Nickerie.Net, maandag 06 juni 2005  


132 jaar Hindostaanse Immigratie in Suriname

Een kort historisch overzicht
 

Paramaribo - Op zondag 5 juni is het 132 geleden dat de eerste hindostaanse immigranten uit Brits-Indië voet aan wal zetten in Suriname. Er zullen in verband hiermee, ook dit jaar allerlei activiteiten worden gehouden dit weekend. Hieronder volgt een kort historisch overzicht van het hoe en waarom van de hindostaanse immigratie in Suriname.

Het tekort aan arbeiders
Standbeeld Baba en Mai bij  Koeli Depot (Sommelsdijck Kreek),  herdenking hindostaanse immigratieDoor de afschaffing van de slavernij ontstond in de Europese slavenkolonies een groot tekort aan arbeiders. Daarnaast speelden ook andere factoren een rol, waardoor de vraag naar arbeidskrachten steeds groter werd. Deze factoren waren de bloei van de industriële landbouw, uitbreiding van de suiker- en koffieteelt, concurrentie met het buitenland, expansiedrift van het moederland en de drang naar macht en rijkdom van plantage-eigenaars.
Het moederland en de machthebbers in de kolonies waren druk bezig naar arbeidskrachten te zoeken. Binnen het Britse rijk was het de rol van India om goede, "beschikbare" arbeidskrachten te leveren.

Nederland en Engeland
Nadat Engeland en Frankrijk reeds bezig waren hun kolonies te voorzien van Indiase emigranten, sloot Nederland een verdrag met Engeland om zodoende ook aan arbeiders te kunnen komen voor zijn kolonies. Op 8 december 1870 werd een traktaat gesloten, maar pas op 20 januari 1872 werd het in Den Haag bekrachtigd namens koning Willem III (Nederland) en koningin Victoria (Engeland). In deze overeenkomst waren de voorwaarden vermeld waaronder het immigratiesysteem voor Suriname moest functioneren.

Redenen om te emigreren
Mislukking van de oogst in overbevolkte delen van India (vooral Uttar Pradesh en Bihar);
mensen op de rand van de hongerdood werden door de wervers in huis genomen, gevoed en daarna met mooie verhalen overgehaald te emigreren. Met het einde van de bouw van de grote spoorwegen in 1870 kwamen veel arbeiders vrij, sommigen waren bereid overzee te gaan werken. Toen de tweede Afghaanse oorlog (1878-1879) tot een einde kwam, werden veel mensen werkeloos. Vooral zij die in de transportdienst werkzaam waren hadden hieronder het meest te lijden; natuurrampen, zoals overstromingen, waarbij de mensen hun woning en huisraad kwijtraakten. Deze mensen waren een willoos slachtoffer van de wervers; verder ook andere redenen, zoals moeilijkheden in het dorp, werkloosheid, familietwisten, de druk van het kastenstelsel, vlucht voor de justitie, zucht naar avontuur, vrees voor schande, enzovoorts.

Werving
Van werving was er nauwelijks sprake. Mensen werden er vaak met de mooiste beloften misleid en bedrogen, vandaar dat men niet meer van ‘werven’ spreekt, maar van ‘ronselen’. Als voornaamste wervingsterrein voor Suriname werd het gebied van de United-Provinces en West-Bihar gekozen (Ganges-vlakte). De emigranten werden eerst in subdepots verzameld en daarna naar het hoofddepot in Calcutta gebracht, waar aan alle formaliteiten (keuring, registratie, et cetera) werd voldaan.

Overtocht
De overtocht gebeurde eerst met zeilschepen en later met stoomschepen. Tijdens de reis deden zich verschillende ziekten voor en de behandeling liet vaak te wensen over. Het sterftecijfer aan boord was hierdoor erg hoog (totaal 452 doden tussen 1873 en 1916). Ondanks de erbarmelijke situatie wisten zij zich toch te vermaken door te zingen, dansen, worstelen enzovoorts. De reis duurde per zeilschip drie maanden en per stoomschip twee maanden.
Het eerste zeilschip, de ‘Lalla Rookh’, kwam op 5 juni 1873 in Suriname aan. Het laatste schip was de ‘Dewa’ (aankomst op 24 mei 1916). In totaal waren er 64 transporten. Het totaal aantal emigranten dat in Suriname aankwam bedroeg 33.572. Na hun vijfjarig contract keerden 11.559 terug.

Aankomst
In Suriname aangekomen, werden de emigranten enkele weken ondergebracht in het ‘koelie-depot’ (bij de Sommelsdijckse kreek). Het monument van Bab en Mai ter herinnering aan de Hindostaanse Immigratie in Suriname, ontworpen door de kunstenaar Krishnapersad Khedoe staat op de plek waar het koelidepot vroeger stond allernaast het huidige kabinet van de president van Suriname. Hier werden alle formaliteiten in orde gebracht. Door de agent-generaal werden zij dan aan de plantages toegewezen. Enkele belangrijke agenten-generaal waren Cateau v. Roosevelt, Barnet Lyon en Van Drimmelen.

Einde immigratie
Ondertussen namen in India protesten tegen de emigratie steeds heviger vormen aan. De ‘Nationalistische Beweging’, die de emigratie als een vernedering beschouwde en waarvan Mahatma Gandhi één van de leiders was, zorgde er tenslotte voor dat Engeland er in 1916 een punt achter zette. Pogingen uit Suriname om er toch mee door te gaan, hadden geen resultaat; in 1918 zegde Engeland het verdrag met Nederland op!

Bron: Mathura, Ramjanee en Raygaroo, 1978, blz. 10

Bron/Copyright:

04/06/2005

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2005. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics