Nickerie.Net, maandag 24 september 2007
Buza: Guyana moet ongunstige aspecten grensuitspraak accepteren
Ivan Cairo, 24/09/2007
Paramaribo - Guyana moet niet alleen de voor hem gunstige aspecten van de grensuitspraak uitvoeren, maar ook de ongunstige. Zo reageert het ministerie van Buitenlandse Zaken op beweringen van Georgetown als zou de regering verkeerde informatie hebben verstrekt wat betreft twee punten van de uitspraak van het VN Tribunaal in het zeegrensgeschil met Guyana.
“De Guyanese regering heeft kennelijk moeite met deze twee voor Suriname gunstige gevolgen van de uitspraak. Maar de Surinaamse regering verwacht dat ook de Guyanese regering niet slechts aan de voor haar gunstige maar ook aan de ongunstige aspecten van de beslissingen te goeder trouw uitvoering geeft”, stelt Buza in een verklaring.
Vrijdag zei Guyana’s co-agent Paul Reichler, aan de Ware Tijd dat het tribunaal geen uitspraak heeft gedaan over de Corantijnrivier en aan welk land de rivier toebehoort, zoals de president Ronald Venetiaan donderdagmiddag aangaf. Ook de wijze waarop het toen betwiste gebied is verdeeld tussen de twee landen is door de Surinaamse regering verkeerd weergegeven, meent Reichler. Paramaribo neemt nu met klem stelling tegen de beweringen vanuit Guyana, dat onjuiste informatie is verstrekt. Aangegeven wordt dat het Arbitrage Tribunaal in paragraaf 137 van zijn uitspraak overweegt dat “de pogingen om een grenslijn tussen Guyana en Suriname vast te stellen, dateren uit de koloniale tijd.
In 1799 is tussen de koloniale autoriteiten overeengekomen dat de grens tussen Suriname en Berbice, een kolonie die toen gelegen was in het oostelijke gedeelte van Guyana van vandaag, liep langs de westelijke oever van de Corantijn”. Dit is volgens Buza “een belangrijk feitelijk uitgangspunt van de beslissing van het Tribunaal en houdt als zodanig een bevestiging in dat Suriname in elk geval sinds 1799 de soevereiniteit over de gehele Corantijnrivier uitoefent”. Ook paragraaf 306 zou deze conclusie ondersteunen waarbij wordt aangegeven dat de rechtsvoorgangers van Suriname en Guyana de lijn van 10 graden Oost vanaf het Ware Noorden waren overeengekomen omdat de gehele Corantijnrivier Surinaams grondgebied was. Voorts heeft het Tribunaal in paragraaf 392 de verhoudingen van de verdeling van het betwist gebied bevestigd en vastgesteld op Guyana 51 procent en Suriname 49 procent, bijna dezelfde verhouding als die van de kusten van de twee landen: Guyana 54 procent en Suriname 46 procent. Hierin ziet het Tribunaal een bevestiging van de billijkheid van de toepassing in dit geval van de equidistantielijn. In paragraaf 308 stelt het arbitrage college dat haar bevindingen geen consequentie heeft voor de landsgrens die tussen partijen zou kunnen bestaan.
Volgens Reichler zou president Venetiaan de “valse informatie” hebben doorgegeven, omdat de regering de uitspraak politiek goed wil verkopen aan de samenleving.-.
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2007. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics