Nickerie.Net, woensdag 04 april 2012


Amnestie: Daders kunnen zichzelf niet vergeven

 

Sinds vrijdag 23 maart 2012 is over de kwestie AMNESTIE een nationale discussie ontbrand in Suriname. Zes initiatiefnemers van een regeringspartij dienden een heimelijk voorgekookt voorstel in tot wijziging van een amnestiewet. Volgens internationaal recht zouden de zes indieners zich bovendien schuldig hebben gemaakt aan een onrechtmatige misleiding door middel van oneigenlijk gebruik van hun competenties als assembleelid. Civielrechtelijk is hun daad aanvechtbaar. De aanstichter van alle commotie rondom het amnestieonderwerp is de president van de republiek Suriname. Hij kwam door kiezersbedrog van twee etnisch-politieke leiders aan de macht. Dit driemanschap houdt Suriname in een greep, omdat alle drie een justitieel besmet blazoen hebben, elkaar onderling chanteren en uit opportunisme ook ondersteunen. Over politiek valt met rede te twisten.

Amnestie en behoud politieke macht via Waarheidscommissie
Een medeverdachte uit de dadersgroep besloot om moreel-ethische redenen, maar natuurlijk ook uit eigen belang bekentenissen af te leggen over het gedrag van de president. De onthullingen van deze ex-militair werpen een ander licht op de persoonlijke betrokkenheid van de president en op de, psychologische, niet politieke, forensische aspecten van begane wreedheden. Er is door de vele getuigenissen en bekentenissen in het rechtsproces een steeds beter beeld aan het ontstaan over het persoonlijk karakter van de president, zijn werkwijzen en zijn ware aard. Diegenen die zich aan zijn zijde scharen, hebben er belang bij dat de waarheden in de Surinaamse geschiedenis niet aan het licht komen. Anderen hebben materieel belang, maar vele jongeren zijn misleid omdat zij denken dat door het steunen van de nieuwe amnestiewet, zij een schone toekomst tegemoet gaan. Terwijl het tegendeel waar is. De aanpassing van de amnestiewet maakt het juist onmogelijk in de toekomst efficiënt op te treden tegen mensenrechtenschendingen. De jongeren en ongeschoolden uit de sociaal lage klasse, verpesten door hun foutieve keuze hun eigen toekomst uit onwetendheid en naïviteit.

Daders en slachtoffers verstrengeld in politieke belangenstrijd
Twee partijen verzieken constant de hoofdzaken waar het om gaat en vergroten bewust of onbewust de verwarring. De eerste partij is de dadergroep (de veroorzakers) die terechtstaat in een langdurig rechtsproces. Deze partij heeft van meet af aan allerlei onwaarheden verteld ter verschoning van zichzelf en vertroebeling van de ware toedracht om reconstructie (waarheidsvinding) onmogelijk te maken en de schuldvraag te saboteren. De tweede partij is de slachtoffergroep. Deze groep nabestaanden heeft terecht geëist dat er een onderzoek komt naar de werkelijke daders, eventuele schuldigen, en de toedracht van de gruweldaden. Maar deze groep heeft zich gaandeweg in emotionele nood, vermengd met een politieke belangengroep, die kan worden aangeduid als de FRONT-regering Venetiaan 1,2,3. Daarop heeft de dadergroep op dezelfde wijze politieke versterking gezocht bij de (in de tussentijd opgerichte) eigen politieke partij (combinatie) en bij politieke bondgenoten (overlopers Brunswijk en Somohardjo) die chantabel zijn omdat hen soortgelijke delicten en andere ten laste kunnen worden gelegd. De complicerende factor is het gegeven dat deze 2 toegevoegde politieke bondgenoten, het presidentschap van Bouterse mogelijk hebben gemaakt. Het rechtsproces is daarenboven in de loop der tijden zeer beïnvloed door de publieke opinie, media, politiek en een nieuwe elite van profiteurs.

 

Bouterse is verstrikt in wisselende verdedigingsroutes
In de 30 jaren durende discussie over de terechtstelling van de dadergroep van 8 december 1982, heeft de hoofdpersoon, inmiddels president, verschillende standpunten ingenomen en heeft uit opportunisme weer snel die posities verlaten. Deze posities bleken niet juist of voldoende om geheel vrijuit te gaan. We noemen 3 voorbeelden van door de president gekozen verdedigingsroutes. Toen in Suriname bekend werd dat er in Zuid-Afrika met succes gebruik gemaakt werd van een Waarheidscommissie ter waarheidsvinding, wilde de president daar nog niets van weten. Zijn aandacht werd afgeleid door een verrassende aanval op zijn persoon in een drugszaak. Nederland had (juli 1999 en 2006 hoger beroep) ervoor gezorgd hem, bij verstek tot een gevangenisstraf van 8 jaar te veroordelen in een drugsproces.

Op dat moment leek het voor de president effectiever om zich te omringen door juridische adviseurs, die hem het politieke pad deden verlaten (afgeleid door een mogelijk Interpol opsporingsbevel). Hij koos het juridische pad van persoonlijke verdediging; vertragende tactieken, uitvergroten vormfouten, getuigen oproepen. Toen de hoofdverdachte aan politieke invloed verloor als lid van de oppositie koos hij de religieuze route van verdediging en werd lid van een invloedrijke kleine (omstreden) religieuze beweging. Hij beloonde de kerkelijke voorganger onlangs met een vorstelijk overheidssalaris. De voorganger beloofde zijn aanhang dat de president publiekelijk schuld zou bekennen en om vergiffenis zou vragen. Zover is het nooit gekomen, want de president koos weer voor een andere verdedigingsroute; parlementaire wijziging amnestiewetgeving.

Behoud politieke macht via Waarheidscommissie
Hij was inmiddels president geworden en zijn adviseurs hadden hem duidelijk gemaakt dat hij boven de wet stond en zijn geestelijk adviseur had hem verzekerd dat God aan zijn kant stond. Blasfemisch heeft hij zijn Goddelijke uitverkorenheid herhaaldelijk verkondigd vanuit de BERM. Hij kan het gehele rechtsproces opheffen en zichzelf amnestie verlenen met de medewerking van zijn twee psychologisch gegijzelde bondgenoten (PL en AC). Toen besloot de president zijn laatste troef (hij is een fanatiek kaartenlegger) uit te spelen. Sleutelen aan de amnestiewet en aansturen op een wettelijke waarheidscommissie; daarbij te pas en te onpas verwijzen naar Zuid Afrika. De president wil eerst amnestie en daarna zal hij ons als 'eerlijk' burger –om van ons gezeur af te zijn- een willekeurig verhaaltje vertellen over zijn verantwoordelijkheden bij eerder gepleegde delicten. En verder worden wij geacht te zwijgen, want hij is de baas en de baas is immers nooit fout. Maar Suriname is geen Zuid-Afrika en Bouterse is beslist geen Nelson Mandela. De gewaagde en brutale poging om zich boven de wet te stellen -door manipulatie van parlementariërs die hij minacht- maar nu nodig heeft, heeft als een boemerang gewerkt. Bouterse’s zelf geschapen wettelijke onschendbaarheid is nu op de Surinaamse en internationale politieke agenda beland.

De Zuid-Afrikaanse waarheidscommissie is op Suriname helemaal niet van toepassing. In Zuid-Afrika kregen de (zwarte) slachtoffers van Apartheid politieke macht. Zij besloten op grond van hoge beschavingsnormen deze macht niet te gebruiken om de (witte) vijand nu te elimineren op grond van het principe oog om oog tand om tand. Zij achtten de waarheid achterhalen voor de geschiedenis belangrijker dan domme vergelding. Daders kregen in ruil voor die waarheid, op grond van een schuldbekentenis en spijtbetuiging ontslag van strafvervolging. Het waren dus de slachtoffers die amnestie verleenden en hun machtspositie niet gebruikten om het eigen gelijk te bepleiten of voor eigen genoegen de tegenstander te vernederen. Zij formuleerden ook objectieve voorwaarden voor verhoor van de dadergroep, die door een commissie werd getoetst en aangewezen. Het strafbare delict moest in direct verband staan met de politieke status-quo. Individuele criminele daden komen nooit in aanmerking voor amnestieverlening en verjaren niet.

De onthullingen van Rozendal in Suriname doen in dit verband het licht schijnen op persoonlijke (verwijtbare) rancune en (psychopathologische) gedragsdeviaties. Bovendien was het doel van de Waarheidscommissie in Zuid-Afrika een overgang (transitie) te bewerkstelligen naar een nieuwe politiek waarin geen rol (geen politieke macht) was weggelegd voor de dadergroep aan wie amnestie was verleend; geen vergeving zonder schuldbekentenis, spijtbetuiging en penitentie. Het is gênant voor woorden, dat in Suriname de dadergroep haar macht gebruikt om voor zichzelf amnestie te bepleiten en aan de macht te blijven. In Noord-Afrika en het Midden-Oosten zien we vandaag de dag hoe het afloopt met leiders die koste wat het kost aan de macht willen blijven. Het Surinaamse volk en de internationale gemeenschap zijn nu wakker geschud om een eind te maken aan rechteloosheid in Suriname. De president heeft met de amnestiekwestie zijn eigen politieke graf gegraven, polarisatie en onrust in de samenleving vergroot.

Ludwich van Mulier, 2 april 2012
ANS persbureau.

De schrijver is voorzitter van het Dichters en Schrijversgenootschap (SDSG) te Amsterdam; voorzitter van de Stichting Surinamers Overzee (SUROV); politiek analist en opinieleider bij de media. In 1990 publiceerde hij de door hem geschreven politieke biografie van Desi Bouterse. Dit boek werd in de Internationale Spectator (jaargang 45-5, mei 1991) besproken door de historicus Dr. Peter Meel die schreef: “…Van Mulier legt met zijn boek alvast de rode loper uit voor het staatshoofd Desi Bouterse. (pagina 319) “. Van Mulier is medeoprichter van de NDP Suriname en was 15 jaar (1983-1998) mediawoordvoerder/adviseur t.b.v. de NDP voordat hij bij Desi Bouterse in ongenade viel.

Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net /NSS / Fos Network / De Limburger

02-04-2012

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2012. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics