Nickerie.Net, donderdag 07 augustus 2008
Herman Snijders: professioneel veel mis met Suripop
Rosita Leeflang, 06/08/2008
Paramaribo - “Ik heb als jurylid voor het uitkiezen van het beste arrangement opgemerkt dat een paar arrangeurs zeer onethisch zijn. In die zin dat wanneer de basisgedachte van de liedschrijver er is –ik praat niet over een componist, want dat zijn ze niet–, dan moet de arrangeur dat kunnen accommoderen. Als arrangeur moet je niet je eigen stempel proberen te drukken op het nummer met alle gevolgen van dien.” Aan het woord is componist en directeur van de Nationale Volksmuziekschool Herman Snijders, die in gesprek met de Ware Tijd zijn ongezouten mening geeft over Suripop XV.
Herman Snijders, directeur van de Nationale Volksmuziekschool
Als nieuw element aan dit festival werd een jury samengesteld die het beste arrangement moest uitkiezen. Ernesto van Dal was er het dichtst bij, zegt Snijders. Zijn arrangement van Perres Perres Pinda werd de beste voor deze editie. Snijders zegt dat sommige arrangeurs de basisgedachte van de inzender buitenspel zetten. “Wanneer iets goed is, moet dat als uitgangspunt worden gebruikt en niet de eigen creativiteit de boventoon laten voeren.” De componist zegt verder dat alhoewel de dingen in samenspraak moeten lopen, liedjesschrijvers ook moeten kunnen loslaten. “Kijk, bepaalde nummers hebben soms wel 50 arrangementen, maar met elk nieuw arrangement krijgt het nummer toegevoegde waarde.”
Arrangement orkestreren Een arrangement kan namelijk op verschillende manieren duidelijk worden gemaakt. Zo kan een complex nummer zodanig worden gearrangeerd dat het toegankelijk wordt voor beginners. Of omgekeerd: iets simpel zodanig arrangeren dat het een uitdaging wordt voor gevorderden en professionals. Nog een optie is dat er aan een nummer bijvoorbeeld een intro, toonsoortwisseling en een slot worden toegevoegd. Een arrangement moet ook georkestreerd kunnen worden. “Wanneer je schrijft moet je de klanken al in je hoofd hebben. De juiste instrumentencombinatie moet je maken zodat het nummer kleur krijgt, zoals het toepassen van bepaalde effecten.” Naar zeggen van Snijders verlaten arrangeurs zich op klanken van de keyboard met de hoop dat een live orkest het speelt.
Wat voor Snijders niet door de beugel kan, is dat bij deze Suripop de arrangeurs werken hebben ingeleverd die nog door anderen moesten worden uitgeschreven voor het orkest. “Dan heb je niet het recht jezelf een arrangeur te noemen, want je jaagt de organisatie in de kosten. Alles moet worden aangeleverd zodat de orkestleider zonder problemen het nummer kan instuderen. Voor nu is het toegestaan, maar het is niet de werkwijze.”
Geen rolmodellen De componist stelt verder dat als wordt gekeken naar ons gedrag bij Suripop XV, het een afspiegeling is van ons denken. Het gaat dan om ons gedrag met betrekking tot kunst in het algemeen en muziek in het bijzonder. “Wij gaan er niet bewust mee om en dulden geen kritiek.” De oorzaak daartoe moet volgens hem worden gezocht in het gegeven dat er geen rolmodellen zijn in de muziekwereld. En als die rolmodellen er wel zijn, “dan weigeren we die te accepteren, dus staan we voor een verschrikkelijk dilemma.
Als we op deze manier doorgaan door met pretenties rond te lopen en er al denken te zijn, ons verlaten op Suripop en twee jaar lang niets doen, dan kunnen we het vergeten. Kijk maar, in de afgelopen zes tot acht jaar: mensen zitten te wachten op Suripop om iets te ondernemen.” Snijders trekt daarop de vergelijking met rappers die veel meer initiatief nemen en nog met de beperkte middelen die ze ter beschikking hebben. Liedjesschrijvers daarentegen zitten te wachten op Suripop om iets te doen.
Niveau achteruit Over het niveau van Suripop is Snijders het eens met velen die zeggen dat het achteruit gaat. De inhoud van de teksten en de liederen verkeren in een vicieuze cirkel. “Titels lijken ontzettend op elkaar.”
