Nickerie.Net, vrijdag 28 december 2007
De 25 verdachten van de Decembermoorden
Op woensdag 7 november 2007 is het Openbaar Ministerie begonnen met het uitreiken van de ‘dagvaardingen’ aan de verdachten van de Decembermoorden. De namen van de 25 verdachten zijn ook bekend gemaakt.
De 25 verdachten van de Decembermoorden |
|
Alibux,
Errol Extra informatie: |
|
Alibux, Errolgeboren op 30 november 1948 |
Studeert sociologie in
Rotterdam. Na zijn studie wordt hij hoofd van de dienst Algemeen Maatschappelijke Zorg bij het Surinaamse ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting. In 1973 staat hij aan de wieg van de Progressieve Arbeiders en Landbouwers Unie (Palu) een kleine linkse afsplitsing van de progressieve Volkspartij. In 1975 vertrekt hij voor een verdere studie naar Antwerpen. In 1976 keert hij terug op het ministerie van Sociale Zaken. Na de sergeantencoup van 1980 wordt hij minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting. De Palu is een kleine socialistische partij, maar krijgt veel macht als Bouterse de 'oude' politieke partijen aan de kant schuift. |
Betrokkenheid: |
Tijdens het militaire
bewind onderhoudt de Palu nauwe banden met de militairen. Samen met
Palu-voorzitter Iwan Krolis dringt Alibux aan op een harde linkse lijn.
Alibux zou behoren tot de 'bloedraad' van Desi Bouterse. Deze raad komt onder meer aan de vooravond van de Decembermoorden bijeen om te bespreken wat er met de zestien arrestanten moet gebeuren. Alibux is een felle voorstander van harde maatregelen. Zo zou hij hebben gezegd dat aan de gemeenschap een zware schok moest worden toegebracht. Een schok, die iedereen moest beroeren. De staatsgreep in 1980 heeft er immers niet voor gezorgd dat het gedrag van de gemeenschap veranderde. Drie maanden na de Decembermoorden op 28 februari 1983 wordt Alibux premier van Suriname en minister van Buitenlandse Zaken. Volgens de getuigenverklaring van Fred Derby is Alibux aanwezig in Fort Zeelandia. Alibux heeft dit altijd ontkend. Alibux wordt naast de Decembermoorden ook in verband gebracht met cocaïnesmokkel. Volgens een getuige in de drugszaak tegen Desi Bouterse in 1996, zou hij ook contact hebben gehad met Alibux, destijds minister van Natuurlijke Hulpbronnen in het kabinet-Wijdenbosch. Alibux heeft deze verdachtmaking altijd ontkend. In 2003 wordt Alibux veroordeeld tot een jaar cel wegens valsheid in geschrifte. |
Bhagwandas, Paul30 jaar (ten tijde van de sergeantencoup van 1980).Overleden in 1996 aan kanker. |
Lid van de groep van 16,
couppleger. Luitenant, bataljonscommandant. In 1982 de derde man in het leger, na Bouterse en Horb. Bhagwandas wordt ook wel de 'beul van Fort Zeelandia' genoemd.
|
Betrokkenheid: |
Een paar maanden voor
zijn dood spreekt Bhagwandas over zijn aandeel in de 8 decembermoorden.
Henri Behr, de broer van de destijds vermoorde journalist Bram Behr,
praat vijf kwartier met hem. Uit een interview met Behr het volgende:
'Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en contact met hem gezocht', vertelt Behr. 'Bhagwandas was geen onbekende voor me. Hij kwam vroeger bij ons thuis en zat samen met Bram op de St. Paulusschool. Via een bevriende relatie in de medische wereld had ik gehoord dat hij nog maar kort te leven had en toen heb ik hem benaderd. Twee maanden voor zijn dood heb ik hem gesproken.' Het werd een angstaanjagend gesprek met het prominente lid van de 'Groep van Zestien', de club sergeanten die in 1980 de staatsgreep had gepleegd. Bhagwandas, spelend met een pistool, vertelde bijna achteloos wat er gebeurd was op 8 december. 'Het lugubere was dat het leek alsof hij er trots op was', zegt Behr. 'Hij erkende dat hij persoonlijk betrokken was bij de moord op Bram. Hij zei dat hij het een volgende keer weer zou overdoen en dat hij er geen nacht wakker van lag.' Volgens Bhagwandas had Bouterse de volledige leiding. Behr: Hij zei: 'Oké, ik heb gemoord, maar Desi gaf opdracht voor alles. Hij wilde persoonlijk de doodvonnissen uitspreken en bracht zelf twee mensen om: vakbondsleider Daal en militair Rambocus. Verder deed Bhagwandas, vertelt Behr, een voorspelling. Hij zei: "Ik ga nu dood, maar ik zeg je dat Desi mij en Roy (Horb, de later onder verdachte omstandigheden omgekomen tweede man van de Groep van Zestien) de schuld zal geven als de Decembermoorden ooit voor de rechter komen." Bhagwandas vond dat hij in de steek gelaten was door Bouterse, vooral vanwege financiële motieven. Nederland had de zogenaamde 'suppletiegelden', een tegemoetkoming aan Surinaamse militairen in actieve dienst, na de Decembermoorden stopgezet en Bouterse weigerde dat te compenseren. Bhagwandas voelde zich verraden, vertelt Behr. Hij zei: ' We waren met de Groep van Zestien bloedbroeders, maar je ziet dat als het om geld gaat je net zo makkelijk aan de kant geschoven wordt.' Behr kaartte ook een ander langlopend gerucht rond de Decembermoorden aan: het vermoeden dat enkele graven van slachtoffers naderhand zouden zijn opengebroken om sporen op de lichamen uit te wissen. 'Hij wilde daar niet gedetailleerd op ingaan, maar zei wel: "Je gaat in die graven niet vinden wat je denkt dat je zoekt", aldus Behr, die een deel van het gesprek stiekem opnam op een kleine memorecorder. 'Op een gegeven moment klikte dat recordertje uit en durfde ik het niet om te draaien. Het bandje met het opgenomen materiaal heb ik kort na het gesprek afgegeven aan Ilse Labadie, de inmiddels overleden voorzitster van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) in Paramaribo. Ik weet niet wat zij ermee gedaan heeft.' Maar heeft Behr dan geen kopie gemaakt? 'Nee, er is maar één exemplaar. Het verhaal dat er ook een kopie bij de Surinaamse politie zou liggen, is mij onbekend. Bron: Waterkant |
Bie, Dick Clemens degeboren te Amsterdam op 29 juni 1953 |
Van 1975 tot 1977 is hij
journalist bij een persbureau. Van 1978 tot 1980 geeft hij les aan het
Natuurtechnisch Instituut (Natin). Van 1981 tot september 1983 is hij
directeur van de Nationale Voorlichtingsdienst (NVD). De Bie wordt gezien als een van de revolutionairen van het eerste uur. In 1996 wordt Dick de Bie voor de Nationale Democratische Partij (NDP) minister van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) in het kabinet-Wijdenbosch. Door zijn censor achtergrond zijn de media verontrust door deze benoeming. Twee jaar na zijn beëdiging ontslaat hij Guno Castelen als directeur van de Dienst Havenbeheer. In december 1999 krijgt hij tijdelijk ook de portefeuille van minister van Planning en Ontwikkelingssamenwerking (PLOS). Na de verkiezingen in 2000 wordt De Bie in het kabinet-Venetiaan door dezelfde Castelen opgevolgd als minister van TCT. |
Betrokkenheid: |
De Bie, zou in zijn functie als hoofd Nationale Voorlichtingsdienst (NVD) in opdracht van Bouterse aanwezig zijn geweest bij het afleggen van verklaringen voor de media, door de slachtoffers Slagveer en Kamperveen. De NVD was verantwoordelijk voor de militaire censuur. |
Boerenveen, Etiënne |
Heeft aan de Koninklijke
Militaire Academie gestudeerd. Hij loopt in 1980 stage in het Surinaams
Leger en treedt direct na zijn afstuderen in dienst van datzelfde Leger.
Hij was commandant van de militaire politie en voorzitter van de
commissie herstructurering Nationaal Leger. Ook maakt hij deel uit van
de militaire hiërarchie. |
Betrokkenheid: |
Boerenveen zegt niets te
maken te hebben met de Decembermoorden van 1982. Op 24 maart 1986 wordt Boerenveen door agenten van de Amerikaanse Drugs Enforcement Agency (DEA) gearresteerd op verdenking van handel in cocaïne. Hij bekent en krijgt acht jaar cel. Boerenveen blijft na de Decembermoorden en tijdens zijn gevangenschap nauw contact houden met Desi Bouterse. In 1991 keert hij, na vervroegde vrijlating wegens goed gedrag, terug naar Suriname. Desi Bouterse haalt hem dan onmiddellijk weer binnen bij het Surinaamse leger. Boerenveen heeft altijd volgehouden onschuldig te zijn en er ingeluisd te zijn. De toenmalige regering Wijdenbosch heeft hem daarom na zijn terugkeer in ere hersteld. In de hoedanigheid van voorzitter van de herstructureringscommissie vergezelt Boerenveen minister Gilds van defensie naar Nederland om van gedachten te wisselen met Nederlandse militaire deskundigen. |
Bouterse, Désiré DelanoRoepnamen: Bouta, de Baas, Bevel.Geboren te Domburg op 13 oktober 1945 |
Militair
sportinstructeur, leider groep van 16, leider coup 25 februari 1980,
oud-legerleider, partijleider en parlementariër van de Nationale
Democratische Partij (NDP). |
Betrokkenheid: |
Bouterse wordt gezien
als 'hoofdverdachte' van de Decembermoorden. Hij geeft in 1998 toe in de
hoedanigheid van bevelhebber verantwoordelijk te zijn voor de moorden.
‘Het was een tijd van revolutie. Er zijn veel coups beraamd. Deze is vrij hard neergeslagen’, één van Bouterse’s uitspraken naar aanleiding van de executies. Bouterse ontkent verder alle betrokkenheid bij de moorden en zegt ook niet aanwezig te zijn geweest tijdens de moorden in Fort Zeelandia. Bouterse zegt dat Paul Bhagwandas in die dagen de leiding had. Op de tijdstippen van de executies zou hij bij zijn toenmalige vriendin en een vriend zijn geweest. Telefonisch werd hij wel op de hoogte gebracht dat er iets gaande was in het fort, maar dat gaf geen aanleiding om er naar toe te gaan. In maart 2007 biedt Bouterse voor het eerst zijn excuses aan de nabestaanden aan. Verder is Bouterse's naam verbonden aan de militaire machtsovername in Suriname op 25 februari 1980 en aan de Binnenlandse Oorlog en de slachting van vrouwen en kinderen in het marrondorp Moiwana in 1986. Hij wordt verder meermalen beticht van betrokkenheid bij drugstransporten. Voor zijn betrokkenheid bij de drugshandel is hij in Nederland bij verstek tot 11 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Bouterse hoort tot de ‘Groep van 16’ sergeanten die de coup van 1980 pleegden. Deze bestond uit de volgende personen: • Paul Bhagwandas (overleden) |
Brondenstein, Benny24 jaar (ten tijde van de sergeantencoup) |
Lid van de groep van 16,
couppleger.
|
betrokkenheid: |
Volgens Hardjoprajitno, een van de groep van 16, zag Brondenstein er in 1996 toen hij hem tegenkwam erg verwaarloosd uit. Hij was aan lager wal geraakt. ' Niemand van de jongens kijkt meer naar hem om. De revolutie heeft haar eigen kinderen opgegeten.' |
Caldeira, Winston |
Repatriant,
landbouweconoom, na de Oskom (organisatie van Surinaamse kommunisten)
lid van de linkse politieke partij de Palu (de Progressieve Arbeiders en
Landbouwers Unie), oud-minister van Financiën, consultant. Caldeira studeert in 1971 af aan de Landbouwhogeschool Wageningen in Nederland. Na de sergeantencoup in 1980 wordt Caldeira directeur van het Planbureau. |
Betrokkenheid: |
Halverwege 1981 volgt
hij Henry Neijhorst op als lid van de Surinaamse sectie van de Commissie
Ontwikkelingssamenwerking Nederland-Suriname (CONS). Toen Suriname in
1975 onafhankelijk werd, hield de CONS zich vooral bezig met het
toekennen van het verdragsgeld aan projecten in Suriname. Als directeur
van het Planbureau en als CONS-lid was Caldeira voorstander van
kleinschalige ontwikkeling. De dag na de Decembermoorden van 1982 treedt het kabinet-Neijhorst af en 3 maanden later treedt een nieuw kabinet aan met Winston Caldeira (Palu) als minister van Financiën en Planning. Van december 1983 tot januari 1984 zijn er grote stakingen in Suriname. In eerste instantie zijn die gericht tegen belastingverhogingen, maar later ook tegen de regering en het militaire bewind. Op 7 januari 1984 wordt de regering ontbonden waarmee een einde komt aan het ministerschap van Caldeira. Over zijn betrokkenheid zegt hij in een interview met De Ware Tijd het volgende: "Wanneer je onschuldig bent, heb je de neiging onverschillig te zijn en verwacht je dat de zaak overwaait. Ik heb het te lichtvaardig opgevat, ik ben nalatig geweest". Dat hij op 8 december 1982 in Fort Zeelandia was, noemt hij godsonmogelijk. Een getuige beweert van wel. Volgens Caldeira heeft hij rond die tijd constant gestaan aan het sterfbed van zijn vader. |
Carbière, Wim |
Was militair, nu caféhouder, neef van slachtoffer Bram Behr. |
betrokkenheid: |
Alle verdachten zouden op één of andere manier deel hebben gehad aan de moord op 15 critici van het militaire bewind op of omstreeks 8 december 1982. Tot de slachtoffers behoorden topmilitairen, politici, journalisten, vakbondsmensen en juristen. Alle 25 verdachten moeten op 30 november aanstaande voor de eerste maal voor de Krijgsraad verschijnen. |
Dendoe, Steven25 jaar (ten tijde van de sergeantencoup van 1982) |
Lid van de groep van 16,
couppleger. Volgens getuigenverklaringen zou hij als lid van de groep van 16 aanwezig zijn geweest in Fort Zeelandia. Dendoe zegt geen bemoeienis te hebben met wat er zich op 7, 8 en 9 december 1980 in het fort heeft voltrokken. |
Betrokkenheid: |
Dendoe zou samen met
andere militairen en Harvey Naarendorp in de drugshandel zitten of
hebben gezeten. In 1999 is hij vice-consul in Miami.
In Vrij Nederland van 1999 staat daarover: In oktober 1988 valt de politie een appartement binnen in Brazilië en vindt daar Bouterse, Rozendaal en Dendoe die een groot geldbedrag bij zich hebben. De politie had gehoord dat ze coke kwamen kopen maar ze viel te vroeg binnen en moet ze weer laten gaan. Behalve zij zouden ook Zeeuw, Abrahams, Bhagwandas en Tolud in de handel zitten. Harvey Naarendorp, de Surinaamse ambassadeur in Brazilië, begint daar ether, aceton en alcohol in grote hoeveelheden te importeren waarschijnlijk voor de productie van cocaïne. |
Dijksteel, Edgar Iwan |
Militair, chef
veiligheidsunit belast met de veiligheid van Bouterse |
betrokkenheid: |
Volgens de verklaring van Fred Derby was Dijksteel een van de 4 militairen die hem in de nacht van 7 op 8 december van huis ophaalde. Derby moest achterin plaatsnemen naast Dijksteel. Dijksteel verklaart zelf ook dat hij Derby en Kamperveen heeft opgehaald en ze op hun rechten heeft gewezen en verteld waar ze van werden verdacht. Hij heeft ze naar Fort Zeelandia gebracht en wist verder niet wat er met hen zou gebeuren. "Rozendaal had de leiding en reed toen we ze moesten ophalen", zegt hij. De opdrachten kwamen van de militaire leiding. Dijksteel heeft Bouterse niet gezien, wel Bhagwandas. Zijn unit was ondergebracht in Fort Zeelandia. Niemand mocht naar huis in verband met de onrustige situatie in het land. De volgende dag zag hij boven in een van de bastions de lijken over elkaar liggen. Ze vertoonden schotwonden, maar hij zag weinig bloed. Na 8 december is hij over de toedracht al verhoord door wijlen majoor Ausan van de militaire politie. |
Esajas, Roy29 jaar (ten tijde van de sergeantencoup in 1982) |
Lid van de groep van 16, couppleger. |
betrokkenheid: | Volgens de verklaring van Fred Derby, vakbondsleider en de enige overlevende van de Decembermoorden, is Esajas één van de militairen die hem in de nacht van 7 op 8 december kwam ophalen. Esajas zat achter het stuur. |
Geffery, Ernst37 jaar (ten tijde van de sergeantencoup) |
Lid van de groep van 16, couppleger. |
betrokkenheid: | Zijn taak was toen de mensen aan boord van het marineschip S 204 op de Surinamerivier te motiveren. Aan boord zaten 10 man, waaronder 3 van de groep van 16, Tolud, Brondenstein en Geffery zelf. |
Gorré, Arthy30 jaar (ten tijde van de sergeantencoup van 1980) |
Hij is lid van de groep
van 16, couppleger. Oud-marinier in het Nederlandse leger. Na 1975 is Gorré nog 11 jaar in dienst van het Surinaamse leger |
betrokkenheid: | Verder was Gorré,
commandant van de Echo Compagnie en oud-commando. In De Echo Compagnie
zaten de best getrainde specialistische militairen. Door de grimmige
sfeer in het land mocht niemand naar huis. Gorré met zijn Echo Compagne
en andere diensten werden ondergebracht in Fort Zeelandia. De totale
legerleiding was daar, maar de opdrachten werden door Bhagwandas
gegeven. Doordat er steeds meer mensen bijkwamen in het fort vertrok hij
met zijn mensen naar Geyersvlijt. Gorré wordt later ook adviseur van
minister van defensie, Siegfried Gilds. In 1993 volgt hij Bouterse op als bevelhebber van het Nationaal Leger in Suriname. Arthy Gorré krijgt van de toenmalige regering Venetiaan als opdracht mee, het leger te reorganiseren en te democratiseren. Gorré geniet steun van het hele Surinaamse kabinet en de vier leiders van de Nieuw Frontpartijen, die samen de coalitie vormen. Hij lijkt de ideale persoon om het leger naar de kazerne terug te sturen. |
Graanoogst, Ivan |
Was als officier niet
betrokken bij de coup van 1980. Hij heeft wel sympathieën en adviseert
daarna. |
betrokkenheid: | In 1982 onder het
militaire regime wordt Graanoogst in het Kabinet-Neijhorst, minister van
Cultuur, Jeugd, Sport en Voorlichting en minister van Leger en Politie.
Die ministerspost zou eigenlijk naar bataljonscommandant Henk Fernandes
gaan, maar deze komt enkele dagen voor de beëdiging van het kabinet om
het leven bij een helikopterongeluk in het buurland Guyana. Na de Decembermoorden in 1982 stapt het Kabinet-Neijhorst op. Enige tijd daarna wordt Graanoogst stafchef. In september 1984 wordt Graanoogst tijdelijk geschorst omdat hij verdacht wordt van corruptie. Later dat jaar als bekendgemaakt wordt dat justitie geen bewijzen heeft, wordt hij weer in zijn functie hersteld. Desi Bouterse neemt op 22 december 1990 ontslag als bevelhebber van het leger. Hij voelt zich onvoldoende gesteund door president Ramsewak Shankar in het conflict met de Nederlandse autoriteiten. De autoriteiten beletten Bouterse, die op doorreis Schiphol aandoet, met de pers te praten en Bouterse krijgt niet de egards die aan hoogwaardigheidsbekleders worden gegeven. Het ontslag wordt niet geaccepteerd. Op 24 december 1990 pleegt Ivan Graanoogst een staatsgreep. Graanoogst belt president Shankar op en zegt dat diens kabinet is afgezet. Deze coup gaat de geschiedenis in als de telefooncoup. Graanoogst neemt vervolgens tijdelijk de ambten van legerleider en president op zich. Bouterse blijft bevelhebber en de 77-jarige Johan Kraag wordt op 29 december 1990 president van Suriname. Van 1996 tot 2000 was Ivan Graanoogst directeur van het kabinet van president Wijdenbosch. Graanoogst stond op de verdachtenlijst van de Decembermoorden, maar is daar in 2007 afgehaald. |
Hardjoprajitno, John28 jaar (ten tijde van de sergeantencoup van 1980) |
Lid van de groep van 16,
couppleger.
Sergeant, in 1982 hoofd van de Centrale
Penitentiaire Inrichting Santo Boma, minister van Cultuur, Jeugd en
Sport. Tot 1996 leidt hij de Officiers Sociëteit en het landbouwbedrijf
van het leger te Wageningen. Hij is nu ambtenaar in Nederland. |
betrokkenheid: | Zijn naam komt niet voor
op een lijst uit 1985 van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS)
van de folteraars. Wel worden zeven leden van de commandogroep genoemd.
In januari 1983 ontstaat de verwijdering tussen het duo Horb-Hardjoprajitno en Bouterse. Net terug van een verjaardag, wordt Hardjoprajitno door drie leden van de commandogroep in zijn huis aangehouden op verdenking van het plegen van een coup tegen Bouterse. Als hij Fort Zeelandia wordt binnengebracht, ziet hij Horb geboeid op de grond liggen in zijn onderbroek. Hardjoprajitno krijgt zestien maanden cel. Met Horb loopt het minder goed af. Hij wordt dood aangetroffen in zijn cel. Zelfmoord, luidt de officiële lezing. Toch verzoent Hardjoprajitno zich na zijn vrijlating met Bouterse. In 1996 vertrekt hij naar Nederland. Hij stelt niemand op de hoogte. In een kranteninterview zegt Hardjoprajitno blij
te zijn met het 8 Decemberstrafproces, omdat hij nu in de gelegenheid
gesteld wordt om zijn onschuld te bewijzen. |
Hawker, Wilfred24 jaar (ten tijde van de coup) |
lid van de Groep van 16, couppleger. |
betrokkenheid: | Hawker wordt op 15 maart
1981 na een mislukte tegencoup gevangengezet. Op 11 maart 1982 wordt
Hawker bevrijd door Rambocus. Hij wordt op 13 maart 1982 gewond en
liggend op een brancard op televisie getoond en daarna geëxecuteerd.
Op 11 maart 1982, vroeg in de ochtend, trilt Suriname op zijn grondvesten. De radio meldt dat het land is overgenomen door Surendre Rambocus. Rambocus heeft die nacht de Memre Boekoe Kazerne overvallen en sergeant-majoor Wilfred Hawker uit zijn cel bevrijd. Hawker, lid van de Groep van 16, zat daar opgesloten, omdat hij een jaar eerder ook al een poging had gedaan om een coup te plegen. 'We gingen over tot daden opdat er een eind zou komen aan dictatuur, onderdrukking, terreur, machtsmisbruik, willekeur, misleiding en volksverlakkerij', zo zou Rambocus later zijn couppoging verklaren. Rambocus en Hawker verschijnen op die 11de maart op televisie. De volgende mededelingen worden gedaan: 'Het land is vanaf nu in handen van een Nationale Bevrijdingsraad en verlost van Desi Bouterse en zijn 'linkse revolutie'. Verder worden er op korte termijn vrije en geheime verkiezingen in het vooruitzicht gesteld. Hoewel de zogeheten Rambocuscoup is geslaagd - Bouterse zou zijn vluchtplannen al hebben gemaakt - gaat het mis. De bemanning van een van de pantserwagens, die Fort Zeelandia - waar Boutserse zich heeft verschanst - zou aanvallen, loopt over. Daardoor ontstaat verwarring. Bouterse en zijn mannen zien hun kans schoon en arresteren Wilfred Hawker en Surendre Rambocus. Met Hawker wordt, als dissident van de Groep van 16, keihard afgerekend. Zonder enige vorm van proces wordt hij standrechtelijk geëxecuteerd. Deze liquidatie wordt live door de Surinaamse televisie uitgezonden. Surendre Rambocus is een van de 15 mensen die in december 1982 geëxecuteerd wordt. |
Heidanus, Orlando Gerrit56 jaar |
Oud-militair, is in Nederland verhoord. |
betrokkenheid: | Heidanus was in 1982
ingedeeld bij de Militaire Politie (MP). Net als alle verdachten wordt
hij ervan verdacht op één of andere manier deel te hebben gehad aan de
moord op 15 critici van het militaire bewind op of omstreeks 8 december
1982. De dagvaarding van Orlando Heidanus hangt nu aangeplakt bij de ingang van de speciaal voor de Krijgsraad ingerichte zittingszaal op de militaire basis te Boxel. Deze openbare publicatie wordt gedaan als de woon– of verblijfplaats van betrokkenen niet (meer) te achterhalen zijn en/of de dagvaardingen niet persoonlijk overhandigd kunnen worden. Er wordt aangenomen dat Heidanus in Nederland woont. Als Heidanus niet op 30 november verschijnt, kan hij - als hij schuldig wordt bevonden - bij verstek worden veroordeeld. Wegblijven zal geen invloed hebben op de rechtsgang. |
Horb, Roygeboren in 1953overleden 2 februari 1983 |
Lid van de groep van 16,
couppleger. Garnizoenscommandant, majoor en
plaatsvervangend commandant van het Surinaamse leger. Na de staatsgreep
wordt Horb lid van de negen personen tellende Nationale Militaire Raad
(NMR). |
betrokkenheid: | In de loop van 1982
krijgen Desi Bouterse en Roy Horb verschil van mening over de te volgen
koers. Door internationaal isolement gedwongen zoekt Bouterse
toenadering tot de linkse regimes van Fidel Castro (Cuba) en Maurice
Bishop (Grenada). Horb is het met deze koers niet eens en gaat naar Pittsburgh voor overleg, zogenaamd met Henk Chin A Sen - internist en politicus - die daar een medische opleiding volgt. Na de militaire coup van 25 februari 1980 wordt Henk Chin A Sen in maart premier van Suriname. Van 1980 – 1982 is hij president. Hij zoekt Chin A Sen op, maar hij heeft ook contact met de CIA. Het verhaal doet de ronde dat toen zijn CIA-contactpersonen hem vroegen of ze iets voor hem konden doen, hij in al zijn naïviteit twee renpaarden vroeg, die ook keurig werden afgeleverd. Hierdoor lekken zijn contacten uit. Horb probeert nog een bestand te sluiten met vakbondsleider Cyrill Daal en André Haakmat, maar Bouterse ziet niets meer in een akkoord. Op 7 december worden zestien tegenstanders van het regime van hun bed gelicht. Op Fred Derby na worden ze allen vermoord. Horb zou door Bouterse zijn bevolen mee te doen. Hij moest de gevangenen een bekentenis afdwingen, desnoods met geweld. Samen met Bouterse en Bhagwandas zou Horb in het 'tribunaal' hebben gezeten. Doordat Horb voor Derby zou hebben gepleit wordt deze vrij gelaten. Op 30 januari 1983 wordt Horb gearresteerd. Hij wordt gevangengezet op verdenking van het ondermijnen van de staatsveiligheid. De beschuldiging luidt, dat hij betrokken was bij een complot om Bouterse te vermoorden. Op 2 februari 1983 wordt Horb dood aangetroffen in zijn cel in de Devil-strafbarak aan de voorzijde van het terrein van Fort Zeelandia. Hij zou om aan zijn executie te ontkomen – op militair verraad staat executie - zelfmoord hebben gepleegd door zich te verhangen aan het koord van zijn sportbroek. De dag voorafgaand aan zijn 'zelfmoord' wordt hij om circa 22.00 uur in zijn cel bezocht door Bhagwandas, Jules Brewster - een medische student - en een niet nader geïdentificeerde man. Zij bleven een uur in de cel van Horb. Na zijn dood verschijnt De Decembermoorden in Suriname Verslag van een ooggetuige. Een verslag – zo zou later blijken – geschreven door Jan Sariman. Sariman was oud–minister van Landbouw en Visserij in 1982 onder het militaire regiem van Bouterse. Het verslag zou zijn gebaseerd op mondelinge mededelingen van Horb. Horb had Sariman ook een notitie nagelaten: ‘Als ik mocht doodgaan bij een verkeersongeluk, door verdrinking of wat dan ook, weet één ding: ik ben vermoord. Vermoord door Desi en zijn bende.’ Horb is populair bij de bevolking. Na zijn dood gaan duizenden mensen de straat op. Bij de laatste gang van Horb ziet het zwart van de mensen. Duizenden mannen, vrouwen en kinderen staan langs de route. Alleen al op de begraafplaats zijn ongeveer tienduizend belangstellenden. Voor het eerst in de geschiedenis van Suriname moet de politie traangas gebruiken om de mensenmassa in toom te houden. De ministers Neijhorst en Graanoogst zijn aanwezig bij de plechtigheid. |
Kempes, Kenneth, Roel54 jaar |
Oud-militair, functie
korporaal. |
betrokkenheid: | Formeel maakte Kempes
deel uit van de zogenaamde Verzorgingscompagnie, maar fungeerde volgens
insiders in de praktijk als lijfwacht van Bouterse. Zijn naam wordt genoemd bij de mensen, die aanwezig waren op de bewuste dagen. In het dossier staat bij een verhoor van een van de verdachten dat hij samen met Kempes de schoten van Uzi’s hoorde en gegil van de verdachten. Kempes zou toen gezegd hebben: "A Bakk e soetoe deng man". (vertaling: Bakk is op die mannen aan het schieten!) Bhagwandas werd Bakk of Bakkie genoemd. Van Kempes is de verblijfplaats onbekend. Zijn dagvaarding hangt daarom ook aangeplakt bij de ingang van de speciaal voor de Krijgsraad ingerichte zittingszaal op de militaire basis te Boxel. Deze openbare publicatie wordt gedaan als de woon– of verblijfplaats van betrokkenen niet (meer) te achterhalen zijn en/of de dagvaardingen niet persoonlijk overhandigd kunnen worden. Als Kempes niet op 30 november verschijnt, kan hij - als hij schuldig wordt bevonden - bij verstek worden veroordeeld. Weg blijven zal geen invloed hebben op de rechtsgang. |
Krolis, Iwan |
Was voorzitter van de
Palu (Progressieve Arbeiders- en Landbouwers Unie), de politieke partij
die nauwe banden onderhoudt met het militaire regime. |
betrokkenheid: | Fred Derby zou Krolis in Fort Zeelandia hebben ontmoet op 8 december. |
Leeflang, Franklin (Frank) J. |
Jurist, diplomaat en politicus. |
betrokkenheid: | Na de sergeantencoup van
1980 wordt hij minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet onder
leiding van Henk Chin A Sen. Op 31 maart 1982 wordt Leeflang tevens
minister van Justitie in het Kabinet met Henry Neijhorst als premier. Na
de Decembermoorden van 8 december 1982 stapt het hele kabinet op. In februari 1983 keert Leeflang terug in het
kabinet-Alibux als minister van Binnenlandse Zaken en Justitie. Mede
door grote stakingen in december 1983 en januari 1984 komt dit kabinet
ten val. Desi Bouterse, die destijds leiding had gegeven
aan de sergeantencoup, installeert hierop op 25 januari 1984 een
'denkgroep. Deze adviesgroep zou zich onder meer gaan bezighouden met de
opstelling van een regeringsprogramma. Leeflang wordt voorzitter en zit
namens de revolutionaire leiding in deze adviesgroep. In 1985 wordt de samenstelling van het kabinet
aangepast. Leeflang komt niet meer terug als minister. Begin 1986 wordt
hij benoemd tot ambassadeur van Suriname bij de ACS-staten in Brussel.
In december 1996 is Leeflang kandidaat Procureur-Generaal. President Jules Wijdenbosch (NDP) wil hem graag in die functie benoemen. Op het laatste moment gaat dit niet door, omdat de voorgenomen benoeming om meerdere redenen tot protesten leidt. • Leeflang's lidmaatschap van een politieke
partij: de NDP. Frank Leeflang samen met Ramon de Freitas, Eddy Bruma en Ludwig Waaldijk horen tot het Surinaamse verdedigingscollectief van Bouterse, toen deze in Nederland werd beschuldigd van handel in cocaïne. |
Lewis, Luciën55 jaar |
Oud- militair. Lewis maakte deel uit van de zogenaamde Verzorgingscompagnie, maar fungeerde volgens insiders in de praktijk als lijfwacht van Bouterse. |
betrokkenheid: | In mei 2002 vertrekt een
onderzoekscommissie onder leiding van rechter-commissaris Albert
Ramnewash naar Nederland om verdachten en getuigen te horen. Deze keer
worden onder andere de ex-militair Luciën Lewis gehoord. Lewis was toen
lijfwacht van legerleider Desi Bouterse. Over dit bezoek zegt de
toenmalige minister van Justitie en Politie, Siegfried Gilds, dat
bepaalde personen 'hun twijfel hebben overwonnen' en willen meewerken
aan het onderzoek. De dagvaarding van Luciën Lewis hangt nu
aangeplakt bij de ingang van de speciaal voor de Krijgsraad ingerichte
zittingszaal op de militaire basis te Boxel. Deze openbare publicatie
wordt gedaan als de woon– of verblijfplaats van betrokkenen niet (meer)
te achterhalen zijn en de dagvaardingen niet persoonlijk overhandigd
kunnen worden. Er wordt aangenomen dat Lewis in Nederland woont. |
Naarendorp, Harvey |
Was oud-minister van
Buitenlandse Zaken, adviseur van Desi Bouterse en politiek adviseur van
de Nationale Militaire Raad (NMR). Naarendorp wordt in 1984 ambassadeur
in Mexico en omstreeks 2000 ambassadeur in Trinidad en Tobago. Naarendorp studeert rechten aan de Universiteit van Amsterdam en geeft les aan de rechtenfaculteit van de universiteit in Paramaribo. Naarendorp is een belangrijke politieke adviseur van de Nationale Militaire Raad (NMR). Hij zou leiding hebben gegeven aan de volksmilities, die begin jaren tachtig gewapend worden ingezet om stakers te bedreigen en te molesteren. Tot 1981 is Naarendorp secretaris van de Commissie
Ontwikkelingssamenwerking Nederland-Suriname (CONS). Daarna volgt hij
André Haakmat op als minister van Leger en Politie, Justitie en
Buitenlandse Zaken. |
betrokkenheid: | Volgens een verklaring,
die Roy Horb na de Decembermoorden aflegt aan minister Sariman
(opgetekend in 'De Decembermoorden in Suriname Verslag van een
ooggetuige'), is Naarendorp ook lid van de 'bloedraad'. Die zou op 8
december 1982 bijeengekomen zijn om over het lot van de arrestanten mee
te beslissen. De Groep van 16 had toen al besloten, dat de vermeende
coupplegers moesten worden gedood. Naarendorp zou hebben gezegd, dat het moest lijken alsof de verdachten op de vlucht waren gedood. In de televisieverklaring van Bouterse over de toedracht in het fort wordt die verklaring gehanteerd. De verklaring zou mede door Naarendorp zijn opgesteld. Verder zou Naarendorp op 8 december ook in Fort Zeelandia zijn geweest. Volgens Horb heeft Naarendorp, terwijl de executies aan de gang waren, het fort verlaten. Hij wankelde als een dronkeman. Na de moorden stapt hij op als minister van Buitenlandse Zaken en trekt zich een tijd terug. |
Nelom, John23 jaar (ten tijde van de sergeantencoup in 1982) |
Lid van de groep van 16,
couppleger. |
betrokkenheid: | terug naar overzicht |
Ritfeld, Edgar |
Ex-legerofficier. |
betrokkenheid: | Edgar Ritfeld zweert
onschuldig te zijn aan de executies. Ritfeld wordt ervan beticht één van
de slachtoffers vervoerd te hebben vanuit de gevangenis te Santo Boma. terug naar overzicht |
Rozendaal, Ruben23 jaar (ten tijde van de sergeantencoup in 1982) |
Lid van de groep van 16,
couppleger. Hij was toen belast met de
verovering van de marinebasis en de Memre Boekoe Kazerne, het overnemen
van de munitiebunker aan de Dhoekiweg en het hoofdbureau van politie. |
betrokkenheid: | Volgens de verklaring van Fred Derby, vakbondsleider en de enige overlevende van de Decembermoorden, is Rozendaal één van de vier militairen, die Derby thuis ophaalt in de nacht van 7 op 8 december 1982. Bij Fort Zeelandia aangekomen wordt Derby door Rozendaal overgedragen aan Bhagwandas en Brondenstein. Ook André Kamperveen zou in die bewuste nacht opgehaald zijn door Guno Mahadew (overleden) en Rozendaal. Rozendaal zou ook de leiding hebben gehad bij het laten ophalen van de verdachten. |
Sariman, Jan10 december 1938 – 10 september 2000 . Op 61 jarige leeftijd overlijdt Jan Sariman in Nederland als gevolg van zelfdoding. |
|
Betrokkenheid: | De Surinaamse
oud-minister van Landbouw werd in Surinaamse kring vooral bekend, omdat
de toenmalige majoor Roy Horb, na Bouterse de tweede man in het leger,
hem vertelde over de 'Decembermoorden' uit 1982. Dit ooggetuigeverslag
werd opgetekend in 'De Decembermoorden in Suriname Verslag van een
ooggetuige'. Het geschrift, dat door betrokkenen in de Surinaamse
gemeenschap overigens op een aantal punten als onbetrouwbaar en
eenzijdig wordt gezien, is een van de dossierstukken Sariman berooft zich van het leven nadat bekend wordt, dat hij van fraude werd verdacht wegens verduistering van ruim drie ton aan subsidiegeld. De oud-bewindsman was penningmeester van de Beheersstichting Samenwerkingsverbanden Etnische Minderheden (BSEM) en moest daarvoor terechtstaan. Sariman had de BSEM-subsidiegelden gebruikt voor eigen investeringen in projecten in Suriname. Sariman hoopte dat deze investeringen geld zouden opleveren, waarna het geleende geld zou worden terugbetaald aan de stichting. Sariman genoot veel aanzien, vooral in de Javaanse
gemeenschap in Suriname en Nederland. |
Sital, Badrissein |
Lid van de groep van 16,
couppleger. Voorzitter Nationale Militaire
Raad, voorzitter van de raad van bestuur van het landbouwbedrijf van het
leger te Wageningen, oud-minister van Volksgezondheid . Nu: prominent
lid van de NDP. |
betrokkenheid: | Voorafgaand aan de
moorden in oktober 1982 werd de volksmilitie gewapend ingezet om
stakerste bedreigen, te intimideren en te molesteren. De stakingen
werden aangekondigd door de Moederbond. De algemene leiding van deze
campagne was in handen van de ministers Badrissein Sital en Harvey
Naarendorp. Badrissein Sital, lid van de groep van 16, was volgens een getuigenverklaring in Fort Zeelandia tijdens de executies. Alle leden van de groep zouden aanwezig zijn geweest. Sital was militair, maar beweert als minister ontlast te zijn geweest van zijn militaire taken en onschuldig te zijn. Hij wil dan ook geen amnestie. Sital heeft wel een verzoekschrift ingediend om van de verdachtenlijst gehaald te worden. Dat is niet gebeurd. Hij verwacht te worden vrij gesproken. |
Stolk, Jimmy Leonard |
Was militair, nu ondernemer. |
betrokkenheid: | Stolk wordt er onder meer van verdacht de veroordeelde militair Sheombar in de vroege ochtend van 8 december 1982 wederrechtelijk uit de gevangenis van Santo Boma te hebben gehaald en in zijn privé-voertuig naar het Fort Zeelandia te hebben gebracht. Stolk beweert, dat hij in opdracht van de toenmalige militaire leiding de veroordeelde Sheombar voor verhoor naar Fort Zeelandia moest brengen en dat Sheombar buiten zijn medeweten in de ochtend van 8 december 1982 is doodgeschoten. |
Themen, Imro |
Tegenwoordig is Imro
Themen, mede-eigenaar van het Surinaamse radiostation Kankantrie. Bij
het radiostation werken alleen christenen. Het station richt zich op een
zo groot mogelijk publiek. Volgt de politiek en de actualiteit op de
voet en heeft een populair, kritische toon. Themen is lid van de
Nationale Democratische Partij (NDP), maar heeft kritiek op hoe de
partij wordt geleid. Naast het radiostation is Kankantrie ook een
politieke beweging, die veranderingen in de samenleving stimuleert.
Hoewel de beweging voornamelijk bestaat uit NDP-leden opereert de
beweging los van de partij. |
betrokkenheid: | Themen was jarenlang
voorlichter van de NDP, de politieke partij waar Bouterse de voorzitter van is. Hij zou tijdens de bewuste decembernacht in Fort Zeelandia aanwezig zijn geweest. Fragment uit Rechtspraak op de vierkante kilometer, Vrij Nederland: Alleen al het trage tempo waarin het zich ontwikkelt, vormt volgens advocaat Kanhai een zware belasting voor zijn cliënt. 'Hier wordt wel iemand van moord beschuldigd. Kunt u zich voorstellen wat dat emotioneel betekent voor zijn familie en vrienden?' Themen vertelt, dat
hij op de helft is van de stapel ordners. Niet dat hij Als lid van de Palu (Progressieve Arbeiders – en
Landbouwers Unie) houdt hij zich bezig met massacommunicatie. |
Zeeuw, Marcel27 jaar (ten tijde van de sergeantencoup van 1982) |
Lid van de groep van 16,
couppleger.
Luitenant-kolonel, voormalig hoofd van de Militaire Politie en directeur van het kabinet van legerbevelhebber Arthy Gorré. Zeeuw heeft in 1983 de VN-rapporteur Amos Wako, die onderzoek kwam doen naar de Decembermoorden in Paramaribo, begeleid. |
betrokkenheid: | Zeeuw zou volgens
getuigenverklaringen in het fort aanwezig zijn geweest, zoals alle 16
leden van de groep van 16. In december 1993, wordt Zeeuw, toen directeur van het kabinet van legerbevelhebber Arthy Gorré, verdacht van handel in cocaïne. Justitie slaagt er niet in Zeeuw te arresteren. Hij verschanst zich met zwaar bewapende vertrouwelingen in en rond zijn club Waterfall te Geyersvlijt, een wijk in Paramaribo-noord. Het arrestatieteam van de politie keert onverrichter zake terug. Vanuit zijn club gaf Zeeuw een persconferentie en zei toen, dat hij niet gearresteerd kan worden. Hij verklaart hoe hij door de zakenman Birtantie, die ook van handel in drugs wordt verdacht, benadeeld is. Zeeuw zou geld aan hem geleend hebben. Het was Desi Bouterse, die Zeeuw beweegt zich toch aan te geven bij Justitie. Terwijl hij officieel in voorarrest zit, wordt Zeeuw regelmatig in het openbaar gesignaleerd. Justitie doet niets. In januari 1994, twee weken na zijn voorarrest, wordt hij op vrije voeten gesteld wegens gebrek aan bewijs. In een reactie bij Radio ABC zegt Zeeuw, dat hij nog niet klaar is met Birtantie en dat hij zijn geld gaat halen. In maart 1994 wordt Zeeuw weer opgepakt, nu wegens mishandeling van een vrouw, die in zijn Club Waterfall werkzaam is. Maar de grootste zaak kwam eind juli 1994,wanneer Zeeuw onder andere samen met Dino Bouterse gearresteerd wordt. Volgens de toenmalige minister van Justitie, Girjasingh weten zij alles over de vermissing van drie buitenlanders, waarvan er één zelfs geliquideerd zou zijn. Het was Bouterse, die met behulp van zijn eigen inlichtingendienst, de drie buitenlanders weet op te sporen en aan Justitie overdraagt in ruil voor vrijlating van zijn zoon Dino. Na twee weken wordt Zeeuw wegens gebrek aan bewijs op vrije voeten gesteld. Gestoken in militair tenue, geeft de verontwaardigde Zeeuw een persconferentie in reactie op uitlatingen van de auditeur-militair. Deze zou gezegd hebben, dat Zeeuw, de sluwe vos, er weer doorheen was geglipt. Hij stort zich in diverse ondernemersactiviteiten zoals de Miss-verkiezingen in Suriname. Als hij in 1999 met Miss Suriname, Farida Breeveld, naar het Kwakoe-festival in Amsterdam wil, wordt hem een visum geweigerd. Hij zou een gevaar zijn voor de Nederlandse staat. Hij getuigt in Nederland nog wel in de drugszaak van Bouterse. Na zijn verhoor dient hij bij de politie in Den Haag een strafklacht in wegens smaad, laster, beledigingen en het aantasten van zijn goede naam en eer. Hij wordt daar door het Copa-team weer opgepakt. |
Bron/Copyright: |
|
Nickerie.Net / MTNL |
24-12-2007 |
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2007. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics