Nickerie.Net, maandag 30 maart 2009


Hongerloon SRD 160 door detailhandel, armoedegrens SRD 548

Geplaatst: 30/03/2009

Paramaribo -   Uit onderzoek dat het Instituut voor Maatschappij-wetenschappelijk Onderzoek (Imwo) verricht heeft naar beroepsspecifieke lonen en salarissen bij bedrijven in de particuliere sector, is gebleken dat er bedrijven zijn die extreme lage lonen en salarissen hanteren. Zo heeft het onderzoek onder meer aangetoond dat verkopers/ winkelpersoneel in de kleine detailhandel met SRD 160 het laagste beginloon per maand ontvangen. Het beginsalaris van deze categorie werkers is SRD 200 per maand. Het gaat in beide gevallen om personeel dat fulltime in dienst is. Het Imwo verrichtte bovenstaand onderzoek in opdracht van het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (ATM). De onderzoeker beveelt in het eindrapport het ministerie van ATM aan om in nauwe samenwerking met de sociale partners een gepast beleid te formuleren en te implementeren om excessen als de extreme lage lonen en salarissen in de particuliere sector tegen te gaan.

Het onderzoek is vorig jaar verricht en het resultaat werd tijdens het laatstgehouden seminar over het minimumloon gepresenteerd. Andere opvallende resultaten waren de lonen van het schoonmaak-, keuken-, magazijn- en administratief personeel die respectievelijk rond de SRD 200, SRD 350, SRD 350 en SRD 350 per maand liggen. De salarissen liggen in de laatste drie categorieën tussen de SRD 400 en SRD 500 per maand. Bij volwas monteurs is volgens het onderzoek het beginloon bij fulltimers gesteld op SRD 1200 en het beginsalaris op SRD 485. Bij de halfwas monteurs is dit respectievelijk SRD 700 om SRD 300.

De lonen en salarissen zijn volgens het onderzoeksinstituut in dit kader vergeleken met de door het ABS (Algemeen Bureau voor de Statistiek) vastgestelde armoedegrens van het derde kwartaal van 2008, die berekend is op SRD 548, voor 1 volwassene per maand. Uitgangspunt hierbij is een basisbehoeftenpakket waarin uitsluitend voedingsitems zijn opgenomen. Voor armoede en armoedegrens hanteert de onderzoeker de volgende definiëring: een persoon, gezin of huishouden wordt als arm beschouwd als ze niet over voldoende middelen beschikt om te voorzien in haar basisbehoefte, waarbij een prominente rol vervuld wordt door de behoefte aan voeding. De bedragen die het onderscheid geven tussen arme en niet-arme eenheden wordt de armoedegrens genoemd.

Het onderzoek heeft voorts uitgewezen dat bijna de helft van het aantal arbeiders in de particuliere sector werkzaam, voorkomt in de groot- en kleinhandel, restaurants en hotels. De sector fabricage telt de kleinste groep werknemers. De grootste groep salaristrekkers is werkzaam bij de grote en middelgrote particuliere bedrijven. Het gaat dan om personen die per maand worden uitbetaald en die fulltime in dienst zijn. Loontrekkers die betaald worden op grond van het aantal gewerkte uren, zijn grotendeels werkzaam in de kleine bedrijven. De grootste groep particuliere bedrijven kan gecategoriseerd worden als groot- en kleinhandelsbedrijven, restaurants en hotels. De ondernemingen zijn meestal kleine eenmansbedrijven, die op zichzelf staan en opereren met overwegend lokaal kapitaal. Het overgrote deel van deze bedrijven kent geen collectieve arbeidsovereenkomst (CAO). Relatief weinig niet-CAO-bedrijven kennen een bijdrage in de medische kosten en pensioenbijdrage en vindt er geen systematische vastlegging plaats van personeelskosten. Het Imwo stelt tenslotte dat het noodzakelijk is dat er op gestructureerde wijze loononderzoek plaatsvindt in Suriname om betrouwbare data te kunnen presenteren.

Bron/Copyright:

Nickerie.Net / Dagblad Suriname

30-03-2009

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2009. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics