Nickerie.Net, maandag 13 maart 2006  


Zee - en rivierwater steeds grote dreiging voor de Surinaamse kuststrook

Paramaribo - Met de Surinaamse kustverdediging is het vandaag de dag niet best gesteld. De actiegroep Redt Noorder Polder Coronie, (RNPC), houdt het hart vast met betrekking tot de grote delen van de kuststrook, inclusief de hoofdstad Paramaribo, die door zee - en rivierwater dreigen te worden opgeslokt als er niet snel afdoende maatregelen worden genomen. Steeds grotere delen van de kuststrook van Suriname zullen de komende jaren overstromen.

Uit studies van de Meteorologische Dienst kan worden opgemaakt dat, indien niet wordt ingegrepen, 95 procent van Paramaribo in 2025 bij springvloed onder water loopt. De klimaatverandering speelt daarbij een desastreuze rol, maar ook het gebrekkig dijkonderhoud in de afgelopen decennia is een belangrijke oorzaak. Cor Becker van de Meteorologische Dienst waarschuwde enkele maanden geleden dat in de toekomst de problemen alleen maar groter worden. ‘De gemiddelde temperatuur in Suriname is in de afgelopen dertig jaar met een halve graad gestegen.

Als deze trend zich voortzet zal dat tot meer en meer overstromingen leiden,’ had Becker toen gesteld. Volgens RNPC worden elders in de vlakke kuststrook de problemen er eveneens niet minder op. In het district Coronie, 150 kilometer ten westen van Paramaribo, zijn grote stukken land in de afgelopen jaren verzwolgen door het zeewater. Ook hier zijn de dijken ernstig verzwakt door gebrek aan onderhoud. Tientallen hectaren grond zijn in de voorbije jaren ten prooi gevallen aan de zee. In het district Commewijne, tegenover Paramaribo, is de situatie al niet veel beter. De Suriname - en Commewijnerivier winnen langzaam maar zeker terrein, hebben wegen weggespoeld en dreigen de bewoners te verjagen. Hier en daar wordt nog wel wat lapwerk verricht, maar de afkalving van de oevers vindt in zo’n hoog tempo plaats, dat het meer weg heeft van water naar de zee dragen. Volgens Roy Ramdien, voormalig onderdirecteur Droge Civieltechnische werken van het ministerie van Openbare Werken, zijn de sombere voorspellingen niet overdreven. ‘Langs de hele kuststrook zijn de problemen groot en worden ze steeds groter. Niet alleen in Coronie en Commewijne, ook de kuststrook bij Paramaribo schuift steeds verder op, waardoor de buitengebieden nu al regelmatig met wateroverlast kampen.’ RNPC denkt dat iedereen in Suriname ervan doordrongen is dát er iets moet gebeuren. Wát er moet gebeuren staat inmiddels ook wel vast. Daartoe zijn in de laatste jaren verschillende studies uitgevoerd, die in kaart hebben gebracht waar de pijnplekken zitten en vooral wat de oplossingen zijn.

Zo is het Waterloopkundig Laboratorium/Delft Hydraulics betrokken geweest bij het ontwerpen van een tientallen kilometers lange zeewerende dijk in Coronie en heeft het de precieze positie bepaald waar deze moet komen te liggen. Het Surinaams ingenieursbureau Sintec houdt zich bezig met een studie naar de aanleg van een ringdijk en -kanaal in het noorden van Paramaribo, om het water van de Atlantische Oceaan en de Surinamerivier buiten de deur te kunnen houden. Het zou ook de wateroverlast in de stad zelf tot het verleden moeten laten behoren. Bij iedere fikse regenbui lopen grote delen van Paramaribo onder water als gevolg van een slecht afwateringssysteem. Vooral bij springvloed kan het regenwater de overvolle Surinamerivier niet bereiken. Hoe ernstig de situatie is, is de afgelopen weken gebleken. In januari viel 347 millimeter regen, ruim tweemaal meer dan gebruikelijk is. De gevolgen zijn nauwelijks te overzien. Wegen, scholen, en complete woonwijken hebben last ondervonden. De risico’s voor de volksgezondheid zijn groot als gevolg van de wateroverlast. Ziekten zoals knokkelkoorts hebben reeds slachtoffers geëist.

De plannen om verbetering in de situatie te brengen zijn er dus wel, maar geld om ze uit te voeren is er niet. De Nederlandse overheid, die eerder de renovatie en uitbreiding van de Zeedijk in het westelijk district Nickerie bekostigde, heeft al te kennen gegeven geen geld in overige kustverdedigingprojecten te stoppen, omdat dit niet meer tot de speerpunten van het beleid ten aanzien van Suriname behoort. Remy Lachman, hoofd van de afdeling Waterkeringen van het ministerie van Openbare Werken, rekent er op dat de regering er op korte termijn toch in slaagt financieringsmogelijkheden te vinden voor de meest belangrijke projecten. ‘Dat betreft de aanleg van de dijk in Coronie en het aanbrengen van een waterkering in Commewijne. Want als we daar niet snel mee kunnen starten, worden de problemen onoplosbaar.’ De gevolgen zijn dan nauwelijks te overzien.

Bron/Copyright:

Dagblad Suriname / Nickerie.Net

,13-03-2005

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2006. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics