Nickerie.Net, dinsdag 27 mei 2008


Geldstroom migranten driemaal bedrag ontwikkelingshulp

26/05/2008

UTRECHT - Migranten uit ontwikkelingslanden dragen op verschillende manieren bij aan bij de strijd tegen extreme armoede en honger, het terugdringen van ziekten en de creatie van onderwijskansen voor kinderen: hun geldbijdrage aan familie in het thuisland vermindert de armoede met minstens één procent. Elk jaar sturen bijna tweehonderd miljoen migranten in het Westen zo’n 300 miljard euro naar hun thuisland. Dat is meer dan drie keer het bedrag voor ontwikkelingshulp. In de thuislanden ontvangen ongeveer 20 procent van de huishoudens die zogenaamde "remittances", die goed zijn voor twee derde van hun inkomsten. Meer dan 60 procent van het ontvangen geld gaat naar voedsel, huishouden en kleding. Slechts tien tot twintig procent van het geld wordt gebruikt om te sparen of te investeren. Samen met Oxfam Novib zocht COS Utrecht, het regionale centrum voor internationale samenwerking, zaterdag tijdens een internationale conferentie naar de mogelijke rol van die geldstromen in het bereiken van de millenniumdoelen.

Migranten als ziekteverzekering “Bij de ontvangers van het geld ontbreekt vaak het nodige vertrouwen en de financiële kennis om in het onderwijs en de gezondheidszorg van hun familie te investeren”, zegt Leila Rispens-Noel van Oxfam Novib. “We moeten deze mannen en vrouwen leren hoe ze met het geld moeten omgaan." Rispens-Noel pleit ook voor meer concurrentie voor de geldovermakingskantoren. "En we proberen migrantenorganisaties met de microfinancieringsinstituten in contact te brengen. Het is hard nodig om overal en bij iedereen bewustwording te creëren.

Zo hebben miljoenen mensen in de Filippijnen geen ziekteverzekering. Als ze onverwacht dringend hulp nodig hebben, bellen ze naar het buitenland; de migranten zijn dus eigenlijk hun verzekering” aldus Rispens. Een goed voorbeeld van zo’n samenwerking vormt de Zacateekse Federatie van Efrain Jimenez. De Mexicaanse migrantenorganisatie uit Los Angeles heeft voor meer dan 120 miljoen dollar geïnvesteerd in zo’n 1500 sociale infrastructuurprojecten in Mexico, van scholen en ziekenhuizen tot zonnepanelen, wegen en drinkwatervoorzieningen.

“We vonden dat die projecten eigenlijk de plicht van de overheid waren, maar zijn er toch in de jaren 60 zelf mee begonnen” verduidelijkt Jimenez. Het project groeide snel uit tot een officieel programma waarbij verschillende overheden een dollar bijleggen voor elke dollar die migranten in het programma investeren. “In Mexico zien we nu dat dingen veranderen. De regering ziet de migranten inmiddels als serieuze partners. Migranten dragen bij aan de lokale economie met geld en met kennis uit de andere landen.”

"Geldstroom is privé-zaak" Net als Jimenez pleiten Oxfam Novib en Cos Utrecht voor een betere samenwerking tussen migranten-, microfinancierings- en ontwikkelingsorganisaties, burgers, banken én de beleidsmakers. De vertegenwoordiger van de Directie Duurzame Economische Ontwikkeling van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, Ronald Goldberg, gelooft echter niet dat de Nederlandse regering veel kan doen. “Onze vorige minister van Ontwikkelingssamenwerking, Agnes van Ardenne, was heel duidelijk over de remittances. Ze noemde de geldstroom een privé-zaak: geld dat van privé-mensen naar privé-mensen gaat en waar de overheid niet moet aan raken.”

De huidige Nederlandse minister Koenders heeft volgens Goldberg meer interesse. “Over enkele maanden wordt de beleidsnota over migratie en ontwikkeling naar het parlement gestuurd. Als regering is onze rol echter erg beperkt. We kunnen slechts zorgen dat het geld overgemaakt kan worden. We proberen de markt transparanter te maken en we zorgen dat de transactiekosten lager worden.

Wat we willen is armoedebestrijding tegen de laagste kosten: geld dat direct van het westen naar de mensen in het zuiden gaat. Misschien kunnen de remittances de ontwikkelingssamenwerking over twintig of dertig jaar zelfs vervangen.” “De geldstroom van migranten vormt een potentiële bijdrage in ontwikkeling, maar de geldstroom mag nooit een substituut voor ontwikkelingshulp zijn” reageert Rispens. “In de praktijk blijkt dat de economie van veel ontwikkelingslanden te afhankelijk is van de geldstroom van migranten. Zonder die geldstroom zou een land als de Filippijnen gewoon failliet gaan.”

Hip thema “Migratie vindt altijd plaats in een economische en politieke context”, schetst Manuel Orozco, werkzaam als Director Remittances bij Inter-American Dialogue en verbonden aan de Georgetown University in de Verenigde Staten. “Zo is het aantal migranten uit Latijns-Amerika in de Europese Unie verhoogd sinds de vrijhandelsakkoorden getekend zijn. Geldtransfers halen mensen écht uit de armoedecontext. Bij de plattelandsbevolking is de impact van zo’n zending zelfs groter dan op plekken waar veel buitenlandse investeringen terechtkomen of andere kapitaalbronnen economische enclaves vormen.”

“Het gaat mij om het dichten van het grote gat tussen de inkomsten en de uitgaven” aldus Orozco. “Tot voor kort wisten regeringen niet eens dat een enorme groep mensen zoveel miljarden aan geld verstuurde en het kon hen ook niets schelen. Ik leer ze de patronen herkennen. Praten over remittances schijnt plots erg sexy.” “Het thema is inderdaad helemaal hot” bevestigt Marjolein Veldman, programmamanager bij het Marokkofonds. “Bij de tweede en derde generatie hoogopgeleide Marokkanen in Nederland zie je een aangewakkerde bewustwording en belangstelling voor het thuisland.”

“Geregeld geld storten zorgt in elk geval voor betere leefomstandigheden in het Zuiden” verkondigt Veldman. “De ongeveer 325.000 Marokkaanse migranten maken per jaar tussen de 93 en 132 miljoen euro over naar familie in Marokko. Dit geld betekent indirect niet alleen een bijdrage aan minstens zes millenniumdoelstellingen, maar uiteraard ook de directe extra inkomsten voor consumptie, onderwijs en gezondheidszorg. In Noord-Marokko, in het Rifgebied, is dertig procent van de mensen zelfs afhankelijk van het geld van naaste familieleden die in het buitenland werken. Het niet ontvangen van dit geld zou een regelrechte ramp betekenen.”

Veldman beseft dat remittances private geldstromen blijven. “Het debat wordt vaak beheerst door geld dat mensen voornamelijk aan het huishouden besteden en uitgeven bij het bouwen van huizen. Maar je kunt migranten niet verplichten dat ze hun geld ánders moeten besteden. Je kunt mensen wel bewust proberen te maken via allerlei onderwijsprojecten. Als we over de millenniumdoelstellingen praten, mogen we de ‘social remittances’ ook niet onderschatten, de kennistransfer is net zo belangrijk als de geldstroom. Zeventig procent van onze donaties komt van jongeren tussen de zestien en 35 jaar. Ze groeien op in Nederland met de hier geldende waarden over democratie en die gaan vaak veel verder dan de handje contantje geldoverdracht.”-. IPS

Wat Suriname betreft blijkt dat geldovermakingen naar het thuisfront – van in het buitenland wonende Surinamers – in 2007 zijn gestegen tot 115 miljoen US dollar. Dertien miljoen meer dan de 102 miljoen US dollar in 2006, meldde het Multilateraal Investeringsfonds (MIF) in zijn jaarlijkse rapport over geldovermakingen naar Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Het MIF is het financieringsinstituut binnen de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB).

Het belangrijkste deel van dit geld wordt besteed aan voeding, onderdak, kleding en medicijnen. Het overgrote deel van de overmakingen wordt gedaan door familie in Nederland en komt neer op ongeveer 5,8 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP). In 2007 was het BBP meer dan 5,3 miljard Surinaamse dollar.-.

 

Bron/Copyright:

Nickerie.Net / de Ware Tijd

26-05-2008

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2008. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics