Nickerie.Net, zaterdag 26 november 2005  


De eerste president van de republiek Suriname, dr Johan Ferrier

door dr Siegfried E. Werners

Op 25 november aanstaande, de dertigste verjaardag van de republiek Suriname, zal een biografie van de eerste president van onze jonge republiek, dr Johan Ferrier, aan genodigden en belangstellenden in Nederland gepresenteerd worden. Het werk is geschreven door John Jansen van Galen, die al eerder enkele boeken over het politieke leven in Suriname op zijn naam heeft staan.

Het was overigens de hoogste tijd voor de verschijning van een biografie van dr Ferrier vanwege zijn nauwe betrokkenheid bij de staatkundige geschiedenis van ons land. Los daarvan was hij ook op diverse andere terreinen actief, onder andere bij de padvinderij en het kerkelijke leven in zijn land van geboorte.

De piepjonge en opgeschoten puber Johan Ferrier begon zijn serieuze werkzame leven als dorpsonderwijzer en werd later hoofdonderwijzer te Paramaribo. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd hij directeur van onderwijs, nadat hij in Nederland gepromoveerd was tot doctor in de pedagogiek. Daarna werd hij gouverneur van Suriname onder vigeur van het Statuut van 1954, hoofdambtenaar op het ministerie van onderwijs te Den Haag, directeur van de Billiton Maatschappij Suriname en de eerste president van de republiek, die op 25 november 1975 als een soevereine staat zijn intrede deed in de wereldgemeenschap.

Deze prestaties werden bekroond door een uitzonderlijk hoge leeftijd; de ex-president is op dit moment 95 jaar oud. Kortom, een prachtige carrière die ongetwijfeld uitnodigt om kennis te maken met de verschenen biografie.

Het boek is een product van de ‘oral history’, wat in dit geval betekent, dat Ferrier zijn geschiedenis in 24 interviews verteld heeft aan de schrijver. De verstrekte gegevens zijn wat hun gehalte betreft, voor controle, niet getoetst aan uitspraken van personen en instanties, die daarin met name genoemd zijn. Daarbij moet wel vermeld worden dat de schrijver – zoals hierboven reeds is opgemerkt – eerder al drie boeken over Suriname gepubliceerd heeft (Kapotte plantage, Hetennachtsdroom en het Suriname-syndroom), wat hem zeker in staat gesteld zal hebben om een uiteraard beperkte controle te verrichten.

Hoe het ook zij, het gaat i.c. om een journalistiek werk, dat zeker in dit geval, gegeven de hoge leeftijd van dr Ferrier, wat de interviews betreft, geen langer uitstel gedoogde.

HET OUDE SURINAME

Vanwege het bovenstaande staan in het boek vele bijzonderheden vermeld van het Suriname van vroeger, dat al talrijke jaren voorgoed tot een voltooid verleden tijd behoort. Kortom, de tijd van de kokolampu en het ochtendschot, dat het ingedommelde Paramaribo om zes uur in ochtend weer tot leven riep. Het ging om enkele kanonschoten uit het Fort Zeelandia, dat na vele gedaantewisselingen en rijk aan allerhande ervaringen nog steeds deel uitmaakt van eigentijds Paramaribo.

In het boek vertelt de 95-jarige Ferrier dan ook omstandig van de in het toenmalige stadsbeeld van Paramaribo bekende lantaarnopsteker, vergezeld van een lange staaf om het lamplicht in het stadje in de avonduren te ontsteken en na zonsopgang weer te doven.

De geneeskunde en de daarmee gepaard gaande toekomstverwachting van de Surinamers stond toen uiteraard nog in de kinderschoenen, waardoor de baby Johan Ferrier, één jaar oud, door zijn Hindostaanse grootmoeder op zijn Surinaams werd aangeduid als dede wiki. Op deze leeftijd lag de kleine Ferrier te lang in een met water gevulde teil, waardoor hij grote ademhalingsproblemen kreeg. De behandelende geneesheer uit die dagen, de toenmalige huisarts J F Nassy en latere directeur van het St. Vincentius Ziekenhuis, had de nauwelijks in de wereld verschenen kleine Johan, wat zijn toekomst betreft, al opgegeven. Wat de geneesheer toen gedaan heeft staat niet in het boek vermeld. Maar gelukkig is daarna alles ten goede gekeerd, zoals in de bibliografie duidelijk blijkt.

WORTELS IN BRITS INDIË

Al in het begin van boek vertelt Ferrier dat zijn grootmoeder van vaders zijde op zevenjarige leeftijd met de Lala Rookh, het eerste transportschip van contractarbeiders uit het toenmalige Brits Indië, in Suriname arriveerde. Tot zijn zesde heette de latere president dan ook Dhumnputtea, de naam die later veranderd werd in Ferrier. Op grond van deze feiten begint het eerste hoofdstuk van het boek dan ook als volgt: "Surinaamser dan Ferrier kan iemand nauwelijks zijn. Hij is van zeer gemengd bloed, moksi watra. In zijn voorgeslacht zijn minstens vier van de bevolkingsgroepen van Suriname vertegenwoordigd, waaruit het volk van Suriname is ontstaan. Zo vloeit in hem de geschiedenis van het land voor een groot deel samen.

MENSEN VAN VROEGER

In het boek laat Ferrier ook het licht schijnen over enkele Surinamers die zich in het verleden voor hun land verdienstelijk gemaakt hebben, maar nu totaal vergeten zijn, anders dan vele Nederlanders uit deze periode die nog steeds voortleven in namen van pleinen en straten die naar hen vernoemd zijn.

Eén van deze personen is John Herrenberg, die jarenlang een zeer hoge positie bekleedde op het toenmalige departement van Openbare Werken en Verkeer. In het particuliere leven was Herrenberg jarenlang voorzitter van de ‘buitensociëteit Het Park’, die in de koloniale dagen veel allure had met een stringente ballotage. Leden van Het Park waren in de dagen onder andere topfiguren uit het bedrijfs- en koloniale bestuursleven te Paramaribo. Onder meer was Herrenberg ook oprichter van de eerste Surinaamse omroepvereniging, die in de jaren dertig van de vorige eeuw het levenslicht zag.

De AVROS, zoals deze vereniging met Herrenberg als voorzitter heette, was jarenlang op de hoek van de Prinsen- en Zwartenhovenbrugstraat gevestigd en verhuisde later naar een klein gebouw in de Cultuurtuinlaan, vanwaar de uitzendingen werden verzorgd.

Herrenberg was jarenlang ook de centrale figuur in de Surinaamse padvinderij en in die hoedanigheid had hij veel contact met de latere president van Suriname, die één van de jonge Surinamers was die aan de wieg stonden van deze jeugdbeweging. Ook zorgde de gezaghebbende Herrenberg ervoor dat de tweede echtgenote van de president samen met haar broer Hein Vas na de vroegtijdige dood van hun vader gratis onderwijs kon volgen op de mulo (de Hendrikschool} te Paramaribo. De jong gestorven schoonvader van de president was een medewerker van Herrenberg op de afdeling spoorwegen van het departement van Openbare Werken en Verkeer, waar hij vele jonge mensen uit die tijd inspireerde (de Maarschalk, Fong Tin Joen en andere).

Over het ontstaan van deze padvinderij met intelligente, vooruitstrevende jongens als de latere sympathieke en kundige chirurg van het St. Vincentius ziekenhuis, dr Frits Tjon A Jong (Ferrier noemt hem in het boek zijn ‘bloodbrother’) wordt in de biografie het een en ander verteld. Deze jonge Surinamers hadden in het jaar 1937 samen met hun vrienden en andere geïnteresseerden een collecte georganiseerd voor de afvaardiging van een delegatie van de padvinderij naar Nederland, waar in het dorp Vogelenzang een jamboree werd georganiseerd. Opgeschoten Surinaamse jongens uit die tijd zullen zich zeker nog de slogan herinneren. "In 19-3-7, dan zul je wat beleven, dan komt de jamboree naar Nederland." Herrenberg, die veel gezag had onder deze jongeren, was echter van oordeel dat het ingezamelde geld beter besteed kon worden voor de opzet van een padvindershoofdkwartier te Paramaribo. Dat gebeurde ook.

Het was een prachtig gebaar, omdat verschillende koloniën, onder andere uit het Caribisch gebied, padvinders afvaardigden naar Vogelenzang, waar zij zoals bij dergelijke ontmoetingen gebruikelijk, een zeer goede en mooie tijd hadden met vele festiviteiten, onder andere in het oude RAI gebouw te Amsterdam.

Herrenberg in Paramaribo zorgde ervoor, dat aan de padvinders door de overheid een terrein werd toegewezen vlak bij het Vaillantsplein, waar het hoofdkwartier kwam te staan. Helaas werd het in de Tweede Wereldoorlog door de militairen in beslag genomen voor het censuurbureau, dat de inlichtingenstroom naar en vanuit Suriname moest controleren. Het hoofdkwartier stond vlak bij het oude postkantoor, vanwaar alle brieven werden verstuurd om doorgelezen te worden door de medewerkers van het bureau.

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog, als de huizen die in Paramaribo op de voormalige begraafplaats Jacobusrust voor joodse vluchtelingen gebouwd zijn, leeg komen te staan, krijgt de padvinderij aldaar een ander hoofdkwartier toegewezen.

De lotgevallen van de padvinderij, voortvloeiend uit deze toewijzing, worden door Ferrier in het boek (bladzijde 25) als volgt uit de doeken gedaan: "Als de Nederlandse gouverneur J. Klaasesz, lid van de Partij van de Arbeid en een ‘fervent padvinder’, bij zijn afscheid aan het Surinaamse volk een zwembad voor de jeugd wil schenken, stelt de padvinderij een deel van haar nieuwe terrein beschikbaar voor de bouw van het bad, dat Parima gedoopt wordt. Het bestaat nog altijd."

Op bladzijde 24 van het boek, waarin bijzonderheden over de padvinderij gedurende een aantal jaren sedert haar oprichting door de toenmalige geneeskundig-inspecteur dokter Rademaker worden beschreven, is er een fraaie foto opgenomen met als onderschrift "Johan Ferrier als padvinders-paradecommandant, Koninginnedag 1946 (privé-collectie J. Ferrier)."

In het Personenregister van de bibliografie op bladzijde 108 staat wel de naam van Henk Herrenberg vermeld. De in zijn tijd zeer bekende Surinamer en centrale figuur van de Surinaamse padvinderij John Herrenberg wordt daar echter niet genoemd: een kleine slordigheid, die bij een eventuele herdruk van de biografie gecorrigeerd zal moeten worden. Overigens kan de ook bekende Henk Herrenberg met veel compassie en humor vertellen over de fiets van zijn oudere oom.

In de oude tijd, die in de autobiografie van dr Ferrier gestalte krijgt, was de fiets het vervoermiddel bij uitstek, ook voor de topambtenaren van die lang vervlogen dagen.

NIET REBELS

In de bibliografie komt ook duidelijk naar voren dat Ferrier behoorde tot de Surinamers van zijn tijd, die streefden naar een grotere zelfstandigheid voor hun land. Uiteraard had hij daardoor veel contact met tijdgenoten die hetzelfde wilden bereiken. In een onlangs verschenen boek getiteld ‘Baas in eigen huis, Wim Bos Verschuur, heraut van Surinames onafhankelijkheid 1904-1985)’ wordt de samenwerking tussen Ferrier en Bos Verschuur dan ook op verschillende plaatsen gememoreerd. Onder andere het verblijf van Ferrier in Nederland, waar hij binnen korte tijd afstudeerde, wordt op bladzijde 65 van dit boek beschreven.

Gedurende dit verblijf kwam ook duidelijk tot uitdrukking dat er tussen Ferrier en Bos Verschuur, wat hun persoonlijkheidsstructuur betreft, grote verschillen bestonden. Ferrier geeft dat ook onomwonden toe, als hij op bladzijde 56 van het boek van Hans Breeveld opmerkt: "Bos Verschuur ik waren in vele opzichten gelijk gestemd. Het verschil echter was dat Bos rebels was". Dit verschil komt duidelijk tot uitdrukking als Ferrier zijn mening naar voren brengt over de Surinamers in Nederland. Op bladzijde 58 van deze biografie staat hierover het volgende vermeld: "Maar Ferrier onderhoudt ook intensief contact met ‘een ruime kennissenkring’ van Surinamers... In de vereniging Ons Suriname die zich in die jaren juist in linkse en nationalistische richting ontwikkelt, voelt hij zich echter niet op zijn plaats. Hun uitgangspunt was zeer negatief.

Daartegenover moet echter wel gesteld worden dat Ons Suriname ook in de tijd dat dr Ferrier in Nederland vertoefde baanbrekend werk heeft verricht. Deze vereniging heeft onder andere een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van vele Surinamers in Nederland. In tegenstelling tot de zienswijze van vorige besturen van Ons Suriname, die ìn vroegere jaren een sterk elitaire inslag had. Het rebelse karakter van deze vereniging had ongetwijfeld een positieve lading, hoezeer dat soms ook indruiste tegen het niet-rebelse karakter van de ongetwijfeld verdienstelijke eerste president van de republiek Suriname.

Terecht stelde de Surinaamse taalkundige, Dr Hein Eersel, in zijn boek "Taal en Mensen in de Surinaamse samenleving" het volgende over deze verdienstelijke vereniging : "De inspanningen van de vijftiger jaren in Nederland zijn niet voor niets geweest. De Vereniging Ons Suriname heeft er heel veel toe bijgedragen dat het land Suriname veranderde in ons land, onze republiek, ons Suriname."

De hierboven besproken biografie is uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde te Leiden in Nederland.-.

Bron/Copyright:

21/11/2005

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2005. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics