Nickerie.Net, vrijdag 28 september 2007
Geoloog Monsels: Uitspraak tribunaal ongunstig, maar niet onbillijk
PARAMARIBO - De uitspraak van het VN-Zeerechttribunaal inzake het noordelijk grensdispuut tussen Suriname en Guyana heeft tot vele reacties en emoties geleid. Geoloog Eddy Monsels vindt dat het nu tijd is de ware aard, oorzaak en gevolgen van de uitspraak te bekijken. Hij kwalificeert de uitspraak als ongunstig, maar niet onbillijk. Allereerst moeten wij volgens de geoloog als Surinamer onder ogen zien dat er tot de dag van vandaag geen druppel economisch winbare olie in het gebied is aangetoond of gewonnen. Op grond van onderzoek aan het oppervlak wordt verondersteld dat er gunstige condities ondergronds bestaan voor de vorming van accumulatie van olie. Het eerste boorgat in Guyana, dichtbij het niet in dispuut zijnde gebied, heeft nog geen barrel olie opgeleverd.
De recente toewijzing van een deel van het gebied aan Guyana is naar Monsels beweert niet gunstig voor Suriname, maar ook niet onbillijk. In een technische uiteenzetting legt hij vervolgens uit dat de noordgrens van Frans-Guyana en Suriname aan de zee, op dezelfde lijn, evenwijdig aan de lijn Albina en Nieuw-Nickerie is. De oostgrens met Frans-Guyana is een bijna zuid-noord lopende lijn, vanuit de monding van de Marowijnerivier, die het gebied gelijkmatig verdeelt in twee delen van elk 90 graden; dus in totaal 180 graden. Suriname trok die lijn recentelijk ook door tot de grens van de economische zone op 200 mijl. De noordgrenslijn van Guyana maakt echter een vrij scherpe hoek met de lijn Albina-Paramaribo in de richting van de zee. Hierdoor is de daar te verdelen hoek in zee geen 180 graden meer, maar 140 graden.
Steeds heeft Suriname van die 140 graden ongeveer 90 graden geclaimd en 50 graden overgelaten aan Guyana. Dit was geen probleem in de tijd toen de 12 zeemijlzone gold. Het tribunaal handhaafde in zijn uitspraak traditioneel de lijn naar het noorden tot de 12 mijlzone, maar zocht voor het overige gebied het midden van de 140 gradenzone op, zijnde 70 graden, als definitieve grens. Suriname verloor daarbij dus 20 van zijn 90 graden, terwijl Guyana er 20 graden bij kreeg. Dat de mogelijke potentiële olierijke zone na de uitspraak van het tribunaal nu in het Guyanese gebied ligt, is niet gunstig voor Suriname. Het zou volgens Monsels echter te betreuren zijn indien wij elkaar gaan bestoken, terwijl de kans dat er geen olie ter plekke voorkomt, veel groter is dan dat die er wel is.
Het is toe te juichen dat de herziening van de grens geschiedde op basis van toenmalige overwegingen en dat een in de historie vastgelegd verkeerd uitgangspunt met redelijkheid en billijkheid gecorrigeerd is, weet Monsels. Dit is van groot belang voor de vaststelling van de andere in dispuut zijnde grens in het zuidwesten, de driehoek bij Tigri. De voortgaande bezetting en intimidatie van Guyanese zijde wordt volgens Monsels slechts verdedigd door te wijzen op de “onwrikbare” vaststelling van die grens in het verre verleden. Guyana weigert daardoor echter om metingen te laten doen voor de vaststelling van welke van de twee rivieren, de Coeroeni of de Boven-Corantijn, een voortzetting is van de Corantijn.
De grensrivier zou door een neutrale derde partij vastgesteld moeten worden. Het land weigert dit, omdat het weet dat niet de Coeroeni, maar de Boven-Corantijn de voortzetting is. Suriname zal met dezelfde vastbeslotenheid Guyana moeten aanklagen, kort nadat de stoom van dit dispuut is afgeblazen of uiterlijk na de volgende verkiezingen, vindt Monsels. Suriname zal daarbij nationaal denkende en handelende professionals moeten inzetten bij het proces rond het Tigrigebied.
Bron/Copyright: |
|
Nickerie.Net / Suriname Times |
27-09-2007 |
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2007. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics