Nickerie.Net, dinsdag 03 juni 2008


Armoede in vruchtbaar land: Onverteerbaar

Iwan Brave

Als kind hoorde ik hier in Nederland altijd het exotisch mythologische verhaal over Suriname dat je maar een stok in de grond hoeft te steken en het begint te bloeien. Dit vanwege de ongekende vruchtbaarheid van de Surinaamse bodem. Ik dacht altijd dat het een figuurlijke uitspraak was. Tot ik op een dag – als volwassen remigrant – bij een vriend op bezoek was. Om zijn erf stond een prachtige haag van zonnebloemen. Omdat ik zo onder de indruk was, kapte hij een aantal stengels in moten. “Je moet ze alleen in de grond steken en elke dag een beetje bewateren”, zei hij. Ik kon mijn ogen niet geloven toen na enkele dagen al kleine groene puistjes op de stengels verschenen. En binnen no time sproten nieuwe bladeren als een fontein en hadden ook wij een prachtige haag van zonnebloemen.

Een andere kennis had langs haar keukenraam een keur aan peperplanten. “Ik heb helemaal niets geplant”, zei ze desgevraagd. “Ik gooi die zaadjes gewoon naar buiten en dan komen ze vanzelf. En sommige verplaats ik voordat ze groot zijn.” En die pepers waren watertandend heet en smaakvol. Nadat wij een keer waren verhuisd naar Livorno en een groot erf hadden, spuugde ik uit gewoonte vanaf de veranda meloenpitjes op de grond. En op een dag verschenen her en der tere vingerplantjes in het schelpzand. “Dat zijn meloenplantjes?” zei mijn Aucaanse vrouw en keek me aan met een blik van: ‘yu fosten juka’. De meeste plantjes kwamen niet tot volle bloei omdat we ze vertrapten. Maar toch hebben wij één keer honingzoete meloen van eigen erf gegeten. Spugend gezaaid. Alleen al dat idee gaf de smaak van magie.

Het is eigenlijk niet normaal het groot aantal soort vruchten en eetbare gewassen dat haast vanzelf op Surinaamse erven groeit. Advocado’s, sinaasappels, zuurzak, kersen, manja’s, suikerriet, birambi, pomesitaire, olijven, kokosnoten, klaroen, bitawiri, tajerblad… En wat dacht je van papaja en cashew; wereldwijd duurbetaald, maar in Suriname achteloos op het erf. Vooral als het manjatijd is weet je gewoon niet wat je ermee moet. Als je mensen manja’s aanbiedt, dan kijken sommigen met een blik dat ze hun buik vol van manja hebben. Op erven ontstaan bergen van bij elkaar geharkte manja’s waar bijtjes en vliegen erop afkomen. In de omgeving hangt dan de geur van gistende manja.

Men pleegt te zeggen: ‘De revolutie eet haar eigen kinderen op.’ Nou, van Suriname kan je stellen: ‘Het land voedt zijn eigen kinderen.’ Maar toch. De ooit florerende rijstindustrie van Nickerie is vrijwel ter ziele. De ooit florerende bacovenindustrie van Jarikaba is vrijwel ter ziele. De ooit florerende suikerindustrie van Mariënburg is allang ter ziele. Terwijl internationale onderzoeken hebben uitgewezen dat de Surinaamse landbouwindustrie niet te kampen heeft met natuurrampen zoals cyclonen, droogten, overstromingen of hardnekkige schimmels. De enige ramp die de Surinaamse landbouwsector teistert is de politiek. Als ik er niet weer had gewoond dan had ik gedacht dat ook dit vooral figuurlijk bedoeld was. Maar nee, ik heb met eigen ogen mogen aanschouwen hoe individuele en partijbelangen ertoe leiden dat van alles in Suriname de nek wordt omgedraaid. Alleen maar omdat politieke en vakbondsleider elkaar het daglicht in het zonovergoten land niet gunnen, crepeert er zowel de grootschalige als kleinschalige landbouwindustrie. Dat is ook de reden waarom cashewbomen vooralsnog sierbomen blijven.

De VN maakt zich ernstig zorgen over dreigende voedseltekorten en de stijgende voedselprijzen in de wereld. Zo zal de prijs van rijst de komende tien jaar met maar liefst dertig procent stijgen. “Wij zien rijst nu als goud”, zegt de minister van Handel van het straatarme Cambodja, dat sinds medio jaren negentig twee tot vier miljoen ton rijst per jaar produceert. Flink meer dan de lokale bevolking opkan. En terwijl ik dit nieuws tot mij neem, dan denk aan ons ongekend vruchtbaar Suriname, ooit een trotse regionale rijstschuur, ooit een trotse bacovenexporteur.

Suriname heeft geen vruchteloze ontwikkelingsprogramma’s nodig of ingewikkelde landbouwtechnieken. Maar saamhorigheid in ontwikkelingsvisie. Maar ja, als bijna zo’n dertig voornamelijk splinterpartijen strijden om slechts 51 parlementszetels, dan begrijp je hoe het vrijwel onmogelijk is alle hoofden één richting op te krijgen. Er is veel brood te halen in een wereld van voedselschaarste en hoge voedselprijzen. Suriname hoeft er – bij wijze van spreken dan – slechts een stok in de grond voor te steken. Maar politieke verstoktheid steekt hier vooralsnog een stokje voor. Leven in armoede in een ongekend vruchtbaar land met toenemende voedselprijzen. Dat is nog eens wat ik noem onverteerbaar. Hier geldt letterlijk: terwijl het gras groeit, sterft het paard.

Iwan Brave

Bron/Copyright:

Nickerie.Net / Iwan Brave

01-06-2008

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2008. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics