Nickerie.Net, maandag 31 oktober 2011


Column: Baboeram Milan vanuit de stamboom

Goede ideeën ontstaan bij een flinke borrel, zo heb ik me laten vertellen. Ik rook niet. Ik drink niet. Twee neven van mij, Vikaash en Vijai, hebben bij een borrel het geweldige idee bedacht om een familiebijeenkomst te organiseren voor de familie Baboeram (Sandew Hira is de schrijversnaam van Dew Baboeram). Meer families doen het. Een soort reünie gebaseerd op de stamboom van je (over)grootvader of –moeder die uit India is gekomen. Mijn neven bedachten de naam Baboeram Milan, de ontmoeting van de nakomelingen van Baboeram.

Familie Baboeram

Mijn grootvader, mijn aja, heb ik nog gekend. Hij is in 1974 overleden in Nickerie. Als jongeman van 23 jaar vertrok hij met het schip Mutlah op 25 maart 1909 uit India (contractnummer Ll 968). Hij woonde in het dorp Dhema, bij de politiepost Kadipur in het district Sultanpur. Hij kwam op 2 mei 1909 aan in Paramaribo en werd tot 2 mei 1914 tewerkgesteld op plantage Waterloo, Nursery en Hazard in Nickerie. Zijn vader heette Ramharak. Die was in India achtergebleven met zijn twee andere zoons. Op 17 januari 1957 koos hij de achternaam Baburam en de voornaam Rajratna.

Mijn grootmoeder, mijn aji, is geboren in Suriname. Ze heette Sookhia en was de dochter van Ramlallrai Tulshirai (contractcode Ff 582) en Dhania (contractcode V 532). Tulsirai was in 1903 op 20-jarige leeftijd naar Suriname gekomen. Hij komt uit het dorp Gahmor, politiepost Gahmor en district Ghazipur. Hij had tot 1908 op dezelfde plantage gewerkt als mijn aja. Op 30 augustus 1911 trouwde hij met Dhania.

Mijn aji heb ik goed gekend. Ze heeft na de dood van mijn aja nog een tijdje bij ons ingewoond in Zoetermeer. Maar ze kon niet aarden in Nederland en ging terug naar Suriname.

Op 28 juli 1921 gingen mijn aja, aji, hun eerste dochter en de vader van mijn aji terug naar India. Ik weet niet wat er met de moeder van mijn aji is gebeurd. Daarover kon ik geen betrouwbare gegevens vinden.

De verhalen over wat er gebeurde in India zijn onduidelijk. Eén verhaal is dat mijn aja niet goed kon opschieten met zijn vader. Een ander verhaal is dat hun dochter per ongeluk een doorn van een rozenstruik in haar oog kreeg en overleed aan de infecties. Weer een ander verhaal is dat hij toch geen toekomst voor zijn kinderen in India zag en terugkeerde naar Suriname. Hoe dan ook, mijn aia en aji keerden terug naar Nickerie. Ik weet niet of de vader van mijn aji meegekomen was. Mijn aja en aji kregen negen kinderen.

Mijn nicht Kirtie heeft een geweldige job gedaan. Ze heeft op basis van invulformulieren die uitgestuurd werden naar familieleden het verhaal gereconstrueerd van de familie Baboeram. In een professionele powerpoint presentatie toont ze aan dat mijn aja en aji 306 nakomelingen hebben. Daarbij is niet meegerekend de partners van de nakomelingen, maar alleen de kinderen, kleinkinderen etc. Ze zijn onderverdeeld in 148 vrouwen en 156 mannen. Mijn aja was een pandit. We hebben 10 pandits in de familie. Er komen nogal wat dubbele namen voor. Broers en zussen in verschillende families met dezelfde namen.

Op de reünie waren ruim honderd familieleden aanwezig. De meesten kende ik niet. Vooral de jongere generatie. Ik heb een Belgische zwager leren kennen, een grappige vent. Hij is nu al ruim dertig jaar getrouwd met mijn nicht. Ze hebben elkaar per toeval leren kennen. Zij had in Nickerie in een Nederlands blad een contactadvertentie gevonden en daarop gereageerd. Die kwam per ongeluk terecht in de brievenbus van de man die nu mijn zwager is. Die dacht: jammer voor die andere vent, maar laat mij nu eens reageren. En zo leerden ze elkaar kennen. Hij is een kunstenaar. Op basis van een foto van mijn aja en aji heeft hij een levensgroot beeld van hen gemaakt. Dat beeld werd onthuld nadat Kirtie haar verhaal had gedaan en vroeg: wat zou het mooi zijn als onze aja en aji dit zouden kunnen zien. Mijn neven hadden met mijn Belgische zwager afgesproken dat ze het beeld dan op dat moment zouden laten zien. En ja hoor, de hele avond door ging iedereen op de foto met het beeld van mijn aja en aji. Mijn neven leggen breed lachend uit dat onze zwager dit beeld heeft gemaakt. En die grappenmaker antwoordt: “wacht totdat je de rekening krijgt, dan zal het lachen je vergaan.” Dat was natuurlijk een grap, maar het bleef leuk.

Ik vraag me af wat die twee oude mensen zouden denken en voelen als ze in het koude Nederland die enorm verscheidenheid aan nakomelingen zouden zien. Ik vraag me af wat ik zou voelen en denken als ik over 100 jaar zou kunnen terugkijken naar mijn nakomelingen. Ik hoop dat het is wat ik voelde toen ik naar mijn neven en nichten keek: wat kan het leven mooi zijn als durft te kijken met de blikken van liefde en geluk.

Sandew Hira

Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net / NSS

31-10-2011

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2011. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics