Nickerie.Net, donderdag 15 december 2011


Krijgsraad mist kansen in zaak tegen Gorré + ingezonden stuk

De rechters van de krijgsraad in Boxel hebben vrijdag in de zaak tegen verdachte Arthy Gorré een aantal interessante vragen laten liggen. In tegenstelling tot veel andere getuigen en verdachten die tijdens het proces hun verhaal doen, bleek Gorré’s geheugen 29 jaar na dato, nog prima te functioneren. Maar de voorzetten die hij voor open doel gaf werden door de rechters niet ingeschoten.

Arthy GorréArthy Gorré

Gorré (61), in Nederland opgeleid tot commando bij het Korps Mariniers, kwam na de onafhankelijkheid van zijn vaderland terug om te dienen in het Nationaal Leger. Na de staatsgreep, waaraan hij onder leiding van de huidige president Desi Bouterse deelnam, kreeg hij het commando over de door hem opgerichte Echo-compagnie. Taak van de elite-eenheid was onder meer het bewaken van het militaire hoofdkwartier Fort Zeelandia.

Burgers binnengebracht
Gorré beweert zelf op de dagen rond 7, 8 en 9 december regelmatig op Fort Zeelandia geweest te zijn. “Ik had er mijn kantoor en zag dat op 7e aan aantal vooraanstaande burgers werden binnengebracht,” aldus Gorré. “Ik kende ze wel: Wijngaarde, Riedewald, Sohansing, … . Op zich kwam het wel vaker voor dat er burgers bij ons langs kwamen. Het was een rumoerige tijd en de militairen waren vaak in gesprek met vakbonden en andere organisaties. Ik heb op dat moment geen seconde gedacht dat ze doodgeschoten zouden worden.”

Moeite met de situatie
Toch kreeg Gorré op een gegeven moment het gevoel dat er iets mis zou gaan. Hij stapte daarop naar Roy Horb, Bouterse’s plaatsvervanger. Gorré: “Ik vond de situatie onoverzichtelijk worden en vroeg hem wat er aan de hand was op het fort. Maar Horb reageerde nauwelijks. Hij zei me dat ik maar een andere functie moest zoeken als ik moeite had met de situatie.”

De journalisten die in de perszaal van de rechtbank de zaak via een videoverbinding volgen, zitten op het puntje van hun stoel. Wat gaf Gorré dan het gevoel dat er iets mis zou gaan? Maar bij de president van de krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor, komt die vraag niet op.  “De rechter zal wel een reden hebben om niet door te vragen,” oppert één van de nabestaanden.

Baas
Gorré vervolgt: “Ik voelde me niet meer zo veilig op het Fort en ben weg gegaan. Ik kende Horb goed. Als hij dat soort buien had dan kon je maar beter uit zijn buurt blijven. Anders was het geweest wanneer Baas (Bouterse, red.) er zelf was geweest. Met hem kon ik goed praten.” De vraag waarom Gorré dan geen pogingen ondernam om de bevelhebber op een andere manier te bereiken laat de president van de rechtbank opnieuw liggen.

Nightclub Diamond
Eerder verklaarde de commandant van de Echo-compagnie dat hij zich vervolgens met wat vrienden had teruggetrokken in de wijk Geijersvlijt. Maar die bewering trekt Gorré tijdens deze zitting in. “Ik heb om morele redenen mijn werkelijke verblijfplaats niet genoemd. Maar ik ben met wat vrienden een biertje gaan drinken in Nightclub Diamond.” Valstein-Montnor constateert vervolgens dat Gorré zich daar dan wel erg lang heeft opgehouden. “Mevrouw de President, indien u het op prijs stelt dan ben ik bereid u een keertje naar Diamond mee te nemen. U zult zien dat je het daar heel lang kunt uithouden.”

Afrikaanse legers

“Maar was dit nou op de nacht van 7 op 8, of van 8 op 9?” Er is discussie onder de aanwezigen. De chronologie van de gebeurtenissen verdwijnt naarmate de zitting langer duurt.
“Ik was eigenlijk de Jezus Christus van het leger. Dat kwam door mijn opleiding, mijn vakmanschap, mijn ervaring. Ik ben in Nederland geronseld om terug te komen naar Suriname. Achteraf heb ik daar spijt van. Ik ben een vakman, een goed opgeleide militair en niet geschikt voor Afrikaanse legers.”

Dode held
Gorré onthult tijdens de zitting dat hij nog overwogen heeft om op 8 december in te grijpen. “Ik zag het gebeuren en ik kon er niet tegen.” Opnieuw vragen die opkomen bij de nabestaanden en de andere aanwezigen in de zaal: “Wát zag Gorré dan gebeuren. Waar was dat dan? En wanneer?” Maar de rechters stellen die vragen niet.

“Ik had mijn manschappen en had op dat moment een coup kunnen plegen. Maar ik ben te gedisciplineerd om zonder opdracht van bovenaf tot actie over te gaan. Misschien was het lafheid. Maar liever een levende lafaard dan een dode held.”


Ingezonden stuk:

Beste heer/mevrouw,

Ik las heden 12-012-2011 een bericht op Nickerie.net over Arthy Gorre.

Hij schuift de schuld in Horp's schoenen.

Arthy Gorre is een geboren leugenaar.

Hij heeft nooit een Commando opleiding bij Marine in Nederland gevolgd.

Nederlandse Marine kent geen Commando opleiding.

Ik zelf kent Arthy heel goed. Hij was sergeant bij de Surinaamse Krijgsmacht.

Hij was een bijkomende hulpje bij de sportafdeling.

Gorre is volledig betrokken bij december moorden.

Hij heeft zelf gezien dat Bouterse en Leeflang persoonlijk Rambocus en Jiewansingh

hebben gemarteld en daarna doodgeschoten.

Hij probeert december moorden in Horp schoenen te schuiven, terwijl hij zelf

in opdracht van Bouterse heeft gehandeld.

Hij heeft zelf Rambocus en Jiewansingh in de doodskamer van Bouterse gebracht en wijlen sergeant Mahadew was ook

aanwezig toen Arthy Gorre zei, dit is jullie lot. Zelf Nederland kan jullie niet helpen.

Dat heeft G. Mahadew bij een bezoek van mij persoonlijk mij medegedeeld.

Mahadew vreesde, dat zijn leven in gevaar zou zijn zolang Arthy in leven zou zijn.

 

Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net / RNW / Ingezonden door R.

10-12-2010

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2011. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics