Nickerie.Net, vrijdag 08 juni 2012
Reactie: Onvergefelijke blunder Van der San
Met stijgende verbazing heb ik kennis genomen van de regelrechte onjuistheden die de heer Eugene van der San in een ingezonden artikel heeft beweerd ten aanzien van artikel 131 lid 3 van de grondwet van Suriname. Alhoewel ik niet gaarne in een persoonlijke polemiek wens te treden met welke inzender van een artikel dan ook, zie ik het in deze wel als mijn professionele plicht om deze onjuistheden met klem tegen te spreken.
Op de eerste plaats is de bepaling van artikel 131 lid 3 niet nieuw en dus zeker niet pas in 1987 in de grondwet geplaatst. Dat gebrek aan kennis zou men aan iemand met weinig rechtshistorische kennis kunnen vergeven. Maar de stelling dat het artikel in de grondwet van 1975 niet voorkomt, is voor iemand die meent kennis te hebben van het hedendaags Surinaams staatsrecht een onvergefelijke blunder.
De jurist Hugo Essed bij het gerechtsgebouw in Boxel in gesprek met journalisten.
Artikel 131 lid 3 van de Grondwet van 1987, dat expliciet de onafhankelijkheid van de Surinaamse Rechterlijke Macht accentueert, is absoluut niet nieuw in de Surinaamse constitutionele orde, want het stamt uit 1865. Sindsdien is in opeenvolgende constitutionele regelingen voor Suriname deze bepaling steeds opgenomen, zij het met een steeds uitgebreidere werkingssfeer. Aanvankelijk richtte het artikel zich slechts tot de uitvoerende macht, doch sinds 1975 is het normadressaat elke andere macht in het constitutioneel bestel. Hieronder volgt de letterlijke tekst sinds 1865.
Regeringsreglement 1865, art. 139 tweede lid: Tusschenkomst van de Regering in regtszaken is verboden. Staatsregeling 1936, art. 141 tweede lid: Tussenkomst van de Gouverneur in rechtszaken is verboden. Grondwet 1975, art. 135: Elke inmenging in rechtszaken is verboden. Grondwet 1987, art. 131 lid 3: Elke inmenging inzake de opsporing en de vervolging en in zaken bij de rechter aanhangig, is verboden. Uit deze onvergefelijke blunder van de heer van der San vloeit dan ook geheel onverdiend het door hem aan zichzelf uitgedeeld “schouderklopje” voort, hetgeen dan ook volkomen misplaatst is. Niet hem, maar ook niet de “benoemde Assemblee” van 1985 komt in deze een 'ere orde' toe.
Zo er van eer sprake mag zijn, komt die geheel toe aan de koloniale grondwetgever van 1865, die in de Surinaamse constitutionele orde de drie hoekstenen van de trias politica heeft gelegd. Daarbij is toen reeds, in afwijking van het Nederlands bestel, aan de Rechterlijke Macht in Suriname een bijzondere grote mate van onafhankelijkheid toebedeeld. Die koloniale grondwetgever was in dit opzicht zijn tijd werkelijk “zover vooruit”. De Surinaamse grondwetgever heeft deze onafhankelijkheid van de Surinaamse Rechterlijke macht in 1975 en in 1987 verder uitgebouwd en daarmee een onwrikbare stonfutu gelegd voor de rechtsbescherming van de Suriname burger.
De suggestie van de heer Eugene van der San dat de deskundige analyse van de heer Gaetano Best naar 'inmenging' riekt, alsmede zijn conclusie over het gelijkheidsbeginsel en de amnestiewet 2012, kan bijgevolg dan ook naar het rijk der 'kromgeleerdheid' verwezen worden, waarbij deze woordspeling uiteraard ludiek bedoeld is.
Hugo Essed
Bron(nen) / Copyright: | |
Nickerie.Net / NSS |
08-06-2012 |
|
Email: info@nickerie.net
Copyright © 2012. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics