Nickerie.Net, woensdag 09 juni 2010
J. van Dongen
HEERENVEEN, maandag - De eerste allochtone korpschef van ons land, Martin Sitalsing, gaat journalisten aantrekken voor het opsporingswerk. ,,Ik ga ze aannemen als strategisch analist. Journalisten kunnen zo goed onderzoeken, dat is onvoorstelbaar", zegt de aankomende baas van de regiopolitie Twente, in het eerste interview ooit met een korpschef van niet-Nederlandse komaf.
Voormalig straatagent Sitalsing (47), geboren in Suriname en nu nog tweede man bij het regiokorps Fryslân, denkt dat de denkwijze van journalisten de politie slagvaardiger kan maken. ,,Politiemensen zijn gewend binnen de politiebronnen te zoeken en te rechercheren. Een journalist denkt daar niet aan. Die laat zich niet leiden door bronnen. Dat is een kwaliteit waar je enorm veel aan kunt hebben. Voorbeeld: er wordt iemand neergeschoten. Wat doen we bij de politie? We gaan een groot team formeren. Allemaal op die kamer zitten. Er is niemand die uit de groep duikt en meteen begint zoveel mogelijk informatie overval vandaan te halen. Journalisten doen dat wel. Ze hebben ook de gave om aan te voelen waar de trends zitten. En ze kunnen een bestuurlijke rapportage schrijven."
Waar Sitalsing de reporters vandaan zal halen, weet hij nog niet. ,,Dat onstaat vanzelf", zegt hij.
Nederland had al veel eerder een allochtone korpschef kunnen hebben, ware het niet dat Martin Stanley Reza Sitalsing 'nee' zei tegen de hoogste functie in andere korpsen, onthult de politietopman tegenover De Telegraaf. ,,Vanuit de korpsbeheerders (de burgemeesters, red.) werd ik dan benaderd: 'Martin, mogelijk gaat onze korpschef binnenkort weg. Ben je niet geïnteresseerd?' Ik heb tegen de beheerders van andere korpsen nee gezegd, omdat ik alleen voor een geweldige baan ga en niet voor de titel van korpschef. Het was bijvoorbeeld heel gemakkelijk geweest om bijvoorbeeld te wachten tot Drenthe zou vrijkomen. Ik wist dat ik gezien mijn carrièreverloop wel een goede kans zou maken. Ik weet dat ik risico heb genomen door bij sommige korpsen te bedanken voor de eer, want misschien word je dan de volgende keer niet meer gevraagd, maar ik ga alleen voor de mooie inhoudelijke klus. En het moest een regio met een eigen identiteit zijn, zoals mijn eerdere werkgebieden Amsterdam, Groningen en Friesland dat ook zijn. Twente heeft een eigen taaltje, een eigen cultuur, een eigen voetbalclub die het goed doet. Neem een regio als Hollands-Midden. Een prachtig gebied om te werken, maar zonder uitgesproken eigen identiteit. Dan doe ik het dus niet."
Sitalsing, die op zijn achtste naar Nederland kwam en bijna 25 jaar onderaan begon bij de politie, gelooft niet dat hij zijn benoeming te danken heeft aan de eis van minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst om meer allochtonen en vrouwen op topfuncties te plaatsen. ,,Peter den Oudsten (korpsbeheerder van de regio Twente en voorzitter van de selectiecommissie, red.) vertelde me: 'Je zult het niet willen geloven, maar je culturele achtergrond is in de selectieprocedure nooit, op geen enkele manier, ter sprake gekomen. We hebben echt gewoon de beste man op de beste plek gekozen'."
,,Ik snap dat de minister vindt dat er een wittemannencultuur heerst. Ik zie mijn benoeming als een voorbeeld dat er heel veel talent in de organisatie zit met heel verschillende achtergronden. Dan heb ik het niet alleen over autochtonen of allochtonen. Die staan allemaal te trappelen om door te stoten. Ik heb laten zien dat je van straatagent korpschef kunt worden en merk dat politiemensen, blank en zwart, daar trots op zijn. Alleen wil de minister daar ook op een andere manier invulling aan geven, via de zij-instroom, met niet-politiemensen. En dat is niet de gemakkelijkste weg."
,,De gesprekken die ik met de minister heb gehad, gingen over het jeugdbeleid, over mijn werk. Daarop ben ik door haar beoordeeld. En dat vind ik prettig, want ik ben geen etiket, he? Ik kan er niks aan doen dat mijn opa en oma geboren zijn in India en mijn ouders en ik in Suriname. Als mensen denken dat ik een omhoog gevallen knuffelallochtoon ben, dan lach ik daar om en ga door met mijn werk, want alleen daarop word ik afgerekend. Ik weet dat ik er zelf keihard voor heb gewerkt om dit te bereiken. Ik heb altijd wel een streepje voor gehad vanwege mijn vooropleiding en mijn gebektheid, maar ben nooit voorgetrokken. Ik heb gewoon goed geluisterd naar mensen die het in me zagen zitten. Zoals Bernard Welten die me polste voor Groningen, en Jacques Wallage, die als Gronings burgemeester veel vertrouwen in me had. Maar ook de mensen op de lagere school die me beschermden tegen het recht van de sterkste, toen ik daar als kwetsbaar jochie van acht op een maandag zomaar vanuit Suriname in een wildvreemde omgeving terecht kwam. En zoals die Amsterdamse brigadier Theo de Haas, die voorzag dat ik als straatagent tegen een muur zou lopen als ik niet naar de politieacademie zou gaan."
,,Wat ik absoluut moet erkennen is dat je als allochtoon af en toe wel twee keer zo hard moet werken om iets bereiken. Als Bernard Welten te laat komt, denken mensen dat dat komt doordat hij het zo druk heeft. Als ik te laat kom, denken ze: die Surinamer is weer te laat. Dus ben ik altijd op tijd. Twee keer zo hard werken kost me geen enkele moeite. Ik word van dubbel zo hard werken niet dubbel zo moe. Zo ben ik opgevoed. Van onze ouders moesten we het atheneum doen en naar de universiteit. De lat werd thuis altijd enorm hoog gelegd. Surinaams-Hindoestaans gezin he? Altijd was het motto: ´Aanpoten. Studeren. We zijn niet voor niets hier naartoe gekomen´. In Zaandam groeide ik op tussen jongens die behoorlijk gebekt waren. Ik leerde wanneer je met humor een situatie moest oplossen, of wanneer je een grote mond moest geven. Ik heb me ook als klein ventje altijd wel laten gelden. Daar kon ik heel goed mee overleven, ook in de beginjaren bij de politie. Zo is mijn aanpak ontstaan. En ik denk dat die anslaat. Kern van mijn aanpak is dat ik altijd mezelf blijf, humor heb en ervoor zorg dat wij als politie verbinding hebben met elkaar en met de buitenwereld. Of het nu de media zijn, of de burgers."
Sitalsings ouders hadden heel andere plannen met Martin, het derde van vier kinderen. Hij moest studeren, titels halen. ,,Mijn ouders zeiden: 'jongen, de politie, dat is niks voor jou. Daar wordt gediscrimineerd'. Surinamers zaten in die tijd behoorlijk in het verdomhoekje. Zeedijk, Amsterdam, heel negatief. Toen dacht ik: dat is juist de reden om er wel naartoe te gaan, om er iets aan te doen. Toen mijn moeder in 1984 overleed, ben ik ermee gestopt om te blijven voldoen aan de hoge verwachtingen. Ik ben gaan doen wat ik leuk vond. Ik had mijn propedeuse Economie en was bezig met een opleiding als registeraccount. Ik wilde heel graag naar de politie. Om de spanning, dynamiek en onvoorspelbaarheid, maar ook een beetje vanwege het recht van de sterkste. Ik kom op voor de zwakkere."
Aanvankelijk koos Sitalsing voor het rauwe straatwerk, pas later voor de politieacademie. Na vier jaar studeren kwam hij als inspecteur terug in Amsterdam, waar hij wijkteamchef werd in Amsterdam-West en in de Pijp en acht jaar commandant was van de Amsterdamse aanhoudingseenheid. Toenmalig politiebaas van Groningen Bernard Welten haalde Sitalsing naar het noorden, waar hij districtschef van Groningen en Haren en ruim vier jaar geleden tweede man in Friesland werd. De komende maanden moet hij met zijn vrouw en vier kinderen op zoek naar een huis in Twente, waar hij op 1 oktober begint als eerste allochtone korpschef ooit.
,,Ik voel dat ik inmiddels wel een boegbeeld ben voor een hoop mensen met een andere etnische achtergrond. Die zijn blij dat er iemand op zo'n positie zit. Maar ik word liever gewoon op mijn werk beoordeeld. Het voordeel van boegbeeld zijn is dat talenten zich misschien aangespoord voelen om zich ook verder te ontwikkelen. Het Obama-effect? Dat is wel heel veel eer, maar als dat effect er maar voor tien procent is, zou dat prachtig zijn. Het nadeel is dat je het risico loopt niet op je eigen persoon te worden beoordeeld. Ik ben geen etiket, ik ben gewoon Martin Sitalsing. Als vader, als politieman, als vriend, als buurman, als basketballer, als allochtoon; altijd zul je dezelfde Martin Sitalsing zien. En als mensen me zien als Martin Sitalsing de allochtoon? Prima, maar ik ben geen probleem. En daar wordt het woord allochtoon wel mee geassocieerd. Via schoolbank.nl kreeg ik van de week felicitaties van oude klasgenoten uit Zaandam. Jaren mee op school gezeten, maar ze hadden er nooit bij stilgestaan dat ik een allochtoon ben, zoals in de krant stond. Het is maar hoe je er naar kijkt. Ik beschouw mezelf in de eerste plaats als Martin Sitalsing, dan als politieman en daarna als allochtoon."
Bron/Copyright: |
|
Nickerie.Net / Telegraaf |
29-06-2009 |
|
E-mail: info@nickerie.net
Copyright © 2010. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics