is volgens Kisoensingh dat het een expliciete karakter draagt dat strikt confidentieel is en dat door het Tribunaal pas het eindoordeel publiekelijk kenbaar zal worden gemaakt. Kisoensingh meent dat het strikt confidentieel karakter op aanvraag van Suriname is, wat volgens hem ook grote vraagtekens oproept in deze zaak. Ook trekt hij de conclusie dat het Guyanese team van betere huize is. Hans Lim A Po, die sinds 1970 betrokken is bij de grenscommissie van Suriname, is volgens Kisoensingh geen partij voor de Guyanese Sridath Ramphal, oud-minister van Buitenlandse Zaken van Guyana en ex –secretaris-generaal van de Caricom. Het door Lim A Po aangezochte advocatenkantoor Cravath is niet gespecialiseerd in Internationale Volkenrechtelijke zaken. Volgens Kisoensingh schijnt Lim A Po volmacht te hebben gekregen van het parlement tijdens Comité Generale om te handelen naar bevindingen. Kisoensingh meent dat dit recht slechts voorbehouden dient te zijn aan de president en diens beëdigde ambassadeurs. De verwikkelingen worden niet via het ministerie van BuZa afgehandeld, maar op het advocatenkantoor-Lim A Po, waarbij alle informatie strikt wordt afgeschermd. De vraag rijst waarom deze grote geheimzinnigheid omtrent deze nationale kwestie.

De voorzitter van de Grenscommissie komt niet met verklaringen naar de gemeenschap toe. De voornaamste overweging van zwakte is dat Lim A Po in 1970 de grootste juridische miskleun uit onze geschiedenis heeft geproduceerd, namelijk het Communiqué van Chaguaramas dat op basis van informaliteiten is opgemaakt. Met deze procesgang van Suriname naar het Zeerecht Tribunaal is Suriname ruim 25 miljoen U$ armer geworden, ongeacht het resultaat. Ook zal Suriname mogelijk 60 miljoen aan schadevergoeding aan CGX kunnen betalen. Voorts verliezen wij onze claim op het betwist gebied op zee met de vele olievoorkomens, die ruim geschat kunnen worden op 12 miljard U$. Suriname moest volgens Kisoensingh na de Guyanese aanklacht direct een diplomatiek offensief lanceren om te voorkomen dat de klacht werd gedeponeerd. Dit ook gezien de financiële overweging, meent Kisoensingh. Gezien de positie van Suriname binnen de Caricom, moest deze kwestie aan de onderhandelingstafel worden afgehandeld met de Guyanezen. Volgens Kisoensingh schuilt er een geheime agenda achter deze zaak. ‘Dat deze zaken ons kunnen of moeten overkomen is geheel te wijten aan onze beleidsmakers op BuZa en de president die verantwoordelijk is voor ons buitenlandsbeleid.’

Bron/Copyright:
Dagblad Suriname	,13-05-2005

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net