Als voorbeeld noemt de componist het voorval waarbij enkele jaren geleden de prijs bijna aan de verkeerde compositie werd toegekend, omdat twee titels op elkaar leken. “Ze zijn zeer beperkt in creativiteit en fantasie. Als je een liefdesnummer schrijft, kan je het ontzettend spannend maken zonder de woorden ‘ik hou van je’ te gebruiken. En toch weet je dat het gaat over een intense en innige liefde”, verzucht Snijders. Hij citeert daarop uit een lied van The Beatles ‘I need someone to love me eight days a week’.
Teksten van anderen worden niet geanalyseerd en zelf nadenken gebeurt al helemaal niet. Metaforen ontbreken, terwijl het Sranan zich goed daarvoor leent. “Als we dat niet kunnen, dan begrijpen we onze taal niet.” Waar ook niet op wordt gelet, is woordritme en woordaccent. Ook tempo en tekst zijn belangrijk. “Laat me voorop stellen dat ik het goed vind dat jonge mensen meedoen, maar ik ben bang dat de begeleiding ontbreekt. Want het technisch zingen om een melodie heen kunnen ze niet. Daar zijn ze te ‘groen’ voor.”
Herman Snijders dWT foto/ Roy Ritfeld
Surinaamse tekstschrijvers hebben te weinig aandacht voor dingen die om hun heen gebeuren. Snijders noemt voorbeelden van internationale songs over een barbershop of Central Park in New York. Ook in Suriname zijn er genoeg zaken voor een serieuze tekst. “Maar doordat dit er niet is, zijn wij vervallen in een ‘Suripop-taal; een serieus stramien met een bepaalde mate.”
Zelfwerkzaamheid Zijn ervaring met Suripop is over het algemeen dat een groot deel van de deelnemers zich verheven voelt, terwijl zij nog een lange weg te gaan hebben. Bepaalde tekstschrijvers maken ook al jaren dezelfde fout door te veel over te laten aan de organisatie, meent Snijders. “Ze moeten ook een stukje zelfwerkzaamheid aan de dag leggen. Ze willen te vaak dingen gaan doen die niet op z’n plaats zijn. Ik kan mij herinneren dat tekstschrijvers pas bij Robby Morroy en mij voor advies kwamen, wanneer ze al eenmaal in de finale zaten.
Maar wat kun je er dan nog aan doen? Op dat moment wordt het nummer al ingezongen in de studio. Mensen zijn te gauw tevreden over hun teksten.” Een lied is een verhaal in drie minuten, dat iedereen moet begrijpen zonder teveel uitleg. Vervolgens legt Snijders uit dat er voor een tekstschrijver een verschil is in Sranan spreken en schrijven. Ook bij het zingen gaat het moeilijk, omdat er niemand is om te imiteren. Want wie ga je imiteren in het Sranan als je al die tijd in het Engels hebt lopen zingen?, vraagt Snijders zich af.
Advies Van Snijders wilde dWT ook zijn mening over de winnende compositie. “Het rommelt aan alle kanten.” Als het van hem afhing, verdient geen enkele compositie de prijs. “Als de oogst schraal is, wordt er op internationale festivals geen winnaar bekroond. De nummers worden niet verbeterd, maar gekopieerd. Niet alle schuld moet worden gezocht bij de organisatie, want elke schakel heeft zijn eigen verantwoordelijkheid.”
De muziekdeskundige besluit met het advies aan degenen die zich graag arrangeurs willen noemen en zich daadwerkelijk als arrangeur willen doen gelden, haast te maken zich te laten scholen. Want wanneer het zou gaan om een internationaal festival, met een orkest van 60 tot 80 man, dan word je geconfronteerd met de realiteit. “En daarvoor hoeven ze echt niet naar een muziekschool. Internet biedt wat dat betreft voldoende mogelijkheden.
Scholing moet in alle stijlen. Niet één uitgezonderd, dus ook Bollywood en Pop Jawa, want dan heb je bij voorkeur beperkingen en kun je het vergeten. Als arrangeur moet je vertrouwd zijn met enkele zaken. Doe je dat niet, dan kun je je arrangeur blijven noemen, maar zul je niet de erkenning krijgen die de wereld biedt.”-.
Bron/Copyright: |
|
Nickerie.Net / de Ware Tijd |
07-08-2008 |
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2008. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics