Nickerie.Net, dinsdag 04 januari 2011
Stichting Moiwana overweegt Suriname opnieuw aan te klagen
De Stichting Moiwana overweegt de Staat Suriname opnieuw aan te klagen bij de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), omdat de regering niet voortvarend is in de uitvoering van het vonnis van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens (IAHRC). De nabestaanden van de Moiwana-slachtoffers hadden Suriname eerder al aangeklaagd, omdat de Staat had nagelaten onderzoek te doen naar de massamoord op circa 50 inwoners en het platbranden van huizen en hutten in het dorp Moiwana op 29 november 1986 en de schuldigen te straffen.
Archiefbeeld Moiwana - Afgeslachtte weerloze vrouwen en kinderen door het leger olv van huidige president Desi Bouterse
vrouwen André Ajentoena, voorzitter van de in Frans-Guyana gevestigde stichting, zegt geen reactie te hebben gehad op een brief aan president Desiré Bouterse. Daarin wordt de regering eraan herinnerd, dat Suriname een deel van het vonnis nog moet nakomen. Er zijn afschriften van die brieven gestuurd naar voorzitter Jenny Simons van De Nationale Assemblee (DNA) en minister Martin Misiedjan van Justitie en Politie, welke bewindsman namens de Staat belast is met de uitvoering van het vonnis.
,,We gaan ons nog een keer tot de Staat wenden, nu met een rechtstreekse brief aan de minister van Justitie en Politie. Als we geen opheldering krijgen, dan rest ons geen andere optie dan ons opnieuw te wenden tot de OAS,” aldus Ajentoena vandaag in een gesprek met De West.
Hij zegt, dat de nabestaanden ook rapportage zullen uitbrengen aan graman Matodja Gazon van de Ndjukas over de mate, waarin het vonnis is uitgevoerd. Het IAHRC had in het proces meegenomen, dat de vermoorde dorpelingen behoorden tot de stamleden van Gazon.
Ajentoena neemt het ex-president Ronald Venetiaan deels kwalijk, dat hij deze kwestie niet heeft afgewikkeld. De voorzitter had gewaarschuwd, dat Bouterse als machthebber nooit daaraan zou meewerken. Bouterse was bevelhebber van het Nationaal Leger (NL) en regeringsleider toen de militaire eenheid de bloedige zuiveringsactie hield. Met de beëdiging van Misiedjan tot de justitieminister had hij een beetje hoop. ,,Misiedjan was een man van het eerste uur toen wij onze strijd om gerechtigheid begonnen. Hij steunde en ging door het vuur voor de nabestaanden. Nu is hij minister, de tijden zijn veranderd, maar misschien krijgt hij ook opdrachten van hogerhand om het vonnis niet uit te voeren. Wie weet?,” aldus een teleurgestelde Ajentoena. Misiedjan bevond zich vandaag in een vergadering van de Raad van Ministers (RvM) en niet bereikbaar voor commentaar. Ook Patricia Meulenhof, voorzitter van het fonds voor de wederopbouw van Moiwana, was niet bereikbaar voor commentaar. Meulenhof is directeur op het Ministerie van Regionale Ontwikkeling. Ze zit samen met Ajentoena en Kenneth Loe A Njoe in het bestuur.
Ajentoena komt later deze week naar Suriname in verband met de voorbereiding van een conferentie van de nabestaanden in Mana, Frans-Guyana, op 15 januari aanstaande. Het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens stelde Suriname in 2005 na een jarenlang juridisch getouwtrek in het ongelijk en de uitspraak verplicht de Staat tot een aantal zaken, waarvan een deel is uitgevoerd.
Uitgevoerd: de uitkering van smartengeld ŕ US$13.000 aan elk van de 103 nagetrokken nabestaanden van de slachtoffers, de storting van US$ 1,2 miljoen in het herstelfonds voor Moiwana, de bouw van een monument en een openbaar excuus door de regering.
Nog niet uitgevoerd: storting van de resterende US$ 400.000 in het herstelfonds, wettelijke erkenning van de grondenrechten van de marrons in Marowijne en de rest van Suriname, onderzoek en vervolging van de moorden, terugbezorging van de stoffelijke resten, die uit een massagraf waren verwijderd in het belang van het toen ingezette politioneel onderzoek. Het hof had de Staat vijf jaren de tijd gegeven om het vonnis volledig uit te voeren. Was het vonnis in 2005 uitgesproken, sommigen interpreteren dat vonnissen in die zin, dat met het verstrijken van het jaar 2010 het ultimatum is verstreken, terwijl een andere groep uitgaat van het feit, dat het vonnis in juni 2005 werd uitgesproken en dat de termijn van 5 jaren pas in juni 2011 verstrijkt.
Bron(nen) / Copyright: | |
Nickerie.Net/NSS |
04-01-2011 |
|
Email: info@nickerie.net
Copyright © 2011. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics