Nickerie.Net, maandag 05 september 2005
Financiële positie SBBS verre van rooskleurig
door Isaak Poetisi
Paramaribo - De arbeiders van het voormalige bacovenbedrijf Surland zullen het nog enige tijd moeten doen zonder hun achterstallige tegoeden. De huidige leiding van de Stichting ter Bevordering van de Bakovensector in Suriname (SBBS), de nieuwe bedrijfsvorm van het vroegere Surland, verwacht pas betere tijden na een spoedige en bevredigende afloop van het privatiseringsproces. De gang van zaken bij de SBBS geniet echter geen vertrouwen van de vakbond die de vertegenwoordiger zegt te zijn van de bacovenarbeiders.
Een claim die de leiding van de SBBS niet erkent, omdat de arbeiders een andere status zouden hebben. Volgens de SBBS kan het bedrijf geen stagnaties hebben in het proces naar herstel van de bacovenindustrie. Positieve ontwikkelingen binnen de SBBS moeten geschraagd worden in het belang van Suriname. De beoogde productie van 20 ton per hectare is nu gebracht op 40 ton. Dit moet naar de mening van de directie een belangrijke factor zijn voor een eventuele koper. De achterstand in betaling van arbeiders zal zeker worden meegenomen bij het wegwerken van schulden die door Surland gemaakt worden.
Volgens de bond zijn de achterstallige stortingen van contributiebijdragen van de leden opgelopen tot een bedrag van 60.000 Surinaamse dollar. Ook achterstallige uitbetaling van salarissen aan de 2.000 arbeiders van het vroegere Surland zijn volgens de bond zaken die rechtens moeten worden gerealiseerd.
Erkenning vakbond
De vroegere vakbond bij het toenmalige Surland zegt nog steeds de arbeiders, enkele honderden zijn bij de SBBS, te vertegenwoordigen. De SBBS erkent de bond echter niet door de huidige statuswijziging van de arbeiders. De directie ziet daarom geen basis om op het verzoek van de Bemiddelingsraad voor geheel Suriname (BR) in te gaan. Dit had moeten leiden tot het houden van een referendum voor de erkenning van de vakbond. Deze situatie maakt dat de bond geen resultaten kan behalen voor de arbeiders.
Volgens Stuart Codrington, secretaris van de vakbond, betreft de achterstallige contributieafdracht de periode 1995 tot en met 2001. Er zouden verschillende scenario’s zijn gemaakt om deze schulden in te lopen. "Directeur Coen Bos van Fyffes en de toenmalige voorzitter Jiwan Sital zijn niet door president Venetiaan ontvangen voor een gesprek. Fyffes had als optie om door middel van een lening aan de regering de achterstallige uitbetaling van salarissen aan de 2.000 arbeiders veilig te stellen. Dit in verband met de continuïteit van het bedrijf. Fyffes stelde hiertegenover een financiële controleur in het bedrijf te plaatsen, die terugbetaling moest garanderen", aldus Codrington
Volgens hem zijn er vanaf oktober 2002 gesprekken geweest tussen de vakbond en de Raad van Commissarissen. Daarbij zijn harde toezeggingen gedaan om de achterstand aan de arbeiders uiterlijk december 2002 uit te betalen. Kort voor de verkiezingen zei de regering dat de uitbetalingen zouden plaatsvinden. Dat is niet gebeurd. "Dat kenmerk ik als te zijn politiek onfatsoenlijk. Dit nadat gedurende de afgelopen drie jaren door de huidige politieke machthebbers geen aandacht is besteed aan deze arbeiders. Het ergste is om de mensen hoop te geven en die beloftes niet na te komen."
Deel schulden afgelost
SBBS-president-commissaris Andre Brahim zegt de schulden van Surland te onderkennen, die nu 18 miljoen US dollar bedragen. Van de Raad van Ministers is fiat gekregen om met de opbrengst van de verkoop van het bedrijf de schulden aan de arbeiders af te lossen. In 2001 is een deel afgelost en begin 2002 een ander deel. Dit gebeurde nadat de regering in overleg trad met RAVAKSUR en besloot het laatste maandsalaris uit te betalen. Het werk dat was neergelegd, zou hervat worden. De vakbonden waren ook vertegenwoordigd bij de onderhandeling met de regering. De arbeiders verschenen echter niet aan het werk en er werden ook geen onderhoudswerkzaamheden verricht.
In december 2002 werden de arealen onder water gezet om ziektes te voorkomen. Na zes maanden is toen begonnen met de productie. De bedrijfsleiding werd door de Bemiddelingsraad opgeroepen voor een confrontatie met de vakbond, maar gaf hieraan geen gevolg. De SBBS kwam toen in de plaats van Surland, waarbij met de arbeiders op contractbasis een werkovereenkomst is aangegaan.
Veel belangstelling
Directeur Anand Ramkisoensing geeft de volgende reactie op de beweringen van Codrington: "Toen er moeilijkheden ontstonden, was ik RVC-lid. Fyffes had als standpunt geen stakeholder te willen zijn in dat bedrijf. Want zij zijn slechts opkopers. Het heeft niets te maken met ‘unwilling’ zijdens president Venetiaan, zoals Codington beweert om directeur Coen Bos van Fyffes te ontvangen." Volgens Ramkisoensing is er wel een gesprek geweest, waarbij hij als directeur aanzat. Voor Fyffes was de productie te laag om daaruit salarissen uit te betalen. De directie besloot toen de rest van het fruit te verkopen aan Fyffes, maar deze stelde dat het niet voldeed aan de kwaliteitsstandaarden. Dat was een harde opstelling van de kant van Fyffes. "Ik heb geen boodschap naar de vakbond toe. Men moet ophouden onjuiste zaken in de ether te gooien. Men kan liever werken aan zaken om de nu heersende ontwikkeling binnen het bedrijf te ondersteunen."
Ramkisoensing van de SBBS zegt dat door Surland enorme schulden zijn achtergelaten. Degenen die meenden schulden te hebben bij het bedrijf konden zich registreren bij het accountantskantoor Tjong AHung. Vanuit de administratie zou bekeken worden wat exact de schuldpositie is, omdat uit de opbrengsten van de privatisering de schuldeisers zullen worden betaald. Echter moeten alle bewijsstukken overgelegd worden ter vaststelling van de schuld om te geraken tot de definitieve uitbetaling. Dat zal afhankelijk zijn van de privatisering.
Volgens de directeur zou men blij moeten zijn met het feit dat het bedrijf weer is opgestart. Er bestaat veel belangstelling voor het vele en goede werk dat verzet is. Het proces tot verkoop is al ingezet. Van het oude personeelsbestand is een deel wederom in dienst genomen. Het zijn mensen die eerder in het bedrijf hebben gewerkt en die gemakkelijk om te scholen zijn. Het gaat nu om 1.700 arbeiders. "Bij de selectie is gedacht aan inzetbare krachten. We hebben het juist voor hun en Suriname gedaan." Hij ziet liever dat de oppositionele krachten zich positief opstellen over de ontwikkeling en hun ondersteuning geven ter behoud van de bakovensector.
"Een bedrijf wordt rationeel gedraaid en er wordt niet gekeken naar de politieke kleur van de arbeiders", in tegenstelling tot wat Codington beweert.
Volgens Ramkisoensing zijn de arbeiders capabel zijn om het werk te doen, en bezitten ze de bagage en de mogelijkheid zich verder te bekwamen in de industrie. Waarom afbreken wat al opgebouwd is, vraagt hij zich af, want het is niet eenvoudig geweest.
Target gehaald
"Op gegeven moment moest het bedrijf gereed gemaakt worden voor de EU-markt in 2006. De productietarget is gehaald en het bedrijf is nu op weg naar betere resultaten. Bij de sluiting van Surland was er een productie van 12 ton en nu is het 40 ton per hectare. Door het niet hebben van licenties zijn de bacovenprijzen omhoog gegaan. We hebben gelobbyd bij de EU en hen duidelijk gemaakt dat het opstarten financiële consequenties met zich mee brengt. Veel zal dus afhangen van de EU. Van onze kant zijn alle invloeden aangewend om te vragen rekening te houden bij het opstarten."
En juist op dit punt vindt Codrington dat de door de EU ter beschikking gestelde Franse consultant Suriname heeft ‘gepakt’, omdat de opbrengsten toch terugvloeien naar de EU.
Verkeerde invalshoek
Mr Wensley Misiedjan, secretaris van de BR, weerlegt beweringen van Codrington als zou de BR onder druk zijn gesteld door de regering. Als reactie zegt hij dat Codrington zich vergist. Volgens Misiedjan schreef de bond de BR over het geschil met de bedrijfsleiding, waarbij is aangegeven dat de arbeiders niet goed worden behandeld en dat zij lange werktijden maken. Als reactie hierop werden bond en bedrijfsleiding tot tweemaal toe uitgenodigd. De directie is in beide gevallen niet verschenen.
Vanwege de directie is de BR aangeschreven dat in verband met de veranderde status van het bedrijf er geen vakbond was in het bedrijf. Het personeel bij de SBBS heeft immers een andere status dan CAO-personeel. De vakbond gaat er echter vanuit de arbeiders te vertegenwoordigen. "Volgens de arbeidsbemiddelingswet is bemiddeling geen verplichte zaak. Deze geschiedt op vrijwillige basis. De wet geeft de vakbond een aantal pressiemiddelen om de werkgever onder druk te zetten voor erkenning. Het is een verkeerde invalshoek van Codrington als hij stelt dat de BR onder druk is gezet. Het moet volgens Misiedjan duidelijk zijn dat de BR een onafhankelijk lichaam is en zelfs het Ministerie van Arbeid is daartoe niet in staat", aldus Misiedjan.-.
Bron/Copyright: |
|
|
,05/09/2005 |
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2005. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics