Nickerie.Net, zaterdag 09 april 2011
Ex-lid Groep van 16 - Ruben Rozendaal geeft “Revo-ster” terug
Ruben Rozendaal, lid van de groep van zestien, die op 25 februari 1980 de regering-Arron omverwierp, heeft de hoogste onderscheiding van het land, die hem op 24 februari jongstleden werd toegekend, teruggestuurd naar president Desiré Bouterse. Hij zegt geen waarde te hechten aan een onderscheiding, waar ook Laurens Neede, Badrisein Sital en Ramon Abrahams voor in aanmerking kwamen. Die zaten volgens hem in de gevangenis op het moment, dat de staatsgreep werd gepleegd. “En we hebben het echt niet om hun gedaan, maar om het beter te laten gaan met het land”. Wat Rozendaal het meest hindert is, dat hij anno 2011 in extreme armoede leeft, terwijl anderen, die nimmer iets hebben verzet, in enorme weelde verkeren. Volgens Rozendaal ontving hij op de bewuste dag om één uur ‘s middags een “soort” uitnodiging om acht uur die avond voor de decoratie op het paleis aanwezig te zijn.
Ruben Rozendaal
Ruben Rozendaal (Suriname, 1959) was één van de betrokkenen bij de militaire staatsgreep in Suriname in 1982 en verdachte van de decembermoorden Rozendaal was tijdens de staatsgreep als militair belast met de verovering van de marinebasis, de Memre Boekoe Kazerne, het hoofdbureau van politie en de munitiebunker aan de Dhoekiweg in Paramaribo. Tijdens de decembermoorden was Rozendaal volgens de afgelegde verklaring van de enige overlevende van de moorden, Fred Derby, één van de vier militairen die hem thuis ophaalden. Rozendaal draagt Derby bij aankomst over aan Paul Bhagwandas en Benny Brondenstein. Hierna haalt hij André Kamperveen op samen met de inmiddels overleden Guno Mahadew en zou later nog meer mensen opgehaald hebben. Na de coup raakt Rozendaal ook betrokken in het zogenaamde Surikartel bij drugshandel. In oktober 1988 valt de Braziliaanse politie een appartement binnen in Brazilië en vindt daar Bouterse, Rozendaal en Dendoe die een groot bedrag bij zich hebben. De politie was getipt dat dit geld bedoeld zou zijn om cocaïne te gaan kopen maar kon het bewijs hiervoor niet rondkrijgen en kon geen arrestaties verrichten doordat ze te vroeg was binnengevallen. |
Daar hij om vijf uur gedialiseerd zou worden, zou hij er sowieso niet bij kunnen zijn. Hij liet zich daarom vertegenwoordigen. Hij raakte opgewonden toen hij de televisiebeelden achteraf bekeek. “De jongens van de groep van zestien zaten op de vierde en vijfde rij, terwijl Ingrid Bouterse en allerlei criminele figuren de prominente plekken hadden ingenomen”. Het hindert Rozendaal, dat hij anno 2011 moet leven van een uitkering van SRD 225 van het ministerie van Sociale Zaken, dat hij zich driemaal per week moet laten dialiseren met een on- en minvermogendenkaart van datzelfde ministerie en maandelijks de grootste problemen heeft met het betalen van de huur van de woning, waarin hij verblijft.
“Tegelijkertijd worden drugscriminelen als Jannasch en Aalstein, die een langdurige gevangenisstraf erop hebben zitten, in allerlei riante posities op het Kabinet van de president geplaatst”. Rozendaal zegt, dat hij vele malen door de Krijgsraad is opgeroepen om te getuigen in de decembermoordenzaak. Vanwege zijn gezondheidstoestand kon hij er echter niet naar toe. Uiteindelijk werd hij door de rechtbank gehoord op een zaterdag, na overleg tussen het Hof en zijn behandelende artsen. Volgens Rozendaal heeft hij vanaf het moment waarop hij de eerste dagvaarding ontving tegen zichzelf gezegd, dat hij niet man wil zijn, die bloedbroeders in de gevangenis zal laten belanden. Na de zitting is Bouterse’s advocaat Erwin Kanhai naar hem toe gekomen. Van Kanhai ontving hij een bedrag van SRD 250. Bouterse’s raadsman bezocht hem toen thuis, waarna Harvey Naarendorp en Bouterse hetzelfde deden. Bouterse zou hij toen na tien jaren weer een keer hebben gesproken.
Hij zegt, dat hij steeds geweigerd heeft om bij de herdenking van 25 februari 1980 op het Plein van de Revolutie aanwezig te zijn. “Je gaat naar zoiets, krijgt een handdruk, om dan weer platzak huiswaarts te keren”. Rozendaal zegt, dat toen hij het leger in de jaren tachtig verliet, hij een kleinigheid heeft ontvangen, waarmee hij een onderneming is begonnen. Hij zegt, dat hij regelmatig Bouterse op bezoek kreeg. Laatstgenoemde zou altijd talloze beloften hebben gedaan, maar nimmer er één zijn nagekomen. Niet lang voor de verkiezingen van vorig jaar kreeg hij weer eens bezoek van Bouterse, die naar zijn gezondheidstoestand vroeg. “Waarom onderga je niet een niertransplantatie”, zou Bouterse hebben gevraagd. Rozendaal zegt dat als een onsmakelijke grap te hebben ervaren, omdat je met een kaart van het ministerie van Sociale Zaken al van geluk mag spreken, dat men je wil dialiseren. Van Bouterse kreeg hij toen de toezegging, dat hij maandelijks een kleinigheid mocht tegemoetzien. Rozendaal zegt tot op heden op de eerste kleinigheid te wachten. Hij woont in een huurhuis, dat de eigenaar van de hand wil doen voor een bedrag van 125.000 euro. Reeds ettelijke malen is hij aangezegd de woning te ontruimen. “Maar ik kan dat niet doen, omdat ik nergens heb om naar toe te gaan”.
Nadat Bouterse al tot president was beédigd, bracht hij zijn vriend Ruben Rozendaal weer een bezoek. Maar liefst zeven uren bracht hij daar door. Rozendaal hield hem voor, dat hij in geldnood zat en ook in woningnood, daar de huisbaas erop stond, dat hij zou verhuizen. Bouterse zou hem toen hebben voorgehouden, dat hij ergens een huis wist een vierkamerwoning. “Ga kijken of het je bevalt, dan gaat Lanti elke maand je huur voor je betalen” hield Bouterse hem toen voor. Rozendaal zegt vriendelijk te hebben bedankt voor dat aanbod. “Wie gaat dan verder betalen, als Bouterse geen president meer is”. Rozendaal zegt, dat vanaf dat moment hij Bouterse nooit meer op bezoek heeft gehad.
Uiteindelijk heeft hij een brief gestuurd naar diens Kabinet. Prompt werd hij uitgenodigd om bij het staatshoofd langs te komen. “Kan je je voorstellen, dat die man je te woord heeft gestaan in het bijzijn van een veiligheidsman. Iemand die zeven uren bij me thuis doorbrengt, voelt zich onveilig als ik bij hem op kantoor langskom”. Uit wanhoop zegt Rozendaal zich te hebben begeven naar Ramon Abrahams. “Ik heb daar als een klein kind gehuild van verdriet”. Abrahams beloofde hem weer contact te maken. Na enige tijd stond Edwin Heuvel voor zijn deur. “Kijk, dan ben je niet serieus”, merkt Rozendaal op. Hij zegt, dat Bouterse hem het boek in verband met zijn inauguratie in handen heeft gespeeld. “Ik vraag me af of het de bedoeling was, dat ik dat boek zou eten, want eten is wat ik niet heb”.
Rozendaal zegt soms geen geld te hebben om een taxi naar het nierdialisecenrtum te betalen “Ik pienaar”, zegt hij zonder enige schroom. Bouterse zelf heeft volgens hem geen klagen. Vóór de coup van 1980 zou Nederland Bouterse hebben aangetrokken. Daar zou hij een fiks bedrag voor hebben ontvangen. Niemand heeft daar ooit een cent van gezien. “Ik zeker niet”. Intussen bestaan de drie telefoonnummers, waarop Rozendaal zijn “vriend” Desi kon bereiken, ook niet meer.
Bron / Copyright: | |
Nickerie.Net / De West |
09-04-2011 |
|
Email: info@nickerie.net
Copyright © 2011. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics