Nickerie.Net, vrijdag 12 januari 2007


Arbeidsconflict:

Pesterij door collega’s en de baas

Esther Hageman

Pesten op het werk komt schrikbarend vaak voor - meer dan tien procent van de beroepsbevolking in Nederland meldt pesterij. Het overkwam ook Anneke Hettinga, die bij niemand terecht kon. De Arbodienst zei: „Er zal wel een kern van waarheid in zitten.” Ze zit sinds begin deze zomer thuis, maar ze is druk aan het solliciteren. Een werkgever vroeg haar al voor een tweede gesprek. Het leven ziet er voor Anneke Hettinga (33) dus niet uitzichtloos uit. Maar de periode dat ze op haar werk werd gepest is haar niet in de koude kleren gaan zitten.

Met het oog op de privacy is Anneke Hettinga een gefingeerde naam. Ook haar werkomgeving is geanonimiseerd.

Ja, waar begint het verhaal. Misschien net niet op de eerste werkdag, toen ze als receptioniste/telefoniste begon in een ziekenhuis. Maar wel al tijdens de eerste werkweek. In de lunchpauze was het in dat ziekenhuis de gewoonte dat het ondersteunend personeel van haar afdeling samen at en dat een van de collega’s uit de keuken meebracht wat iedereen bij de boterham dronk. Voor de één een beker karnemelk, in zo’n plastic beker met een deksel van folie dat je moet lostrekken. Voor de ander yoghurtdrank. Melk voor een derde.

Zij dronk sinaasappelsap bij de boterham –als enige. Maar die werd dus voortdurend vergeten. Twee, drie keer in de week gebeurde het dat iedereen iets te drinken had, behalve zij. En werd het niet vergeten, dan werden er wel geintjes mee uitgehaald. Dan prikte iemand gaatjes in de bodem van de beker en bracht die op z’n kop mee uit de keuken. „Als ik ’m omdraaide en het deksel lostrok, kon ik kiezen: als ik ’m op tafel neerzette werd het daar vies, en als ik ’m vasthield zaten m’n kleren onder.’’ Of, ander geintje, de collega’s belden tijdens de lunchpauze met hun mobiele telefoons onder de tafel op naar haar balie. Zodat ze haar pauze moest onderbreken – voor niets, want als ze de telefoon opnam werd er telkens neergelegd.

De eerste maand dacht ze: nou ja, ik ben nieuw. Maar de ontgroening duurde wel lang, vond ze. Haar leidinggevende zat er bij, maar deed er nooit iets tegen. Boosheid kwam pas na na twee maanden, toen iemand port door haar sap had gedaan. „Ik drink heel sporadisch alcohol. Wat als ik medicijnen had geslikt waarbij je geen alcohol mag drinken?”

Ze ging ermee naar haar leidinggevende. „Je zag hem denken: ’mens, waar maak je je druk over’.’’ Wel stuurde hij de collega’s naar haar toe om excuus te maken. Drie van de vier boosdoeners kwamen inderdaad –maar ze waren lacherig en het klonk niet gemeend.

Anneke: „Er was bij mij iets geknapt; ik vroeg me af: wat voor collega’s heb ik eigenlijk?’’ De lolligheid met de beker sinaasappelsap ging bovendien door.

Een paar maanden later kreeg ze een vast contract. Daarbij hoorde een gesprek met de directie en haar leidinggevende. De avond tevoren overlegde ze met een vriendin: zou ze vertellen over de drank in haar sap, of de pesterij met de sinaasappelsap? Alleen dat laatste, adviseerde de vriendin: voor het andere was immers geëxcuseerd.

Toen ze de directeur van de sinaasappelsap- pesterij vertelde, zei hij tegen haar leidinggevende dat het binnen de kortste keren afgelopen moest zijn. Een maand of drie, tot de jaarwisseling, was dat ook inderdaad het geval. „Maar in januari begon het geklier weer. Op een dag ijzelde het. Ik kreeg de instructie dat ik tegen opbellende patiënten moest zeggen dat zij toch moesten komen. Een van hen nam daar geen genoegen mee en vroeg naar de manager van de afdeling. Dat gesprek met hem liep kennelijk niet zo soepel.

Daarvoor gaf hij mij op m’n kop: ik zou ’niet vriendelijk’ zijn geweest. Terwijl ik met die mevrouw helemaal geen probleem had gehad! Die manager vond dat ik maar naar een cursus klantvriendelijkheid moest. Mijn leidinggevende bemoeide zich er ook mee en zei: „dan kun je meteen je sinaasappelsap-probleem oplossen.’’

De Arbodienst

De volgende dag ging ik ermee naar de manager: moet ik nu vanwege klantvriendelijkheid naar die cursus, of vanwege wrijving over die sinaasappelsap? Mijn leidinggevende wilde ook bij het gesprek aanwezig zijn, dus hij kwam erbij zitten. Samen besloten ze: Ik moest inderdaad contact opnemen met de Arbodienst.

Die contactpersoon van de Arbo heeft twee keer een gesprek belegd met al m’n collega’s. De eerste keer zeiden ze allemaal dat ze best met me konden werken. De tweede keer beweerden mijn leidinggevende en een van de collega’s dat er een hele stapel klaagbrieven was binnengekomen van mensen die vonden dat ik aan de telefoon onvriendelijk was. Die brieven wil ik dan graag eens zien, zei ik.

Van dat tweede gesprek bracht de Arbodienst rapport uit aan de manager van de afdeling. De Arbodienst zei „Als bijna alle collega’s zeggen dat ze niet met je kunnen samenwerken, dan zal er wel een kern van waarheid in zitten.” De manager vond dat ik zelf de sfeer op de werkvloer moest zien te verbeteren. Het was toen vlak voor de vakantie. De laatste zaterdag van die vakantie belde hij ’s avonds op en zei dat ik maandag om 8 uur aanwezig moest zijn voor een gesprek. Toen ik daar kwam, was mijn leidinggevende er ook. Die verweet me dat ik tijdens de vakantie geen poging had ondernomen om de sfeer te verbeteren. Om tien voor half negen stond ik weer buiten. Ontslagen.’’

Brief aan de premier

Sindsdien schakelde ze niet alleen haar vakbond in, maar schreef ze ook een brief aan premier Balkenende. Om er zeker van te zijn dat hij die zou lezen gaf ze die hem persoonlijk in handen toen hij een keer in de buurt was. „Ik heb het beknopt gehouden, één A4’tje, maar toen ik hem de brief gaf overvielen de emoties me toen ik zei: ’u moet die ontslagbescherming echt niet verminderen, dat is verkeerd’. Ik moet zeggen, hij nam alle tijd voor me. Half juli schreef hij dat de Arbeidsinspectie contact met me zou opnemen.

Toen zijn er hier twee vertrouwenspersonen een hele ochtend op bezoek geweest. Die vielen er met name over dat de Arbodienst zonder enig bewijs overneemt dat er ’een kern van waarheid’ in de verhalen van de collega’s zat. En de vakbond valt erover dat het ziekenhuis nooit iets gedaan heeft met het drank-incident –die collega’s hadden op z’n minst een berisping moeten krijgen, mondeling en schriftelijk. Ook wilde de bond die zogenaamde stapel klaagbrieven weleens zien. Daar zijn ze nooit mee op de proppen gekomen.”

Onder druk van de bond ging het ziekenhuis akkoord met een gunstige afvloeiingsregeling.

Nee, ze heeft in november niet op Balkenende gestemd, maar net als altijd op de ChristenUnie. Toch staat op de schoorsteenmantel wel de foto waarop ze naast Balkenende staat. „Met Prinsjesdag ben ik naar Den Haag geweest en toen zag ’ie me. Een vriendin heeft toen gauw een foto gemaakt.”

Haar laatste werkdag is inmiddels ruim een half jaar geleden. Terugkijkend is ze blij dat ze weg is. „Ik wilde er onderhand niet meer werken, natuurlijk. Waarom ik daar zo gepest werd – terwijl ik toch ben opgegroeid met vier broers, ik kan dus echt wel iets hebben– weet ik nog altijd niet. Al zie ik wel dat ik ’anders’ was. Ze hadden voortdurend op iedereen op het werk iets aan te merken. Daar ging ik niet in mee.”

Onderzoek: Zeker elf procent wordt gepest

Eigenlijk is er naar pesten op het werk nog niet zo veel onderzoek verricht. Jawel, vakbonden wijden er websites aan en veel telefoontjes naar de bonden gaan over pesterij. Ook wordt er geënquêteerd en geturfd – per sector, nationaal of in Europees verband. Maar wie er pest, waarom en hoe, wie slachtoffer wordt, of hoe zoiets op het werk meestal afloopt, daarover is minder bekend.

Zo leek het eind september of er in de Nederlandse krijgsmacht flink gepest wordt: 10 procent van de mannen in die sector zegt gepest te worden, wees een peiling toen uit. Maar een jaar eerder vertelden TNO- en CBS-cijfers dat 11 procent van alle werknemers wordt gepest door collega’s; de krijgsmacht zou dan dus zelfs in gunstige zin afwijken.

Vergeleken met andere landen hoort Nederland tot de pest-top, blijkt uit weer ander onderzoek: zegt in Finland 17 procent van de werknemers gepest te worden, in Nederland is dat 11 –zegt de een– of zelfs 12 procent. Dat is beide aanzienlijk meer dan de cijfers voor landen als Bulgarije of Italië: 2 procent.

Werkgevers lijken minder goed op de hoogte te zijn met wat er op de werkvloer gebeurt. Van alle werkgevers in een enquête uit 2004 had 5 procent klachten over pesterij binnengekregen. Hoe groter een bedrijf en hoe jonger de werknemers, des te meer er blijkt te worden gepest. Grotere bedrijven (meer dan 200 werknemers) blijken wel actiever om iets tegen pesten te doen dan echte kleintjes (minder dan 10 werknemers).

Ook onderzocht is hoe de gepeste reageert: met ziekte. Het verzuim op werkplekken waar pesten voorkomt, ligt tot 50 procent hoger. In november rekende TNO-Arbeid uit, welke kosten er met pesten zijn gemoeid. Elk pestgeval dat escaleert kost de samenleving 45.000 euro.

Wie gepest wordt, raakt volgens het ’Signaleringsrapport beroepsziekten 2006’ van de UvA niet speciaal overspannen, opgebrand (burnout), vervalt evenmin tot een posttraumatisch stress-syndroom (PTSS) of wordt depressief. De reactie op pesten neemt het vaakst de vorm aan van 'overige reacties op ernstige stress’. Maar misschien valt ook zelfdoding tot die ’overige reacties’. Volgens een studie van de Duitse onderzoeker Leymann (’Psychoterror am Arbeitsplatz’) is pesten in elk geval wel een belangrijke oorzaak van zelfdoding.

Dat weet hij uit een onderzoek onder priesters die dergelijke uitvaarten leidden: 13 procent van alle zelfdodingen (in Nederland: 1500 per jaar) zou iets te maken hebben met het werk van de overledene, zij het niet speciaal met pesten.

Arbodienst: onafhankelijke instantie die zich bezig houdt met de werkomstandigheden

Website: www.de-arbodienst.nl

Bron/Copyright:

Nickerie.Net / Trouw

,12-01-2007

 

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2007. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics