Nickerie.Net, woensdag 20 mei 2009
Grote vraagtekens over legitimiteit van MBA-opleidng door Via Vinci University
Nickerie - In een recent verschenen artikel (11 mei 2009) van de Ware Tijd is een MBA-opleiding aangekondigd in Nickerie, die verzorgd zou worden door Via Vinci University vanuit Nederland. Deelnemers zouden 12.000 euro moeten ophoesten voor deze opleiding. Enkele dagen na het verschijnen van dit artikel werd in een redactioneel artikel van Dagblad Suriname (14 mei 2009) de legitimiteit van deze opleiding aan de kaak gesteld. De opleiding bleek volgens dit artikel helemaal niet erkend te zijn zowel inhoudelijk als juridisch. In Nederland zou Via Vinci zelfs aangeklaagd zijn wegens misleiding. Zouden de geinteresseerde districsgenoten niet even een nachtje over moeten slapen, voordat ze intekenen bij Via Vinci. Het is in elk geval belangrijk om de zaken goed uit te zoeken, alvorens men enige cent voor uitgeeft.
Redactioneel artikel Dagbad Suriname
Misleiding in het
spel ?
Minister Plasterk van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW) in Nederland heeft Via Vinci aangeklaagd wegens misleiding. Via Vinci
maakt zich schuldig aan misleiding. De instelling noemt zichzelf universiteit en
biedt doctorgraden aan, wat gewoon niet kan. Dit schrijft de minister in
antwoord op Tweede Kamervragen. Via Vinci moet misleidende teksten van haar
website aanpassen. Via Vinci is officieel geen hogeschool of universiteit. Ook
gebruikt men ten onrechte het symbool van de accreditatieorganisatie in
Nederland (NVAO-logo). Men is bezig opleidingen te accrediteren, maar dit is tot
nu toe mislukt. De HB-masteropleiding Business Enterpreneurship is mislukt. Men
heeft nog niet een opleiding geaccrediteerd kunnen krijgen in Nederland.
Volgens de leiding van Via Vinci (Peter Peene) lopen er aanvragen voor 3 opleidingen. Dan pas kan men een aanvraag doen bij OCW om in aanmerking te komen voor de status van hogeschool of universiteit. De NVAO-logo is nu snel weggehaald van de website. Men heeft de naam ‘University’ laten staan en men zegt dat men geen beschermde graden en titels afgeeft. Dat doet men pas in samenwerking met professoren van erkende instellingen. In Suriname heeft men ondertussen wortel geschoten. Het wordt tijd dat de Surinaamse regering de vertegenwoordigers van Via Vinci op het matje roept. Men zit ook in Suriname valse verhalen te vertellen en burgers moeten worden beschermd. Veel geklaag over concurrentie in ons hoger onderwijs. Zaken zijn de afgelopen week zelfs zo ver gegaan dat de concurrentie zelf voorkeur krijgt bij het verwerven van een schoolgebouw ten koste van jonge leerlingen in het lager onderwijs. Toch moeten wij stellen dat het traag gaat met de snelheid waarmee ontwikkelingen vorm krijgen. Het kwaliteitsproces komt heel langzaam van de grond. De Wet NOVA is inmiddels bekrachtigd, maar het ontbreekt aan stootkracht.
Daarnaast zien we allerlei initiatieven vanuit het buitenland die inbreken binnen de gevestigde orde in Suriname. Veel boosheid, bangheid en onzekerheid in Suriname van de lokale instellingen van hoger onderwijs. Een vreemde vogel vestigt een universiteit (ja, ja Via Vinci) en noemt zichzelf hoogleraar en gaat de komende week zich laten bekronen tot hoogleraar in Suriname met een leerstoel. Men wil 25.000 Euro vragen voor een begeleidingstraject voor een Mastersdiploma. Dat kan allemaal anno 2009 in ons land. Het Minov (Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling) moet er op gaan toezien dat buitenlandse instituten die zich hier vestigen goed in de gaten worden gehouden gelet op inspectie- en accreditatievraagstukken. Wij moeten wel vaststellen dat te weinig talent in Suriname doorstroomt naar hoger onderwijs. Het hoger onderwijs moet jongeren voorbereiden op een werkzaam leven in overheid, bedrijfsleven en wetenschap, waar de internationale dimensie dagelijks in gewicht toeneemt. Dus alle initiatieven moeten positief worden bejegend die helpen om de beroepsbevolking in Suriname op een hoger niveau te brengen. Wij kennen een systeem van vroege selectie van leerlingen voor de verschillende typen voorgezet onderwijs, waardoor onevenredig veel talent zijn weg niet kan vinden naar hoger onderwijs.
Het is precies dit wegsijpelen van talent waardoor het noodzakelijk wordt om strategische doelen te gaan formuleren voor het mobiliseren van brainpower in Suriname. Maar hoe doe je dat (hogere participatie in het hoger onderwijs) als je weet dat veel schooltypes talent hiervan juist uitsluiten? Wat wij nodig hebben, is een democratiseringsgolf welke gepaard moet gaan met veranderingen in het basis- en voortgezet onderwijs . Daarom zijn de veranderingen in de vroege kinderstimuleringsonderwijs, het kleuter en het lager onderwijs zeer nodig in Suriname. Ons hoger onderwijs is de hoogste sport van de onderwijsladder. En eigenlijk loopt het mis op verschillende sporten van die ladder voordat jonge mensen ook maar aan hoger onderwijs denken. Het kind moet als het ware een horde van drempels passeren alvorens met succes doelen in het hoger onderwijs te halen. Daarom moet het Minov structurele ingrepen plannen en uitvoeren. Die beginnen in de kleuterklas, loopt door in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs om daar pijnpunten aan te pakken die verhinderen dat bepaalde doelgroepen met succes doorstromen. Ondanks zielige verhalen van ‘zwartkijkers’ is het zaak goed te kijken naar de positieve voorstellen die worden gedaan voor de 11-jarige basisschool in Suriname. De gedachte om leerlingen lang bij elkaar te houden en het verhinderen dat keuzes qua schoolloopbaan te snel worden gemaakt is in de hele wereld een hot issue in vele landen.
De onderwijskundige vernieuwingen aan de basis zijn nodig, maar ook de brug tussen primair en secundair onderwijs. En dan gaat het om de discussie: moet het een eenheidsworst worden, of moeten wij meer gaan letten op het gegeven dat kinderen verschillende zijn en dat zij verschillend zijn geboren (ouders, buurt, sociale situatie) en dat wij daarom hun waarde moeten schatten op hun verschillen waarmee zij het onderwijs binnen komen. Elke keuze tot 15 jaar lijkt fout. Maar je moet wel in die cruciale periode tussen 10 en 15 jaar voldoende breed bezig zijn met kinderen om goed te zien wat hun talent is. Hebben wij dit probleem opgelost, dan kunnen wij kijken naar de toegankelijkheid voor de aanwezigheid van talenten, van groepen naar het hoger onderwijs. Maar, nogmaals de toeleveranciers van het hoger onderwijs moeten worden gestroomlijnd om de gewenste brainpower in het hoger onderwijs en voor de maatschappij te genereren. Maar, ondertussen is Suriname gehouden aan supranationale afspraken voor onderwijs voor allen (Education for all, en de Millenniumdoelstellingen van 2015). Lidstaten van de Unesco en de VN worden aangespoord om hun nationaal onderwijssystemen te verbeteren en te veranderen. Je kunt het niet afdwingen omdat een structuurdiscussie in een nationaal onderwijssysteem geen eenvoudige discussie is.
Dat moet nationaal beginnen en plaatsvinden. Suriname is prominent lid van de Caricom, maar de implementatie van de afspraken om te streven naar meer samenhang op de Caricom hogeronderwijsmarkt komt mondjesmaat tot stand. Een geharmoniseerde markt moet meer uitwisseling van studenten mogelijk maken. De taal blijft een probleem. Nu doen de Nederlandstalige instituten van hoger onderwijs uit Europa het beter op de Surinaamse markt dan de instituten uit de Caricom-landen. Het hoger onderwijs in Suriname is zich aan het internationaliseren. Dat is niet meer te stuiten in vraag en aanbod. Door dergelijke samenwerkingsvormen met zowel de regionale als de internationale omgeving aan te gaan, geven wij invulling aan de nieuwe uitdagingen van deze tijd en dat is een responsieve, inclusieve en internationale aanbod aan hogere onderwijsinstellingen.
Bron/Copyright: |
|
Nickerie.Net |
19-05-2009 |
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2009. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics