Nickerie.Net, maandag 01 oktober 2012
Soevereiniteit zonder verantwoordelijkheid? Bouterse ontkomt er niet eraan.
Paramaribo - De president heeft in de belangrijkste passage van zijn jaarrede – het slot - cryptisch de internationale kritiek op zijn zelfamnestiewet geframed als aanval op de soevereiniteit van de republiek Suriname. Wat dreef de hoofdverdachte van de decembermoorden tot deze verkeerde voorstelling van zaken?
Navi Pillay, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, veroordeelde de straffeloosheid zoals gesanctioneerd in de amnestiewet 2012.
Ten eerste de existentiële behoefte aan ontkenning dat de voornaamste kritiek op de zelfamnestiewet vanuit de eigen bevolking kwam en komt. Het breed gedragen protest van de duizenden demonstranten, van vakbonden, jongeren, kerken, mensenrechtenorganisaties en democratische partijen, liet er geen misverstand over bestaan. De hoofdverdachte moest met lede ogen toezien dat zelfs binnen zijn eigen coalitie en partij assembleeleden gewetenswroeging kregen over de zelfamnestiewet. Ook de rechterlijke macht boog niet geheel in de door hem gewenste richting. Hij bleef hoofdverdachte! Door de deelnemers aan de nationale protestbeweging voor te stellen als ‘volksvijanden’ en ‘staatsvijanden’ hadden de president en zijn entourage niet alleen hun ondemocratisch en intolerant karakter herbevestigd. Bouterse had gedemonstreerd de president van Bastion Veere te zijn.
Op de tweede plaats wilde de president in zij jaarrede met de tactiek van de dief die roept ‘Houdt de dief!’ verhullen dat zijn Curriculum Vitae (staatsgreperij, misdrijven tegen de menselijkheid, drugsveroordeling) en gedrag als president (zelfamnestiewet) de republiek Suriname internationaal hebben gecompromitteerd. Het individu Bouterse bracht de republiek internationaal weer in de morele beklaagdenbank en verspeelde daarmee veel soft power* van Suriname. Van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens tot de Europese Unie, van Human Rights Watch tot Amnesty International, van de Coalitie voor het Internationaal Strafhof tot de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, uit alle windstreken kwamen veroordelingen van de zelfamnestiewet die aantoonbaar haaks staat op de internationale rechtsorde. Ernstige mensenrechtenschendingen, waaronder misdrijven tegen de menselijkheid, mogen niet straffeloos blijven.
De wereld op zijn kop
In zijn jaarrede beweerde de president dat de Surinaamse soevereiniteit ‘van buitenaf’ wordt ‘ontkend’ en ‘aangevallen’ zonder zijn stelling met feiten te onderbouwen. Ook de beschuldiging dat sprake zou zijn van ‘de opzettelijke aantasting van onze soevereiniteit door het buitenland’ mist een poging tot feitelijke onderbouwing. De lezer ontkomt niet aan de indruk dat de president met het oproepen van het spook van het boze buitenland het gevoel van zelfvictimisatie en xenofobie tracht op te roepen bij de achterban, om zo te maskeren dat het juist het dadersregime is dat moorden op zijn geweten heeft en tot nu toe de mensenrechten van de nabestaanden op een eerlijk proces en gerechtigheid schendt. De president zette demagogisch de wereld op zijn kop door dader en slachtoffer te verwisselen. Beschuldigen zonder poging tot onderbouwing is het discours van de willekeur.
Verantwoordingsplicht
Het soevereiniteitsbegrip is niet eenduidig. Het is onderhevig aan verandering, interpretatie en onderhandeling. Welk soevereiniteitsbegrip wordt door Bouterse gehanteerd? Dit zijn de laatste zinnen van zijn Jaarrede, waarin alle waarnemers een verwijzing naar de zelfamnestiewet lazen: ‘Vanuit onze soevereiniteit beredeneerd, is het ons onvervreemdbaar recht de door ons als nodig en noodzakelijk beoordeelde wetgeving tot stand te brengen zonder enige verplichting tot verantwoording aan anderen. De Surinaamse wetgever is aan anderen dan zichzelf geen verantwoording verschuldigd.’
Bouterse hanteert een autocratisch soevereiniteitsbegrip dat de idee van de machtsstaat ademt: soevereiniteit zonder verantwoordelijkheid. Hij laat zich leiden door een particuliere, obsolete interpretatie van de soevereiniteit en niet, zoals de president betaamt, door de moderne interpretatie zoals verwoordt in de grondwet en het internationaal recht. Wat zijn de feiten? De grondwet van Suriname onderwerpt de nationale wetgeving aan de internationale verdragen die door de republiek zijn geratificeerd. Dit kan ook door de rechterlijke macht worden getoetst. Deze constitutionele inperking van de bevoegdheid van de wetgever impliceert een verantwoordingsplicht. Bovendien is de praktijk dat Suriname door allerhande rapportages internationaal verantwoording aflegt, bijvoorbeeld in VN-verband ten aanzien van de bescherming en bevordering van de mensenrechten. Voor elke democraat is het verder een absurde stelling dat de wetgever, de volksvertegenwoordiging, alleen aan zichzelf verantwoording verschuldigd is. Het is de bevolking die de ultieme bron is van de soevereiniteit en aan haar moet dan ook verantwoording worden afgelegd.
De hoogste plicht In de moderne, democratische opvatting van de soevereiniteit ligt er voor de staat niet alleen het recht op territoriale integriteit en niet-inmenging van andere staten, er liggen ook plichten. De hoogste plicht is het beschermen van de veiligheid en mensenrechten van de eigen bevolking. Een plicht die op 8 december 1982 en 29 november 1986 op hartverscheurende wijze door de Surinaamse staat is verzaakt. De tijd dat de machthebber beschut door de nationale soevereiniteit zonder kritiek en actie van buitenaf eigen burgers politiek kon vervolgen, martelen en vermoorden is voorbij. Soevereiniteit is niet alleen meer een recht, het is vooral ook een verantwoordelijkheid en bij verantwoordelijkheid hoort het afleggen van verantwoording. Wie afziet van het afleggen van verantwoording faalt in het dragen van zijn verantwoordelijkheid. Als Suriname internationaal wordt aangesproken op verzuim in het nakomen van zijn verdragsverplichtingen inzake de mensenrechten, is dat geen aanval op zijn soevereiniteit maar juist een erkenning en waardering daarvan.
Het is in het belang van de Surinaamse bevolking als internationaal haar machthebbers worden aangesproken op het schenden van de eigen grondwet, het ondermijnen van de onafhankelijke rechtsgang en het schenden van het internationaal recht. Het getuigt dan ook van gebrek aan integriteit als de buitenlandse boodschappers die betrokkenheid bij de Surinaamse bevolking tonen worden gediscrediteerd door valse beschuldigingen, enkel en alleen omdat hun boodschap kritisch is. Het is dit gebrek aan integriteit en aan empathie en respect voor de menselijke waardigheid van de andersdenkende, dat de 15 kritische boodschappers van 8 december 1982 het leven kostte.
* Soft power is een begrip gemunt door de Joseph Nye Jr., voormalig dean van de Kennedy School of Government bij de Harvard Universiteit. Hij beschreef daarmee de aantrekkingskracht en het vermogen van landen om te overtuigen. Het is anders dan hard power die bestaat uit militaire en economische macht. Soft power vindt haar bron in de aantrekkelijkheid van de cultuur, de politieke idealen en het beleid van een land. Afbrokkeling van de soft power van een land kan isolement bevorderen, bonafide investeringen schelen en zijn internationale en regionale positie verzwakken.
Theo Para
Bron(nen) / Copyright: | |
Nickerie.Net/ NSS |
01-10-2012 |
|
Email: info@nickerie.net
Copyright © 2012. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics