Nickerie.Net, dinsdag 21 juni 2011


Ramdien Sardjoe - Met een voldaan gevoel uit de politiek

Tekst: Ivan Cairo Beeld: Claudio Barker

28/05/2011

Hij ging het verenigingsleven in om samen met andere jongeren de identiteit van de Hindostaanse gemeenschap te bewaken in een beweging die als tegenhanger gold voor Eddy Bruma’s ‘Wi Egi Sani’. De stap naar de politiek kwam toen vrij snel en nu meer dan 50 jaar later, kijkt Ramdien Sardjoe, de man van de shanti-politiek, voldaan terug op een bewogen politieke carrière.

Begonnen als schaduwkandidaat schopte Sardjoe het tot voorzitter van het parlement en vicepresident van Suriname. De VHP-voorzitter trekt zich over enkele weken terug uit de actieve politiek en gaat zich voortaan onder andere bezighouden met zijn geliefde hobby: het kweken van orchideeën en tuinbouw. Met opgeheven hoofd verlaat hij de politieke arena.

Sardjoe zit ontspannen in zijn kantoor in ‘De Olifant’ het hoofdkwartier van de Verenigde Hervormingspartij (VHP), wanneer hij de Ware Tijd te woord staat. Hij is helemaal klaar voor het interview, gewapend met enkele foto’s waar hij op het VHP-podium staat of als vicepresident een rede houdt in het parlement. Trots toont hij ook een foto uit 2009 waarop hij samen met zijn echtgenote staat met VS-president Barack Obama en first lady Michelle Obama. Hij lijkt opnieuw te genieten van de ontmoeting met de charismatische Amerikaanse regerings- en wereldleider. “Dit is een lang verhaal jonge...”, verzucht hij bij aanvang van het vraaggesprek. Herinneringen van een mensenleeftijd terug moeten worden opgehaald. Hij graaft diep, maar de 75-jarige politicus blijkt een uitstekend geheugen te hebben, wat eigenlijk niet zo verwonderlijk is: hij was leraar geschiedenis.

Vicepresident Ram Sardjoe samen met zijn echtgenote te gast bij VS-president Barack Obama en first lady Michelle Obama op 23 september 2009 tijdens een receptie in het Metropolitan Museum in New York. Witte Huis-foto / Lawrence Jackson

Het begon allemaal in de periode 1953-1954 toen Sardjoe zich aansloot bij de Hindostaanse Jongeren Vereniging, Hindostani Nawyug Shabha (HNS). Deze organisatie werd opgericht als tegenhanger van het in Nederland opgerichte ‘Wi Egi Sani’ van Bruma die zich voornamelijk richtte op de culturele verheffing en bewustwording van Surinamers van Afrikaanse afkomst. De Hindostaanse jongeren kwamen toen regelmatig bijeen bij de marinetrap en de HNS werd opgericht. Sardjoe was in de periode ‘55-’56 de eerste secretaris en werd voorzitter in de periode ‘60-’61. VHP-voorzitter Jagernath Lachmon was destijds dé grote Hindostaanse leider. Frappant is dat de HNS in feite acties ondernam tegen Lachmons VHP, die als conservatief werd ervaren, maar Sardjoe had juist bewondering voor de VHP-leider. Op 2 oktober 1961 nodigde hij Lachmon uit om aanwezig te zijn bij de door de HNS georganiseerde kranslegging bij het standbeeld van Mahatma Gandhi. Daarna kreeg Lachmon uitnodigingen om lezingen te verzorgen op activiteiten die door de jongerenvereniging werden gehouden. “Ik koos de kant van Lachmon en sprak m’n voorkeur uit voor de VHP. Toen brak er strijd uit in de HNS en begon ik Lachmon te betrekken bij activiteiten, zoals de kranslegging bij het standbeeld van Mahatma Gandhi”, zegt de politicus. Dat werd echter niet gewaardeerd door andere jongeren. Sardjoe zegt al veel eerder belangstelling te hebben gehad voor de politiek. Op 15 december 1954 nam hij deel aan een manifestatie bij de ondertekening van het Statuut. Daarna ging hij samen met zijn goede vriend Willem Ramlakhan die de eerste voorzitter van de HNS was naar de beraadslagingen van de Staten van Suriname, zoals het parlement toen heette. Vooral de debatten in de periode ‘57-’58 waren een “bijzonder harde strijd” tussen de VHP en NPS enerzijds en het Eenheidsfront anderzijds. In die periode bezocht hij ook regelmatig politieke vergaderingen in theater Bellevue. “Door de weerstand van de jongeren werd mijn band met voorzitter Lachmon juist hechter. Ik werd gevraagd om op een politiek podium te praten en dat heb ik als een grote eer ervaren. Mijn eerste politieke redevoering was in 1962 op het erf van de Rahanschool, waar nu de zondagsmarkt staat aan de Indira Ghandiweg”, herinnert Sardjoe zich.

Schaduwkandidaat

In maart 1963 zouden algemene verkiezingen gehouden worden en de jonge hulponderwijzer werd door de VHP als schaduwkandidaat aangesteld in het district Suriname. De VHP mocht deelnemen aan de regering en de arts Rambaran die in dat kabinet minister was, kwam niet lang na zijn aantreden te overlijden. Jhan Adhin die toen statenlid was, schoof door naar de opengevallen ministerspost en Sardjoe die zijn schaduwkandidaat was, kwam in de Staten van Suriname. “Op 9 juli 1964 werd ik toegelaten tot de Staten van Suriname”, zegt hij. Aan alle andere verkiezingen daarna waarbij hij kandidaat was, werd Sardjoe gekozen als parlementslid. Achtereenvolgens werd hij gekozen in 1967, 1969, 1973 en in 1977 en in 1980 stond hij op een verkiesbare plaats, maar de militaire staatsgreep van 25 februari 1980 gooide roet in het eten. Toen vanaf 1987 opnieuw algemene verkiezingen werden gehouden, is Sardjoe steeds gekozen als parlementslid: 1987, 1991, 1996, 2000 en 2005. In 2010 werd hij door de VHP naar voren geschoven om de eerste positie van de partij in te nemen op de kandidatenlijst van het Nieuw Front. Hij zou op die lijst op de tweede plaats komen te staan achter NPS-voorzitter Venetiaan. Opnieuw een verkiesbare plaats dus. De VHP-leider bedankte voor de eer en liet die plek over aan Ganeshkoemar Kandhai. Sardjoe herinnert zich dat er in feite altijd een goede verstandhouding is geweest tussen de VHP en de NPS. Wel waren er korte perioden van verwijdering. Zoals in 1967. Na de verkiezingen van dat jaar werd Johan Adolf Pengel van de NPS aangesteld als formateur. De VHP kon zich echter niet verenigen met een memorandum van samenwerking die toen aan haar werd voorgelegd. Pengel kreeg toen een brief dat samenwerking op basis van dat beleidsvoornemen onmogelijk was. “Pijnpunten waren de onderwaardering van de VHP en een aantal beleidsprincipes”, zegt Sardjoe. Hij wil niet in details treden. “Ik wil geen oude wonden openrijten.” De VHP ging toen in de oppositie en kwam bij de verkiezingen van 1969 sterk terug. Maar liefst 18 parlementszetels werden in de wacht gesleept en met de PNP die acht zetels had, werd een regering gevormd. Lachmon zou daarna meerdere pogingen hebben ondernomen om op basis van de ‘Brede basis gedachte’ ook de NPS te betrekken in de regering. Echter zonder resultaat. De NPS won in 1973 de verkiezingen en de VHP belandde weer in de oppositie. Over de onafhankelijkheid legt Sardjoe uit dat hij en zijn partij nimmer tegen de onafhankelijkheid van Suriname zijn geweest. Er werd tegenstand geboden toen omdat het in 1973 geen verkiezingsissue was, Suriname daar niet op voorbereid was en dit vraagstuk eerder een propagandistisch uitgangspunt was van de Partij van de Arbeid in Nederland. Uiteindelijk vonden de partijen na “hevige controverses” elkaar en werd op 19 november de nieuwe grondwet goedgekeurd in het parlement met algemene stemmen. “Zo hebben we een bredere grondslag helpen geven aan de staatkundige soevereiniteit van het land”. 1975 typeert Sardjoe “als één van de moeilijkste perioden in de Surinaamse geschiedenis, maar wel met een happy ending”.

Schok

De militaire staatsgreep van 1980 heeft de politicus als “een schok” ervaren. Toen waren de verkiezingscampagnes voor de verkiezingen van maart dat jaar al in volle gang. “Het was een schok natuurlijk. We hadden geen cultuur van staatsgreep, bommen en dat soort zaken. Revolutie hadden we nooit eerder meegemaakt”. Vooral om de veiligheid maakte Sardjoe zich toen zorgen. Hij, Tjan Tilakdharie en ene Kanhai sliepen vanaf de staatsgreep thuis bij VHP-voorzitter Lachmon. Een beslissing die hij nu terugkijkend als zeer risicovol typeert. “Ik heb toen risico’s genomen om m’n vrouw en kinderen alleen te laten. Zo een grote mate van vertrouwen had ik met Lachmon”, stelt Sardjoe. De VHP heeft de staatsgreep altijd veroordeeld. Want, ofschoon ze toen tegenstander was van het kabinet-Arron, werd niet een regering weggeschoten, “maar de principes van democratie en rechtsstaat. Naast verschillen hadden we zeker ook overeenkomsten met de NPS Het in stand houden van een democratisch bestel en de democratische rechtsstaat was daar één van”. Na een periode van spanning met de militaire machthebbers kwam schoorvoetend een dialoog op gang om terug te keren naar de democratie. De VHP werd als eerste betrokken bij die gesprekken. Het eerste gesprek van de VHP en exponenten van het toenmalige Militair Gezag vond toen bij Fort Zeelandia plaats thuis bij Roy Horb, destijds de tweede sterke man binnen het Nationaal Leger. Politieke vergaderingen waren toen nog verboden. Toch kwamen de leiders van de VHP en NPS in het geheim bij elkaar. Op 26 februari 1981 vindt thuis bij Sardjoe de eerste “officiële” vergadering tussen de top van de VHP en de NPS plaats. Zijn dochter was die dag jarig, maar een verjaardagsfeest was er niet. “Ik heb m’n dochter toen gezegd: je verjaardag kunnen we een andere keer vieren, maar dit belang is te groot”. Vanaf dat moment is de samenwerking met de NPS blijven bestaan tot nu toe. Toen kwamen de decembermoorden in 1982 en bekoelde de betrekkingen met de militaire machthebbers opnieuw. In 1984 begonnen de omstandigheden weer te ontdooien. Lachmon deponeerde vervolgens een stuk van de VHP bij het Militair Gezag, waarin voorwaarden waren vervat om terug te keren naar de democratie. Dat stuk was pagina voor pagina medegeparafeerd door NPS-leider Henck Arron. Uiteindelijk kwamen de politieke partijen waar intussen de KTPI zich ook bij had aangesloten op 23 november 1985 een verklaring overeen, die ‘De plechtige verklaring’ werd genoemd. Daarin waren clausules opgenomen dat er politieke vernieuwingen moesten worden doorgevoerd. Ook werd daarin gezegd dat binnen 27 maanden algemene verkiezingen zouden worden gehouden. Dit politiek akkoord werd ter gelegenheid van 10 jaar onafhankelijkheid, op 25 november 1985 op het Onafhankelijkheidsplen voorgelezen door toenmalig voorzitter van het benoemde parlement, Ulrich ‘Riek’ Aaron.

Bouterse begripvol

Bij het ophalen van herinneringen over het dialoog dat moest leiden tot herdemocratisering doet Sardjoe een opmerkelijke uitspraak. “Ik zag dat Bouterse een meer begripvolle houding etaleerde dan de mensen om hem heen. Hij behoorde niet tot de extremen onder de militairen die betrokken waren bij het dialoog”, stelt hij. Het klimaat bij de besprekingen destijds was ook geen “vijandige atmosfeer”. Sardjoe: “Hij scheen ons te begrijpen en etaleerde een zekere mate van willingness”. Die toegeeflijkheid ontbrak echter bij de gesprekken na de verkiezingen van 2010. Bouterse stelde zich tijdens besprekingen met Sardjoe op het standpunt dat de positie van president “niet bespreekbaar” was. In 1986 werd Sardjoe door de politieke partijen aangewezen om samen met Rob Leter, Pretaap Radhakishun en een vertegenwoordiger van de vakbeweging een regeerprogramma op te stellen. Radhakishun was toen premier en werd toen vervangen door Jules Wijdenbosch. Uiteindelijk wordt de nieuwe grondwet in september 1987 aangenomen en wint het Front voor Ontwikkeling en Democratie (NPS/VHP/KTPI) grandioos de verkiezingen. December 1990 plegen de militairen opnieuw een staatsgreep en wordt het kabinet-Shankar/Arron aan de kant gezet. Dan ontstaat een politiek turbulente situatie, want er moet een nieuwe president gekozen worden door De Nationale Assemblee. Zowel binnen de NPS als de VHP zijn er personen die fel gekant zijn hiertegen. Niet iedereen wil eraan meewerken dat voormalig voorzitter van de Staten van Suriname, Johannes Kraag en Jules Wijdenbosch worden gekozen als respectievelijk president en vicepresident. Op de dag dat gestemd moet worden verschansen parlementariers zich in de koffiekamer en fractieruimten in het parlement. NPS-voorzitter Arron heeft enorm veel overredingskracht nodig om de NPS’ers over de streep te trekken. Ook VHP-leider Lachmon moest alle zeilen bijzetten om de VHP-assembleeleden op één lijn te krijgen. Hen werd het groter belang voorgehouden: “wil je geweld of het probleem oplossen?” Met de kanttekening dat binnen een half jaar algemene verkiezingen zouden worden gehouden, vond de stemming uiteindelijk voortgang en kwam het tandem Kraag-Wijdenbosch in het zadel.

VHP-voorzitterschap

De verkiezingen die in 1991 worden gehouden, worden gewonnen door het Nieuw Front, nu met de SPA van Fred Derby erbij. Ook in 1996 wint het Nieuw Front, maar lopen vanwege interne strubbelingen in de VHP, vijf assembleeleden onder wie Marijke Djwalapersad, over naar de NDP. Via een verkiezing in de Verenigde Volksvergadering, komen Jules Wijdenbosch en Pretaap Radhakishun aan de macht als president en vicepresident. Sardjoe reageert nuchter op het overlopen van de vijf parlementariers destijds. “Het was wel pijnlijk, maar wat kon je anders doen. Je moest het aanvaarden”. Na een desastreus economisch beleid van de regering-Wijdenbosch wint het Nieuw Front opnieuw in 2000. Het koppel Venetiaan-Ajodhia komt weer aan de macht. Dan komt de grote klap voor de VHP, wanneer voorzitter Lachmon in oktober 2001 plotseling overlijdt tijdens een bezoek aan Nederland. Voor zijn vertrouweling Sardjoe komt de klap des te zwaarder aan. Statutair wordt de voorzittershamer van de partij overgenomen door Jhan Adhin, die wegens ziekte korte tijd later afhaakt en bestuursverkiezingen worden gehouden. Sardjoe die tot dan de eerste secretaris is van het hoofdbestuur, wordt nog dat jaar bij acclamatie gekozen als nieuwe VHP-voorzitter. Vier jaren later worden opnieuw bestuursverkiezingen gehouden en nemen de spanningen in de VHP zodanig toe dat de spaanders er letterlijk van af vliegen. De Vernieuwingsbeweging voert een verbeten strijd om de leiding, maar legt uiteindelijk het loodje. Sardjoe noemt de vernieuwingsgedachte van de beweging positief, maar de wijze waarop die zaken wilde doordrukken, keurt hij af. Er werd niet op de bal gespeeld, maar op de man. “Ik heb me op het standpunt gesteld, dat ik mijn hoofd buig, maar niet zodanig dat mijn hoed er vanaf valt. Ik was dus toegeeflijk tot een bepaalde hoogte”, illustreert hij de grimmigheid van de strijd. Na tien jaar voorzitterschap haakt hij af, maar ook de wijze waarop potentiële kandidaten nu dansen om de voorzittersstoel van de partij keurt hij af. Zaken hoefden niet achter zijn rug om bekokstoofd te worden. Want, iedereen met een beetje politiek inzicht kon hebben geconstateerd dat hij bezig was af te bouwen. Hij liet de toppositie bij de verkiezing van 2010 over aan een jongere kandidaat en nam ook geen zitting in de staatsraad ofschoon hij het vertrouwen en de backing had dat te doen. Zijn directe omgeving had hij ook al verwittigd dat hij ermee stopt. “Er was dus geen enkele strijd voor nodig, voor iets dat toch al zou gebeuren.” Gelet op de kwaliteiten van de personen die zich opmaken om de macht in de partij over te nemen, verwacht Sardjoe dat de partij een goede toekomst tegemoet gaat. De idealen van de partij, namelijk het bijdragen aan de ontwikkeling van Surinames multiculturele samenleving, vooruitgang en veiligheid moeten overeind blijven. Sardjoe: “Ik ga weg met een voldaan gevoel”. Als hoogtepunten in zijn politieke loopbaan noemt Sardjoe de aanname van de grondwet in 1975, herstel van de democratie in 1987, de bijdrage die hij mocht leveren aan het regeerprogramma van 1986 en het voorzitterschap van De Nationale Assemblee. Ook het feit dat hij van 2003 tot 2004 co-president was van de parlementaire ACP/EU-vergaderingen. Daarvoor was hij geruime tijd vicepresident. De toespraak die hij in september 2009 als vertegenwoordiger van Suriname in de Verenigde Naties heeft mogen houden, noemt hij ook een hoogtepunt alsook de ontmoeting met VS-president Barack Obama diezelfde maand. De dieptepunten zijn zonder meer de dood van VHP-voorzitter Lachmon en de perioden die hij als parlementariër in de oppositie heeft gezeten.

Gelijk

De voorzitter zegt gelijk te hebben gekregen om de VHP niet te laten deelnemen in de huidige regering die gedomineerd wordt door de NDP. De “langdurige” gesprekken met Bouterse in 2010 verliepen in een goede sfeer maar er was geen basis voor samenwerking. Het Surinaamse volk is een verscheurd volk concludeert Sardjoe. De controverses tussen Mega Combinatie en vooral het Nieuw Front zijn te scherp en het is niet in het belang van een goede samenleving doordat de verhoudingen zo scherp zijn. Niet alleen in de zin van politieke overtuiging, maar ook “in de persoonlijke sfeer”. Daarnaast zijn ook het bedrijfsleven, vakbeweging en NGO’s die zich bezighouden met mensenrechten en zag Sardjoe als gesprekspartner van Bouterse liever een president die beantwoordde aan een profiel dat gedragen kon worden door alle segmenten van de samenleving. Bouterse werd voorgehouden dat indien een dergelijke kandidaat gevonden kon worden, ook wanneer die persoon uit Mega Combinatie zou komen, er een basis voor samenwerking zou kunnen zijn. “Het antwoord was dat de post van president niet bespreekbaar was.” Sardjoe: “Dat heeft ertoe geleid dat het gesprek niet succesvol is geweest”. De NF-leiding stond volledig achter het standpunt van Sardjoe. “Dus het was niet enkel mijn opvatting, maar ook een opvatting van het Nieuw Front.” Gelet op het feit dat het economisch momenteel slechter gaat dan tijdens de NF-regering, gelooft de VHP-voorzitter niet dat het NF in deze regering hoorde te zijn om zaken te kunnen bijsturen. Het klimaat van samenwerking met Bouterse was er totaal niet. “Er zou een geest van samenwerking moeten zijn en het uitvoeren van een beleid, met wederzijds begrip en respect en die zekerheid was er niet”

Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net/dWT

28-05-2011

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2011. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics