Nickerie.Net, donderdag 29 juli 2010


Suriname maakt zich op voor hoog bezoek

Pieter Van Maele, 29/07/2010

Paramaribo - Toen parlementsvoorzitter Jeniffer Geerlings-Simons vorige week donderdag vertelde dat aankomend president Desi Bouterse (NDP) zijn inauguratie verplaatste van 3 naar 12 augustus, was dat niet verrassend. De reden waarom echter wel. Niet de bezwaren vanuit het Nieuw Front – de termijn van huidig president Ronald Venetiaan (NPS) loopt nu eenmaal tot 12 augustus – werden genoemd, maar de uitdrukkelijke wens van de NDP-voorzitter om (voormalige) buitenlandse staatshoofden te mogen verwelkomen op zijn inauguratiefeest. Daarmee zou Bouterse wel eens demonstratief willen tonen dat Suriname onder zijn leiderschap niet geďsoleerd komt te staan op het internationale toneel. Een overzicht van waarschijnlijk de belangrijkste genodigden, van wie twee – net als Bouterse – ook ooit een coup pleegden.

Hugo Rafael Chávez Frías – Venezuela (komst bevestigd)

Hugo Chávez, de president van Venezuela, werd geboren op 28 juli 1954 in de kleine Venezolaanse stad Sabaneta. Chávez, die omwille van zijn politieke tirades door de Amerikaanse pers ook wel ‘Hurricane Hugo’ wordt genoemd, is een omstreden president met zowel grote voorstanders als fervente tegenstanders. Voorstanders benadrukken zijn socialistische retoriek van gelijkheid en ‘cadeautjes’ zoals goedkope olie (3 US dollarcent per liter aan de benzinepomp). Tegenstanders zien vooral beknotting van de persvrijheid, een sputterende economie en zelfs rantsoenering van de stroomtoevoer.

Chávez begon zijn carričre in het leger toen hij zeventien jaar oud was. Op 4 februari 1992 probeerde hij door middel van een coup president Carlos Andrés Pérez uit Caracas te verdrijven. Dat mislukte jammerlijk, en Chávez moest live op televisie zijn overgave bekendmaken. Hij zei echter dat hij ‘enkel op dit moment’ had verloren, en hij kreeg nog gelijk ook. In 1994, toen hij uit de gevangenis vrijkwam, ontpopte Chávez zich als een politicus. In 1998 maakte hij zich klaar voor het presidentschap, nadat hij in december van dat jaar de verkiezingen met een monsterscore van 56 procent van de stemmen won.

Hij steunt daarvoor op zijn ideologie van ‘Bolivarisme’, een mengeling van anti-imperialisme, patriottisme en socialisme. Het streeft ook naar een evenredige verdeling van alle Venezolaanse olie. En daarvan heeft het land er genoeg; er staken drie jaar geleden nog zo’n 80 miljard vaten olie in de grond. De afgestofte plannen om vanuit Caracas door Georgetown een oliepijpleiding tot in Suriname aan te leggen, zijn daarvan een perfect voorbeeld.

Uiteraard heeft Chávez ook heel wat tegenstanders. Zo wordt hij al jarenlang hevig bekritiseerd voor het aan banden leggen van de persvrijheid. In 2004 probeerde de Venezolaanse oppositie zelfs Chávez door middel van een referendum af te zetten. Daarvoor hadden ze 2,7 miljoen handtekeningen verzameld. Het referendum strandde echter, nadat 58 procent van de kiezers er echter voor koos om de president ongemoeid te laten. Sterker nog, op 15 februari 2009 won Chávez zelfs een referendum dat de limiet op deelname aan presidentsverkiezingen afschafte, waardoor hij – net als in Suriname – ongelimiteerd kan deelnemen aan presidentsverkiezingen. Zijn huidige termijn loopt in 2011 af.

Jerry John Rawlings – Ghana (uitgenodigd, heeft nog niet bevestigd)

De levensloop van Desi Bouterse, die al eens durft rond te lopen met een beeltenis van Jerry John Rawlings op zijn kleren, kent heel wat frappante overeenkomsten met die van de Ghanees zelf. Beiden pleegden ze meerdere staatsgrepen, beiden worden ze in verband gebracht met het ombrengen van politieke tegenstanders, beiden kwamen ze uiteindelijk toch democratisch aan de macht. En wat te denken hiervan: op een verkiezingsbijeenkomst viel Rawlings ooit publiekelijk op zijn knieën om vergiffenis te vragen voor niet waargemaakte beloftes. Laat nu ook Bouterse op het punt staan een publieke biecht te doen...

Rawlings, geboren als Jeremiah John Rawlings in de Ghanese hoofdstad Accra, is een voormalige gevechtspiloot die aan het hoofd van het West-Afrikaanse land kwam na een staatsgreep. Hij was tweeëndertig jaar oud toen hij in 1979 – op slippers gemaakt van autobanden – de macht in zijn land overnam. ‘Junior Jesus’ liet hij zich noemen, terwijl hij drie voormalige staatshoofden die zich schuldig hadden gemaakt aan wanbeleid en corruptie liet executeren. Na drie maanden droeg Rawlings de fakkel over aan een democratisch gekozen regering. Teleurgesteld over het gevoerde beleid van die regering, pleegde hij twee jaar later opnieuw een staatsgreep, vastberaden Ghana revolutionair te veranderen. Het meerpartijensysteem werd afgezworen en opponenten werden afgeschilderd als CIA-agenten.

Na heel wat tegencoups in Ghana, dat intussen van één van de welvarendste Afrikaanse naties tot de slechtste leerling van het continent was afgegleden, gooide de onvoorspelbare Rawlings 1985 het roer om. Hij omarmde zelfs het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. Privatisering en de vrije markt werden nieuwe sleutelwoorden. In de ogen van zijn kameraden veranderde ‘Junior Jesus’ in een judas die zelf de revolutie verraadde. Na 1992 kwam hij zelfs democratisch aan de macht binnen een meerpartijenstelsel. Tot zijn beste vrienden rekent Rawlings de Amerikaanse president Bill Clinton, die in 1998 Ghana aandeed tijdens zijn Afrika-ronde. In 2001 ging Rawlings met ‘politiek pensioen’.

Bharrat Jagdeo – Guyana (komst bevestigd)

Het Guyanese staatshoofd Bharrat Jagdeo (23 januari 1964) is al sinds 11 augustus 1999 de president van onze westerburen. Coups noch executies. Hij kwam elf jaren geleden aan de macht toen de vorige president, Janet Jagan, overleed en won daarna verkiezing na verkiezing.

Jagdeo is geboren in het kleine dorpje Unity Village en is al sinds zijn zestiende lid van de People’s Progressive Party (PPP). Hij studeerde economie in Moskou. In 1990, nadat hij afgestudeerd was, keerde hij terug naar Guyana, waar hij met de PPP in 1992 een verkiezingsoverwinning boekte. Daarna klom de ster van Jagdeo heel snel: Junior-minister van Financiën en hoofdbestuurslid van de PPP in 1993, Senior-minister van Financiën in 1995, premier van Guyana op 9 augustus 1999 en twee dagen later zelfs al president van Guyana. Zeven jaar later kon hij nog een presidentstermijn aan zijn CV toevoegen. De huidige termijn van Jagdeo loopt af in 2011.

Geen ‘spannende’ politieke levensloop zoals die van Chávez of Rawlings, maar Jagdeo kan voor sommigen misschien toch een min of meer gecontesteerde gast zijn. Ons land leeft al decennia op gespannen voet met Guyana omwille van het dispuut over de Tigri-driehoek. Aan de andere kant was Jagdeo één van de allereerste regionale leiders die Bouterse officieel feliciteerde, en zelfs de hoop uitdrukte dat de samenwerking met Suriname geďntensiveerd kan worden. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Luiz Inácio Lula da Silva – Brazilië (uitgenodigd, heeft nog niet bevestigd)

Lula da Silva werd geboren op 27 oktober 1945 in het Braziliaanse dorp Caetés. Zijn jeugd verliep niet over rozen; zo leerde hij pas lezen toen hij al toen jaar oud was. Op zijn twaalfde werd hij schoenpoetser, kort daarna straatverkoper. Op zijn veertiende belandde hij als arbeider in een metaalfabriek. In die fabriek kreeg hij zijn roepnaam ‘Lula’. Hij hield zodanig veel van die roepnaam dat hij het koosnaampje een paar jaar later aan zijn officiële naam liet toevoegen.

In Brazilië is Lula een levende legende, een ‘man van het volk’. Een kleine jongen uit een nietig dorpje die het tot president schopte, net zoals Bouterse zichzelf graag afschildert. Denkt u maar terug aan zijn speech in De Nationale Assemblée vlak na de presidentsverkiezingen. De eerste keer dat de voormalige metaalarbeider het tot president schopte was in 2003. Daarvoor had hij eerder een vakbond geleid en zich aangesloten bij de Partido dos Trabalhadores, de Braziliaanse arbeiderspartij. In 1989, 1994 en 1998 had Lula al eens een gooi gedaan naar het presidentschap, maar dat was telkens mislukt. In het verkiezingsjaar 2002 lukte het plots wel, niet toevallig na een radicaal links verkiezingsdiscours.

Dat bleek slechts podiumtaal te zijn, want na zijn aanstelling koos Lula voor de gematigde aanpak. Snel bleek dat Lula maar weinig gemeen heeft met mensen als Hugo Chávez. Hij schroefde de overheidsuitgaven terug, beteugelde de inflatie en slaagde erin een surplus te creëren, waardoor Brazilië zijn schuld aan het Internationaal Monetair Fonds (11,8 miljard euro) helemaal kon terugbetalen. Zijn sociale hulpprogramma’s hebben tussen 2002 en 2006 meer dan zes miljoen Brazilianen uit de extreme armoede gehaald.

Is Lula dan een levende legende? Helemaal niet. In 2006 zaaiden gewelddadige gevangenisbendes nog angst en terreur in de straten van Săo Paulo en criminaliteit is in Brazilië nog altijd een even groot probleem. De economische vooruitgang blijkt geografisch erg ongelijk verdeeld. Voorts regende het ten tijde van de presidentsverkiezingen in 2006 aantijgingen dat Lula’s bondgenoten parlementsleden zouden hebben omgekocht, geld hebben witgewassen en de kiescampagne illegaal hebben gefinancierd.

Toch is de komst van Lula – of op zijn minst van een Braziliaans regeringslid – ontzettend belangrijk voor Desi Bouterse. Chávez en Rawlings zijn allebei te omstreden en Jagdeo internationaal te onbekend om een teken van internationale waardering en legitimiteit aan de komende regering-Bouterse te schenken. Krijgt de NDP echter Lula himself op Bouterses inauguratieceremonie, dan zal zelfs Nederland moeten erkennen dat er nog steeds wereldleiders zijn – Brazilië is tegenwoordig ‘s werelds achtste economie – die blijkbaar wel met Bouterse op de foto willen.Op 3 oktober vinden in Brazilië nieuwe verkiezingen plaats. Lula komt niet meer terug, want hij heeft het maximum aantal termijnen al bereikt.-.

Bron / Copyright:

Nickerie.Net / dWT

29-07-2010

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2010. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics