Nickerie.Net, vrijdag 16 februari 2007
17 februari 2007
Wie dat als geen ander begreep, was de wereldberoemde medicus en psychiater Elisabeth Kübler-Ross. Als thanatoloog, een deskundige die de verschijnselen van sterven en dood bestudeert, wijdde zij haar leven aan het verlichten van het stervensproces van terminale patiënten en het helpen van de nabestaanden bij de verwerking van hun verlies.
Ze deed onderzoek en schreef vele boeken, die in twintig talen verschenen. Zij introduceerde in de Verenigde Staten de bekende hospitiumbeweging voor de begeleiding van stervenden. Inmiddels bestaan er in vele landen, waaronder Nederland, zulke bewegingen die met deskundige vrijwilligers de terminale patiënten en hun familie geestelijk steunen en helpen in de laatste levensfase.
Kübler-Ross overleed zelf in 2004, maar liet dus een grote erfenis na. Een onderdeel van haar nalatenschap is de wetenschap dat het rouwproces bestaat uit de volgende vijf stadia: ontkenning, woede, marchanderen, depressie en aanvaarding.
Kübler-Ross ontdekte dat vrijwel iedere rouwende door deze fasen heen moet om weer tot zichzelf te komen en verder te kunnen leven. De volgorde, de tijdsduur en de heftigheid kunnen per persoon variëren, maar de stadia zijn onmiskenbaar.
Door ze te beschrijven in haar eerste boek Lessen voor levenden, maakte ze de weg vrij voor een beter begrip van het verdriet van nabestaanden, maar ook voor vele vormen van geestelijke hulp en rouwtherapie. Bovendien hield Kübler-Ross de rouwenden zelf een spiegel voor, waardoor die beter kunnen begrijpen wat ze voelen en waarom ze het voelen. Want elk stadium van de rouwproces heeft zijn nut.
Ontkenning is de eerste verbijsterde reactie van iemand die zich geconfronteerd ziet met de dood, maar het nog niet volledig kan of wil laten doordringen. Het is het onwerkelijke gevoel dat de dode ieder moment weer kan opbellen of binnenlopen alsof er niets aan de hand is. Dat gevoel kan enkele dagen tot weken aanhouden, terwijl intussen alle rituelen rond de dood wel georganiseerd en bijgewoond worden.
Dat verklaart ook meteen het nut van deze fase: zij dient als een soort bescherming, een veiligheidspalletje van het lichaam en de geest, dat in ieder van ons zit ingebouwd om de enorme schok te dempen, zodat we kunnen blijven functioneren. Achteraf zeggen veel mensen over dit stadium dat ze het gevoel hadden los te staan van de werkelijkheid, dat ze droomden.
De woede in het tweede stadium van de rouwverwerking kan zich op alles en iedereen richten. De automobilist die het ongeluk veroorzaakte, de dokter die het leven niet kon redden, de dode die ertussenuit kneep of jezelf omdat je machteloos stond. Deze woede is niet rationeel, logisch, eerlijk of redelijk. Het gaat eerder om het gevoel dat áltijd opkomt wanneer we geconfronteerd worden met zeer onaangename zaken die ons leven overhoop halen. De woede is goed, want dat stadium bewijst dat de fase van ontkenning voorbij is en de werkelijkheid langzaam tot ons begint door te dringen.
Het stadium van marchanderen is een bijna kinderlijke manier om te proberen die harde werkelijkheid te verzachten, wat draaglijker te maken. Dat kan door in je hoofd alsmaar met het lot, met God of met andere vertegenwoordigers van een leven na de dood te onderhandelen over betere voorwaarden die de pijn kunnen verlichten. Maar de troost van het marchanderen blijft schraal, want de dood is nu eenmaal onherroepelijk.
De ontkenning, de woede en het marchanderen vangen de eerste klappen op. Daarna volgt bijna altijd een vorm van depressie met diepe gevoelens van droefheid en leegte. In deze fase trekken we ons terug uit het leven, gaan alles even futiel en zinloos vinden, worden lusteloos en zorgen lichamelijk slecht voor onszelf. Dit stadium is belangrijk en nuttig, omdat de rouwende nu pas echt het verdriet kan gaan verwerken en schoorvoetend zijn gedachten wijdt aan de vraag hoe het verder moet. Het is de klimpartij uit de put waarin je gevallen bent bij de dood van een dierbare.
Als het goed gaat, eindigt die klimpartij in aanvaarding, het laatste stadium van het rouwproces. Aanvaarding wil niet zeggen dat de dood van een dierbare aanvaarbaar is geworden. Integendeel, geen enkele rouwende zal ooit denken: 'Het is wel goed zo.' Met aanvaarding bedoelde Kübler-Ross dat de rouwende de nieuwe realiteit erkent en niet meer probeert te ontwijken. Het opent de deur naar aanpassing. De rouwende gaat moeite doen om de draad van het leven weer op te pakken en uiteindelijk dat bestaan opnieuw in te richten, ditmaal zonder de aanwezigheid van de gestorvene.
VAN ONTKENNING TOT AANVAARDING
De vijf fasen van het rouwproces
José van der Sman, dinsdag 13 februari 2007
Hoewel iedereen op zijn eigen manier treurt om de dood van een geliefde, zijn er in het rouwproces vijf stadia te onderscheiden: ontkenning, woede, marchanderen, depressie en aanvaarding. Elk van de vijf fasen in het rouwproces is, hoe pijnlijk ook, zinvol om uiteindelijk de draad van het leven weer op te kunnen pakken, zo ontdekte de wereldberoemde medicus en psychiater Elisabeth Kübler-Ross. Als thanatoloog, een deskundige die de verschijnselen van sterven en dood bestudeert, wijdde zij haar leven aan het verlichten van het stervensproces van terminale patiënten en het helpen van de nabestaanden bij de verwerking van hun verlies. Ze overleed in 2004, maar liet een schat aan kennis en hulpverlening na. Van haar verschenen in het Nederlands bij uitgeverij Ambo de boeken:
Over rouw
Het werk van Elisabeth Kübler-Ross heeft velen in Nederland geïnspireerd om stervenden en rouwenden te helpen.
Stichting Dr. Elisabeth Kübler-Ross Nederland
Vrijwilligers Palliatieve
Terminale Zorg
Landelijke Stichting
Rouwbegeleiding
Bron/Copyright: |
|
Nickerie.Net/ Elsevier |
,17-02-2007 |
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2007. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics