Nickerie.Net, maandag 03 december 2012


Ingezonden: DOE normaal

Vriend en vijand zijn het erover eens dat Nederland een dubieuzere rol heeft gespeeld dan hetgeen blijkt uit de informatie die Nederland heeft prijsgegeven over de machtsovername in Suriname door de militairen op 25 februari 1980. De huidige coalitie is echter wel de laatste die zich moet beklagen over deze controversiële acties van Nederland. Was zij het immers zelf niet die zich voor de kar van de onlangs overleden kolonel Valk heeft laten spannen door een maand vóór de verkiezingen een democratisch gekozen regering ten val te brengen? En waren zij, de coupplegers het zelf niet die de adviezen van wijlen luitenant Rambocus in de wind hadden geslagen toen hij hen erop wees dat het niet de bedoeling was dat de militairen politiek gingen bedrijven?

Het zijn de leden van de coalitie zelf die ook maar weinig loslaten over de informatie waarover ze zelf beschikken. De waas rond de coup blijft als een spook boven Suriname (en Nederland) hangen, te meer omdat het de militairen (lees: huidige machthebbers) zijn geweest die in de jaren ’80 door middel van veelvuldige brandstichtingen veel authentiek materiaal hebben vernietigd. Het zou hen sieren als zij daarover de hand in eigen boezem zouden steken in de plaats van altijd maar weer met de beschuldigende vinger naar Nederland te wijzen.

Natuurlijk willen we allemaal dat Nederland de dossiers over de machtsovername openbaar maakt, immers de geschiedenis dient in z’n meest zuivere vorm te kunnen worden vastgelegd om zo een goed waardeoordeel te kunnen geven over de bijdrage aan de machtsovername van de verschillende actoren. Aan de andere kant is het ook heel goed te begrijpen dat Nederland de dossiers liever gesloten houdt. Zelf geeft Nederland als officiële reden op dat zij buitenlandse inlichtingendiensten niet in verlegenheid wil brengen, maar er speelt natuurlijk veel meer. Naar alle waarschijnlijkheid is de rol van Nederland een veel grotere geweest dan het land doet voorkomen.

De juiste procedure

Hoe het ook zij, het staat Nederland vrij om vooralsnog de dossiers gesloten te houden. Echter, de informatie kan ook formeel in rechte worden opgevraagd. En daar wringt nu juist de schoen. Eenieder kan wel blijven roepen en schreeuwen over de geheimhouding van Nederland, maar daar schieten we natuurlijk helemaal niets mee op. Er wordt door zowel de coalitie als de oppositie politiek bedreven met de dossiers in de plaats van de juiste procedures in acht te nemen om de dossiers, of delen ervan alsnog openbaar te krijgen.

Willen we informatie van Nederland loskrijgen, dan is er de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) op basis waarvan een formeel verzoek dient te worden ingediend. De Wob regelt het recht op informatie van de Nederlandse overheid. De Wob zorgt ervoor dat inzage wordt gegeven in het overheidshandelen. Overheidsinformatie is altijd openbaar, tenzij de Wob of andere wetgeving bepaalt dat de gevraagde informatie niet geschikt is om openbaar te maken (weigeringsgronden). De procedure vangt dus aan met een schriftelijk verzoek, bij weigering waarvan men overeenkomstig de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bezwaarschrift kan indienen. In geval van een negatieve beschikking/beslissing op bezwaar is er de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de bestuursrechter, al dan niet gevolgd door hoger beroep en uiteindelijk zelfs een procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg. Naar het schijnt heeft Suriname al lang geleden een formeel verzoek ingediend om de dossiers openbaar te krijgen en is een antwoord van Nederland uitgebleven. In dat geval regelt de Awb dat er een beroepschrift kan worden ingediend bij de bestuursrechter wegens de 'fictieve weigering' door Nederland om een besluit te nemen. In alle gevallen zal Nederland dan in het verweer moeten aangeven waarom zij van mening is dat de integrale dossiers tot 2060 geheim moeten blijven, maar uiteindelijk zal het de rechter zijn die bepaalt of de dossiers, dan wel delen ervan voor openbaarmaking in aanmerking komen.

Het zijn de huidige machthebbers die van meet af aan hebben gesuggereerd dat Nederland ook een aandeel zou hebben gehad in een vermeende tegencoup, dat zou moeten hebben geleid tot de decembermoorden, doch zonder concreet naar buiten te treden met informatie die daarop zou moeten duiden. Tijdens de behandeling van het 8-decemberproces heeft de verdediging slechts één getuige met een uiterst discutabele reputatie in de persoon van ene Peter van Haperen laten invliegen om ter zitting een fantasierijk en volstrekt ongeloofwaardig verhaal op te laten hangen. Iets concreters over vermeende plannen voor een tegencoup, waarbij er "ik-weet-niet-hoeveel” slachtoffers te betreuren zouden zijn heeft men vreemd genoeg dan ook niet. En zelfs indien er sprake zou zijn geweest van plannen voor een tegencoup, quod non, dan nog is het niet te rechtvaardigen dat de 15 slachtoffers zijn vermoord. Ze zijn toch immers niet op het slagveld gedood? Wanneer je reeds mensen gevangen houdt, waarom moet je ze dan ook nog ombrengen? Wat voor schade zouden ze als gevangenen de militairen nog kunnen hebben toegebracht?

Heet hangijzer

De vraag die onbeantwoord blijft luidt dan ook: Wat hebben de geheime dossiers van Nederland te maken met de moorden op veertien Surinamers en één Surinamer met een Nederlands paspoort die op 8 december 1982 hebben plaatsgehad?

De in april van dit jaar aangenomen wijziging van de amnestiewet blijft een heet hangijzer binnen de samenleving. De coalitie, met voorop de voorzitter van De Nationale Assemblee, mevrouw Jennifer Geerlings-Simons beweert dat de vorige regeringen de zaak rond de decembermoorden niet zouden hebben opgelost, maar zij wel. In de eerste plaats zouden we ons moeten afvragen wat er door de vorige regeringen op te lossen viel. De vervolging is immers slechts voorbehouden aan de rechterlijke macht en dus is het geen taak voor de regering. Bovendien werd deze uitspraak gedaan, nog geen anderhalve maand voordat de zaak wel zou zijn opgelost, namelijk het te wijzen vonnis door de Krijgsraad dat op de rol stond voor eind mei/begin juni van dit jaar. Zeg dan liever dat dat niet de oplossing zou zijn geweest die de coalitie voor ogen had, namelijk dat de verdachten vrijuit dienen te gaan?

Waar het kort samengevat om gaat is dat Nederland naar verluidt slechts een aandeel heeft gehad in de coup van 25 februari 1980, maar in geen geval is Nederland op wat voor manier dan ook betrokken geweest bij de decembermoorden. Er is immers niets wat daarop zou moeten duiden. Behalve de heren Rambocus en Sheombar, die eerder in het jaar 1982 samen met sergeant Hawker betrokken waren geweest bij een poging om middels een tegencoup de democratie te herstellen, waren de slachtoffers van 8 december slechts critici van het militaire regime en advocaten die de verdachten van de eerdere gepoogde tegencoup bijstonden.

Omdat de amnestiewet, die in zijn huidige vorm niet alleen indruist tegen het democratische rechtsprincipe, maar ook voor een nog grotere tweedeling heeft gezorgd in de Surinaamse samenleving, zouden we ons moeten afvragen waarom de heer Carl Breeveld van DOE zich geroepen voelde om niet de amnestiewet met de afgevaardigden van het Europees Parlement te willen bespreken, maar de dossiers die door Nederland gesloten blijven. Tegen het besluit van Nederland bestaan er immers wel democratische middelen open, maar tegen de amnestiewet niet.

Gino de Robles

 
Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net/Ingezonden

03-12-2012

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2012. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics