Nickerie.Net, woensdag 03 september 2008
De dag waarop alles samenviel voor Anthony Nesty
18/08/2008
Paramaribo - Twintig jaar geleden was de 100 meter vlinderslag bij de heren een van de mooiste races, waarin Anthony Nesty het goud pakte ten koste van de gedoodverfde favoriet Matt Biondi. Verslaggever Iwan Tol zocht hem op en schreef het onderstaande verhaal voor dagblad de Pers.
Anthony Nesty leverde tijdens de Olympische Spelen van Seoul in 1988 een even unieke als onwaarschijnlijke prestatie. Maar dat besef kwam later pas. Net als de kater. Het was het eerste wat Anthony Nesty had kunnen uitbrengen, direct na zijn gouden race op de 100 meter vlinderslag in Seoul: 'It was just a good swim'. Gewoon lekker gezwommen, alsof hij op zondagmorgen tijdens het recreatie-uurtje een paar baantjes had getrokken. Sommige dingen die hij heeft gezegd of gedaan, die 21e september in 1988, weet hij alleen maar omdat dat hem later is verteld. Andere dingen herinnert hij zich weer wél. Zoals die ene uitspraak. 'Verdomd, ja. It was just a good swim. Dat heb ik inderdaad gezegd.'
In retrospectief ziet hij ook wel de humor van die uitspraak in. 'Het ging allemaal zo vanzelf, die race, als in een roes. Ik dacht: dat doe ik de volgende keer weer.' In een bizarre sprint op de 100 meter vlinderslag klopte hij de onverslaanbaar geachte Amerikaan Matt Biondi. 'Het was de dag waarop alles samenviel', beseft Nesty nu. 'Zoiets doe je één keer.' Het verschil met Biondi was zo klein - éénhonderdste van een seconde - dat de Amerikaan zich na afloop wanhopig zou afvragen waarom hij zijn nagels had geknipt. De zege van Nesty was in twee opzichten uniek. Ten eerste was hij de eerste donkere zwemmer die goud won en daarnaast betekende de zege van Nesty de eerste gouden medaille uit de geschiedenis van Suriname.
Anthony Nesty neemt een slok uit de kartonnen drinkbeker van Starbucks. Zijn baardje is verdwenen, evenals het haar op zijn schedel. Maar je geeft hem geen 41. Hij lacht: 'Kwestie van elke werkdag nog baantjes zwemmen. Ik moet toch een beetje in vorm blijven, nietwaar?' Nesty is tegenwoordig zwemcoach op de universiteit van Florida. Op de Spelen van Peking zal hij er ook bij zijn, als vertegenwoordiger van de Surinaamse zwemdelegatie. Nee, een nieuwe Nesty is nog niet opgestaan in zijn vaderland, zegt hij. Zal voorlopig niet gebeuren ook. Hij heeft zijn land waarschijnlijk voorgoed met een erfenis opgezadeld.
Trinidad Nesty praat in het Engels. Nederlands spreekt hij een beetje. Thuis, in Paramaribo, was de voertaal Engels omdat zijn ouders uit Trinidad komen. Vader was daar manager bij een meubelfabriek, maar werd toen Anthony zeven maanden was naar Suriname uitgezonden om daar een nieuwe vestiging op te zetten.
Zwemmen leerde Nesty bij De Dolfijn in Paramaribo. Hij schetst een beeld van de omstandigheden destijds: 'Meestal was het water blauw. Soms ook niet. Dan was het groen vanwege de algen, omdat het chloor waarschijnlijk niet op tijd was geleverd.' Nesty moet er zelf ook om lachen, in zijn kantoor van The Florida Gators, zoals het universiteitsteam heet dat hij coacht. Vanuit zijn stoel kijkt hij uit op het zwemstadion van de campus. The Gators zijn gevestigd in Gainesville, een middelgrote stad in het noorden van Florida.
Het gebeurt niet vaak meer dat hij wordt herkend in de stad of op de campus. 'Mensen moeten echt een zwemfan zijn, willen ze mij aanspreken', stelt hij. Bovendien: op het universiteitscomplex wemelt het van beroemdheden. De basketballers lopen er rond, evenals de honkballers en de American Football-spelers van The Gators. Zij zijn de helden van het heden, Nesty was dat in 1988. Hij is de eerste om zijn prestatie te relativeren. 'Voor de kids nu is het iets uit de geschiedenisboeken.'
Die geschiedenis wordt soms iets mooier gemaakt dan hij in werkelijkheid is. In veel artikelen over de beroemde race uit 1988 wordt Nesty als de surprise van de Spelen afgeschilderd. De werkelijkheid is minder sprookjesachtig. In 1987 won hij goud op de 100 meter vlinderslag tijdens de pan-Amerikaanse Spelen in Indianapolis. 'Maar dat werd door de grote zwemlanden niet helemaal serieus genomen', vermoedt hij.
Hij herinnert zich hoe een jaar later in Seoul, vlak na de halve finale, een tv-commentator zich bij hem meldde voor wat achtergrondinformatie. 'Die man stelde de standaardvragen: waar ik vandaan kwam, waar ik had getraind, wie mijn trainer was, die dingen. Maar zijn hele houding straalde desinteresse uit. Hij keek een beetje verveeld de andere kant op en krabbelde wat dingen op papier. Hij moest gewoon een paar feitjes hebben, just in case that, voor het geval dat.'
Kans En eigenlijk, zo moet Nesty toegeven, was dat ook zijn eigen gevoel voor de finale. Het zou kunnen. Maar tegelijkertijd ook helemaal niet. 'Zo'n finale is toch, ik wil niet zeggen een loterij, maar het is wel zo dat alles kan. Ik was gefocust op een goede prestatie. Bij de eerste drie eindigen, dat zou al mooi zijn. Ik wist: ik ben niet de grote kanshebber. Maar ik héb wel een kans om te winnen, net als iedereen.'
Hij doet zijn ogen dicht. Het kantoor verandert in de olympische arena. Gainesville wordt Seoul. Hij gaat over op dicteersnelheid. 'Ik in baan drie, Biondi in vijf en die Brit, Andy Jameson in vier. Ik weet niet meer wie in baan één en twee lagen, maar wel dat die zwemmers er niet toe deden. Ik richtte me puur op die twee rechts van mij. Het is heel gek: niet dat je kijkt tijdens de race, maar je voelt wel hoe je ligt. Biondi in baan vier kwam maar niet voorbij zwemmen. En iets verder, moeilijker te voelen voor me, in baan vijf Jameson ook niet. Gaandeweg voelde ik een sensatie opkomen. Zo'n gevoel van: het zal toch niet? Ik tikte aan, keek naar het scorebord en zag een 1 achter mijn naam staan. Wat je dan voelt, is niet te beschrijven.'
Hij herinnert zich de verbazing in het stadion. 'Het was geen normaal gejuich, maar een vreemd soort opwinding. Zo van: wie is dat? Iemand uit Suriname? Het was voor die mensen toch een gekke gewaarwording om plotseling een derdewereldland tussen die grootmachten te zien staan.' Dat hij de eerste zwarte zwemmer met goud achter zijn naam was, drong op dat moment niet tot hem door. Wel dat hij Suriname in één klap wereldfaam had bezorgd. 'Ik moest denken aan mijn vader en moeder, al die mensen bij De Dolfijn.'
Later hoorde hij dat de camera's tijdens de eindsprint op Biondi hadden ingezoomd. Niet op hem. Dat de organisatie het bandje met het volkslied niet kon vinden, was ook iets wat hij pas veel later vernam van vrienden. 'Ik zat in een roes, herinner me er ook maar flarden van. De organisatie in Zuid-Korea had er kennelijk niet op gerekend dat ik zou winnen.'
En toen begon de gekte. Een vriend uit Paramaribo vertelde Nesty's avonds over de telefoon dat iedereen in de stad op straat danste. Zal wel, dacht de trotse zwemmer, nog verward door het succes. Totdat hij terugvloog naar Suriname en de piloot van het vliegtuig - het was Nesty al wel opgevallen dat iedereen gratis mocht drinken tijdens de vlucht - een extra rondje boven het Andre Kamperveenstadion maakte. Met eigen ogen zag de zwemheld 20.000 mensen naar hem juichen. 'Ik dacht op dat moment maar een ding: 'O mijn God, wat is hier aan de hand?' Hij, door legerleider Desi Bouterse bestempeld tot The Golden Boy, was niet een type voor dergelijke uitbundige taferelen. Sterker nog, eigenlijk was Nesty een beetje schuw voor grote menigten.
Beeld: Anthony Nesty. In 1995 schonk Erwin de Vries de bronzen kop die hij van de zwemmer had gemaakt aan het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur. Plaats: Zwemvereniging de Dolfijn Henri, Benjaminstraat / O'Ferralstraat , Materiaal: Brons /goud gespoten , Datum van onthulling: 1995, Plaquette vermeld de zwemprestaties van deze Olympische Spelen gouden medaille winnaar.
'Terwijl er vanaf het vliegveld Zanderij tot aan Paramaribo alleen maar mensen langs de kant stonden te zwaaien met vlaggen.' Terugkijkend vat hij zijn gevoel samen in één vraag: 'Had dit nu gemoeten?' Ja, antwoordt hij zelf. 'Suriname stond er slecht voor. Politiek, economisch, you name it. Die gouden plak was een opleving. Ik was een bliksemafleider, een manier om alle problemen opzij te schuiven. Eindelijk hadden de mensen weer een reden om trots te zijn op Suriname.'
Beloftes In de euforie van het moment werd hem van alles beloofd. Een stuk grond, een huis, een maandelijkse toelage, een vliegtuig, een sporthal, zelfs zijn afbeelding op een bankbiljet. Maar toen de opwinding voorbij was en Suriname weer met de harde realiteit werd geconfronteerd, was iedereen plots de beloftes vergeten.
Je hebt veel voor Suriname betekend. Wat heeft het land voor jou betekend? Nesty slaat zijn ogen neer. Moeilijk onderwerp. 'Er zijn zo veel dingen niet nagekomen', zegt hij zachtjes. Dat begon al toen hij als tiener, op aandringen van Desi Bouterse, naar Florida vertrok om zich daar verder te ontwikkelen als zwemmer. De toegezegde betalingen bleven uit, waardoor vader Ron Nesty zelfs zijn levensverzekering moest verzilveren. Dat was geen incident, zo bleek na 1988. Geen enkele toezegging werd uiteindelijk nagekomen. Het stuk grond lag jarenlang braak, de toelage is nooit betaald, het huis nooit gebouwd, de sporthal wordt vooral gebruikt voor politieke bijeenkomsten en het SLM-vliegtuig met zijn naam crashte in de jungle omdat het door geldgebrek met touw en plakband aan elkaar had gehangen. Het resultaat: 176 doden.
Paniek Zelf zat Nesty in Amerika toen hij hoorde van de crash. 'Er was paniek, omdat iemand op de radio had gehoord dat Anthony Nesty was verongelukt. Maar het ging om de Anthony Nesty, het vliegtuig. Die nuance hoorde die persoon echter niet. In blinde paniek werd mijn coach ingelicht. Die zei alleen maar: lijkt me sterk, want ik heb hem zojuist het zwembad uitgeschopt. Hij staat nu te douchen.'
De olympisch kampioen voelt zich voor schut gezet door zijn land. Met zijn succes, waarop iedereen destijds zo trots was, is niets gedaan. En beloftes zijn niet nagekomen. 'Het blijft een derdewereldland. Het ontbreekt er aan iemand die zegt: zo gaan we het doen. Soms, in depressieve buien, heb ik wel eens gedacht: had ik maar nooit gewonnen. Dat had me een hoop frustratie bespaard.'
Pas sinds een paar jaar is 'alles' geregeld. Meer wil hij er niet over kwijt, behalve dan dit: 'Of ik nu wil of niet, Suriname en ik gaan hand in hand. Die gouden medaille hoort bij de geschiedenis van het land.' Hij komt er nog graag, al was het maar omdat zijn ouders er nog wonen en hij zijn dochtertje wil laten zien waar papa is opgegroeid. Eenmaal in Suriname gaat de versnelling terug in z'n twee, zegt Nesty: 'Lekker eten, bier drinken, relaxen. Hier in Gainesville staat elke minuut van de dag in het teken van presteren. Altijd maar scherp zijn. In Suriname hoeft dat niet. En als ik tegenwoordig van Zanderij naar Paramaribo rij, dan staat er niemand meer te zwaaien langs de kant van de weg. Dat vind ik wel zo fijn.'-.
Bron: dagblad de Pers/Augustus 2008
Bron/Copyright: |
|
Nickerie.Net / de Pers |
03-09-2008 |
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2008. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics