Nickerie.Net, zaterdag 26 september 2009


Demografische data van Suriname anders bekeken
04/09/2009

I. Vrouwen 12- 64 jaar, van onbekende leeftijd naar burgerlijke staat en aantal levend geboren kinderen.
Voordat het analyseren begint van dit onderwerp wordt nogmaals benadrukt dat er hier niet gesproken kan worden van een stroomreeks, doch van een momentopname wat impliceert dat in dit specifiek geval de mogelijkheid reëel is dat niet alle kinderen onder de huidige status van de moeder ter wereld zijn gebracht.

Uit de telling blijkt – censusdag 2 augustus 2004 – dat de populatie van deze categorie vrouwen bestaat uit 170.907 en maken zij circa 35,0 procent uit van de totale bevolking (492.829). Binnen het eigen geslacht vertegenwoordigen zij bijna 70,0 procent.

Dayaram Girdhari

Over het aantal kinderen zien we dat ongeveer 34.0 porcent van de vrouwen tussen 12-64 jaar en leeftijd onbekend geen kinderen heeft gehad en ruim 40,0 procent (hoogste frequentie) van de vrouwen heeft één, twee of drie kind(eren) levend ter wereld gebracht. Het percentage van vrouwen met vier, vijf, zes kinderen en zeven, acht en negen kinderen bedraagt respectievelijk 15,7 procent en 4,3 procent.

Vrouwen met tien en meer kinderen komen wel voor, maar het percentage is niet noemenswaardig groot. Tenslotte ontmoeten we landelijk één vrouw tussen 12-64 jaar en leeftijd onbekend die gemiddeld 2 kinderen levend ter wereld heeft gebracht.

Meer dan de helft (53,5 procent) van het bestand maken de ongehuwden uit en hebben 1,6 kinderen. De gehuwden vertegenwoordigen een kwart (25,4 procent) in de groep en het aantal kinderen (2,8) dat zij ter wereld hebben gebracht, ligt boven het algemeen gemiddelde van 2,0 kinderen.

Zij die als burgerlijke staat de kwalificatie ‘anders’ hebben, hebben 3,5 kinderen en nemen 5,3 procent van de populatie voor hun rekening. Binnen de groep van de vrouwen die geen kinderen heeft gehad, is meer dan 78,0 procent ongehuwd, ruim 7,0 procent gehuwd, bijna 1,3 procent anders en tenslotte heeft circa 13,2 procent de aanduiding onbekend. Relatief hebben meer gehuwden (85,0 procent) dan ongehuwden (43,0 procent) één tot en met zes kinderen.  Van de 170.907 vrouwen hebben 112.906 (66,1 procent) kinderen levend ter wereld gebracht. Hiervan zijn 45.907 vrouwen oftewel 40,7 procent ongehuwd en 39.277 vrouwen oftewel 34,8 procent gehuwd. Daar meer dan de helft van de ongehuwde vrouwen tussen 12 -64 jaar en leeftijd onbekend kinderen hebben gehad, wordt deze leefwijze door velen als niet ideaal ervaren.

II. Vrouwen 12-64 jaar, van onbekende leeftijd naar hoogst gevolgde opleiding en aantal levend geboren kinderen
De uitkomst van de recente volkstelling bevestigt de vermoedelijke correlatie die er zou kunnen bestaan tussen het hebben van een aantal kinderen en genoten opleiding namelijk hoe hoger de genoten opleiding, hoe minder het aantal kinderen. Zo blijkt verder uit het resultaat duidelijk dat vrouwen die geen onderwijs hebben genoten 3,8 kinderen ter wereld hebben gebracht en bij vrouwen die een HBO of universitaire opleiding hebben gevolgd, ontmoeten we 1,0 kind. De eerste categorie maakt 7,8 procent en de laatste  bijna 5,0 procent van het bestand uit. De meeste vrouwen (51,5 procent) uit deze categorie hebben gemiddeld 1,6 kinderen. Kweekschool, VOJ etcetera gevolgd en vrouwen die lager onderwijs hebben genoten (29,1 procent) vertegenwoordigen twee tot vijf kinderen. Bijna 50,0 procent van de vrouwen, die opgeeft een HBO of Universitaire opleiding als hoogste opleiding te hebben, heeft geen kinderen en meer dan 45,0 procent is gezegend met één, twee en drie kinderen. Bij alle onderwijstypes neemt het aandeel binnen de groep naarmate het aantal kinderen toeneemt systematisch af.

III.Vrouwen 12-64 jaar, van onbekende leeftijd naar etnische groep en aantal levend geboren kinderen.
Eerder is in de analyse vastgesteld dat 170.907 vrouwen behoorden tot deze categorie, waarvan 58.001 vrouwen (33,9 procent) die (nog) geen levend geboren kinderen ter wereld hadden gebracht. De 112.906 vrouwen hebben landelijk gemiddeld 2,0 kinderen ter wereld gebracht en bij zij die geen kinderen hebben gehad, komen relatief de meeste vrouwen (43,2 procent) voor die als gemengd gekwalificeerd wensten te worden, gevolgd door de creolen namelijk 36,3 procent. De Javaanse vrouw neemt met 47,5 procent de eerste plaats in wat het aantal kinderen in de groep van één tot en met drie kinderen betreft, de tweede plaats wordt door de Hindostaan (43,3 procent) bezet. De creoolse vrouw en andere veroveren een gedeelde derde positie met 41,2 procent. Daarna spelen de marronvrouwen een dominante rol in alle klasse indelingen met andere woorden relatief komen deze vrouwen frequenter voor dan vrouwen van alle andere bevolkingsgroepen. Het gemiddeld aantal kinderen dat een vrouw tussen 12-64 jaar en van onbekende leeftijd ter wereld heeft gebracht ziet er naar etniciteit als volgt uit:

Het blijkt dat de vrouwen uit de marron gemeenschap in vergelijking met andere bevolkingsgroepen de meeste namelijk 2, 8 kinderen ter wereld hebben gebracht en ligt boven het landelijk gemiddelde van 2,0 kinderen. De Javaanse vrouw en vrouwen die behoren tot de etnische groep andere hebben nagenoeg evenveel kinderen gehad en de creolen en hindostanen tenderen naar hetzelfde beeld en verder heeft de bevolkingsgroep gemeng 1,4 kinderen.

Korte opmerking:
Daar de omvang van de kinderen sterk afhankelijk is van een complex aan factoren (motieven) zoals: gezinsinkomen, gezinsplanning, positie van de vrouw/man in de samenleving, genoten onderwijs vrouw/man, geloofsovertuiging vrouw/man en gendergelijkheid et cetera, is het hebben van een aantal kinderen een smalle basis tot het vaststellen van de vruchtbaarheid van een vrouw of vrouwen uit een bevolkingsgroep. In ons land bestaat er helaas (nog) een grote discrepantie tussen de vrouwen van de verschillede bevolkingsgroepen en regio's, derhalve dient men bij het bepalen van de vruchtbaarheid van de vrouw rekening te houden met de factoren die correleren met de omvang van de kinderen. Uit deze overwegingen en zonder diepgaande studies te verrichten in deze complexe materie en/of op basis van literatuurstudie wordt mijnerzijds gesuggereerd beter te spreken van ‘hoeveel kinderen een vrouw ter wereld heeft gebracht of gehad’  en bij vergelijking ‘hoeveel kinderen heeft een vrouw meer ter wereld gebracht of gehad’ dan de andere vrouw in plaats van de terminologie vruchtbaarheid te bezigen.

IV.Moeders  naar leeftijdsgroep bij de geboorte van het eerste kind en de huidige leeftijdsgroep.

De 105.192 moeders maken ruim 21,3 procent van de totale bevolking uit en binnen het vrouwelijk geslacht vertegenwoordigen zij 43,0 procent. Ze zijn gemiddeld 39,2 jaar oud en hebben gemiddeld  op 21,0 jarige leeftijd het eerste kind ter wereld gebracht. Met andere woorden het eerst kind casu quo het oudste kind van de moeder is 18,0 jaar jonger dan zijn/haar moeder. De meeste vrouwen (moeders) 37,8 procent hebben hun eerste kind tussen 15-19 jaar gehad en blijken gemiddeld 38,4 jaar oud te zijn en zitten verder in de leeftijdsklasse 30 -39 jaar.
Ongeveer 35,0 procent van de moeders die tussen 20-24 jaar het eerste kind hebben gehad zit eveneens in de leeftijdsklasse 30-39 jaar. Vrouwen die meer op hogere leeftijd namelijk tussen 25-29 en 30-34 jaar het eerste kind hebben gehad, hebben als aandeel respectievelijk 13,2 procent en 4,0 procent in het totaal. De tienermoeders (het eerste kind ter wereld gebracht door een moeder jonger dan 15 jaar) in totaal 3.291, maken ruim 3,0 procent uit van het geheel en het aandeel van de moeders binnen de categorie die tot de groep der bejaarden behoort, komt neer op ruim 3,5 procent. Ruim 60,0 procent van alle vrouwen tussen 12-64 jaar blijkt moeder te zijn. Nagenoeg relatief evenveel vrouwen (±  90,0 procent) in de leeftijdsklasse 40-49 jaar en 50-59 jaar zijn moeders en circa 85,0 procent in de leeftijdsklasse 30-39 jaar heeft kinderen ter wereld gebracht en tenslotte een gering percentage namelijk ongeveer 10,0 procent bevindt zich in de jongste leeftijdsklasse 12-19 jaar.

V. Moeders 12 - 64 jaar en van onbekende leeftijd, naar aantal nog in leven zijnde kinderen en etnische groep.
In ons land leven er 112.581 moeders met 3,2 kinderen en verder 325 moeders (0,3 procent) die alle kinderen (één of meer kinderen) verloren hebben. De meeste moeders namelijk 70.892 (62,8 procent) hebben één tot en met drie kinderen nog in leven, gevolgd door 26.360 moeders (23,3 procent) met vier tot en met zes kinderen en ruim 1,0 procent van de moeders heeft tien of meer kinderen in leven. Relatief zijn evenveel ( ± 70 procent) javaanse vrouwen en vrouwen die tot de etniciteit andere behoren moeders. De gemengde hebben als percentage 56,8 procent en de creolen 63,7 procent en verder bestaan er geen significante verschillen tussen de vrouwen van hindostaanse afkomst die moeder zijn (± 66,0 procent) en van de marronvrouwen.

Noot: in 'onbekend' zit een aantal van 7.714 vrouwen van wie niet bekend is of zij ooit kinderen hebben gehad.

Bron: Algemeen Bureau voor de Statistiek/Censuskantoor

Bron/Copyright:

Nickerie.Net / dWT

25-09-2009

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2009. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics