Nickerie.Net, dinsdag 25 september 2012
Suriname, meer dan Bouterse en drugs
Paramaribo - De Surinamekenner Hans Buddingh’ publiceerde dit jaar de vierde druk van zijn boek De geschiedenis van Suriname. De Decembermoorden en drugshandel bepalen tegenwoordig het beeld van de voormalige Nederlandse kolonie. Het land kent echter een boeiend verleden. Nederlanders hebben altijd een fascinatie gehad voor de ‘wilde kust’. Een kaart uit de 16e eeuw duidde Suriname aan als ‘het wonderbaer ende goudrijcke landt’. Slavenhandelaren en plantagehouders maakten van Suriname een winstgevend gewest, maar kregen ook te maken met weglopende slaven. De afschaffing van de slavernij veroorzaakte een toestroom van Hindoestaanse en Javaanse contractarbeiders. Dit alles zorgde voor sociale, economische en politieke spanningen.
Weinig maatschappelijke samenhang Buddingh’ schetst in De geschiedenis van Suriname een helder beeld van de blanke, koloniale samenleving met zijn slaven. Er was weinig maatschappelijke samenhang in de kolonie. Inheemse groepen (Arowakken en Cariben), negerslaven en plantage-eigenaren kenden ieder hun eigen cultuur en leefden zoveel mogelijk gescheiden van elkaar.
De auteur beschrijft uitgebreid het dagelijks leven van de negerslaven. Ook gaat hij verder in op het verschijnsel “marronage”, het weglopen van negerslaven. De slaven liepen weg omdat ze slecht behandeld werden. Slaven hadden in Suriname nauwelijks rechten. Ze kenden geen eigen bezit, mochten niet getuigen in de rechtszaal en niet trouwen. Vooral op suikerplantages hadden ze een hondenleven: van de 48 uur werktijd waren slechts zes uren gereserveerd voor slapen en eten.
Geslachtsziektes
De emancipatie van de slaven – uitlopend op de afschaffing van de slavernij in 1863 – en de economische ontwikkeling van Suriname komen ruimschoots in het boek aan bod. Na de afschaffing van de slavernij kwamen er veel Aziatische contractarbeiders (“koelies”) naar het land. Eerst Chinezen, maar in 1873 ook 34.000 Indiërs (Hindoestanen) en Javanen. Ongeveer 35 procent van deze contractarbeiders droeg een ziekte met zich mee, zoals zweren, geslachtsziektes of bloedarmoede. Na twee jaar riepen de Nederlanders de immigratie daarom een halt toe.
Na de Eerste Wereldoorlog transformeerde Suriname van een plantage-economie naar een economie gericht op bauxietwinning en -export. Het aantal suikerplantages daalde dramatisch en het accent kwam meer op cacaoproductie te liggen. Vanaf 1925 ging men zich ook toeleggen op koffieproductie.
Oranjegezind
Suriname was, net als Nederlands-Indië, een Nederlandse kolonie. Het Nederlandse integratiebeleid was in Suriname echter gericht op assimilatie van alle inwoners. Zo dienden alle Surinamers Nederlands te leren en prevaleerde de grondwet boven het inheemse gewoonterecht, de adat.
Een ander verschil met de kolonie Nederlands-Indië was ook het feit dat de Tweede Wereldoorlog in Suriname niet tot anti-Nederlandse sentimenten leidde. Vooral de Creoolse bevolking – de bevolking met Afrikaanse voorouders – bleef behoorlijk Oranjegezind.
Onder de armoedegrens
Uiteindelijk verwierf Suriname in 1975 zijn onafhankelijkheid. Dit leidde vrijwel direct tot een algemene malaise: de economie kromp, de bureaucratisering nam hand over hand toe en corruptie tierde welig. De situatie escaleerde in 1980, toen Desi Bouterse (1945) via een militaire staatsgreep aan de macht kwam. Sindsdien heeft het land een slecht imago onder Nederlanders. De omvangrijke cocaïnehandel versterkt dat beeld. Tegenwoordig evenaart de 250 miljoen euro die in het Surinaamse drugscircuit omgaan de inkomsten uit de belangrijkste exportsector, de bauxietindustrie.
Het percentage inwoners dat onder de armoedegrens leeft, steeg na de onafhankelijkheid dramatisch: van 21 procent in 1969 tot 65 procent in 2000. Sinds 2000 komt de economische groei weer een beetje op gang. De huidige president Desi Bouterse en zijn regering hebben echter nog een lange weg te gaan.
Grondige geschiedenis
Het boek is thematisch-chronologisch van opzet en diept de geschiedenis van het land grondig uit. Een inleiding, rechtvaardiging en een centrale vraagstelling ontbreken echter. Dit kan een nadeel zijn voor historici die het verleden van Suriname verder willen onderzoeken. Gelukkig compenseert Buddingh’ dit door een lijst met relevante titels op te nemen die per hoofdstuk gebruikt zijn.
Jammer is ook dat de namenindex achter in het boek incompleet is: diverse namen ontbreken. Daarnaast had het boek uitgebreider geïllustreerd mogen worden, bijvoorbeeld met plattegronden van minder bekende regio’s. De goede leesbaarheid van het boek en het totaaloverzicht dat Buddingh’ biedt van de Surinaamse geschiedenis, compenseren genoemde minpunten echter ruimschoots. De geschiedenis van Suriname is een must voor iedere geschiedenisliefhebber die meer over het verleden van Suriname wil weten.
E.Koops
Bron(nen) / Copyright: | |
Nickerie.Net/ No Spang |
25-09-2012 |
|
Email: info@nickerie.net
Copyright © 2012. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics