Nickerie.Net, maandag 18 maart 2013


Diplomatie zoek bij Lackin en Bouterse

Bij de inauguratie van president Bouterse, had Winston Lackin, toen nog directeur van het kabinet van Bouterse, geen stoel gereserveerd voor de Nederlandse ambassadeur. Ambassadeurs van andere landen hebben hiertegen heftig geprotesteerd en Winston Lackin was genoodzaakt een stoel voor Nederlandse ambassadeur te reserveren. Vanaf toen ging het mis met de diplomatie en het buitenlandsbeleid. Winston Lackin heeft er een zooitje van gemaakt. Het buitenlandsbeleid is chaotisch en hij is de oriëntatie volledig kwijt. 

Na de recente diplomatieke enormiteit van minister Winston Lackin c.q. de regering om assistent-generaal van de OAS, Albert Ramdin, niet te ondersteunen voor de hoogste post bij de OAS, heeft de regering gedemonstreerd dat ook het nationalisme een bedrieglijke schijn is bij deze regering c.q. Bouterse. 

President Bouterse ging altijd er prat op dat hij een nationalist en patriot is, echter door  de Guyanees Karran te ondersteunen voor de functie van assistent-generaal en zijn eigen landgenoot Albert Ramdin te laten vallen is het tegendeel bewezen. Waar is het vaderlandsliefde van Bouterse?

Het is een dieptepunt voor ons land, dat we geen geloof hebben in onze eigen topdiplomaten, en dan predikt Bouterse dag in dag uit “geloof in eigen kunnen”. Suriname ondersteunt de kandidatuur van Guyana terwijl zij ons grondgebied Tigri heeft geannexeerd. Ik heb het vermoeden dat er grote ”belangen” spelen bij deze ondersteuning.

Niet alleen in de Surinaamse media, maar ook in regionale kranten reageerden commentatoren verbaasd over het standpunt van de regering om Albert Ramdin in 2015 niet te nomineren bij de verkiezing van een nieuwe secretaris-generaal van de OAS. Suriname wordt met dit standpunt zowel nationaal als internationaal aan de schandpaal genageld. 

De kletsverhalen van minister Winston Lackin, dat er niet voldoende steun is onder Caribische landen en niet de moeite waard is Ramdin voor te dragen als kandidaat voor de hoogste post bij de Organisatie van Amerikaanse Staten, verwijs ik ze naar de prullenbak. Minister Winston Lackin moet geen zand strooien in de ogen van het volk.

De Guyanese krant Stabroek haalt aan dat een diplomaat vanuit de USA de krant heeft bericht dat zelfs prime ministers van enkele prominente Caribische landen Ramdin hebben benaderd en hem persoonlijk hun ondersteuning hebben toegezegd.

De Guyanese krant schrijft verder dat ‘de Surinaamse diplomaat aangemerkt wordt als Caricoms beste kans ooit om de OAS te leiden’. Suriname’s besluit om Ramdin niet te ondersteunen, wordt gezien als verraad.

Topdiplomaten van zowel de Caricom als Latijns-Amerika zijn heel erg verbaasd dat onze landgenoot Albert Ramdin, wordt opgeofferd voor de Guyanees  Karran.

Ik las een kletsverhaal van ene Ebu Jones in een plaatselijke nieuwssite, dat als Ramdin op eigen initiatief is gaan lobbyen en als wat hij zegt over de aan hem toegezegde steunbetuigingen correct is, betekent dat in de diplomatieke wereld eigenlijk dat hij zijn eigen glazen ingegooid heeft.

De “jurist” Ebu Jones moet niet de taal praten van zijn “meester” Lackin, maar moet met zijn eigen verhaal komen. Je merkt duidelijk dat alles voor hem gedicteerd is. We begrijpen zijn situatie, als hij niet de taal spreekt van zijn ‘meester’, wordt hij onmiddellijk teruggeroepen als diplomaat, zo simpel is dat “Ding”.

Albert Ramdin heeft al geruime tijd terug zijn ambities aangegeven, maar minister Winston Lackin heeft nooit politiek lobbywerk verricht voor de  kandidatuur van Albert Ramdin. Hoe weet hij dan, dat Ramdin geen draagvlak heeft? Het vermoeden bestaat dat Lackin eerder voor de Guyanees Karran heeft gelobbyd dan voor Ramdin, vandaar die ondersteuning voor die Guyanees.   

Velen zeggen ook dat het besluit van de regering om Albert Ramdin niet te ondersteunen rancune is, omdat hij niet meewerkt aan de totstandkoming van de Waarheidscommissie met betrekking tot de 8 decembermoorden en andere strafbare feiten begaan tussen 1980-1992.

Abert Ramdin was in 2005 gekozen als assistent secretaris generaal van de OAS en in 2010 is hij bij acclamatie gekozen. Landen in Zuid-Amerika, Noord-Amerika en Caraibisch gebied vinden dat het Carabisch gebied niet steeds de tweede viool moet bespelen, maar nu de tijd rijp is om te gaan voor de hoogste post.

De OAS secretaris generaal José Miguel Insulza Salinas heeft persoonlijk aan Albert Ramdin gezegd dat hij zijn kandidatuur zal ondersteunen en persoonlijk daarvoor zal lobbyen. Ook heeft Albert Ramdin concrete toezeggingen gehad van presidenten van Centraal-Amerika om hem te ondersteunen voor de hoogste functie van de OAS.

Veel landen vinden dat Ramdin een goede kans maakt voor de hoogste functie van OAS, alleen Bouterse en Lackin kunnen dat niet inzien. Waarom heeft Bouterse de staatshoofden vergadering in Haïti is niet bijgewoond of door Lackin laten bijwonen.

Moedwillig is men niet naar die vergadering geweest, ze hebben die vergadering vermeden om over die kandidatuur van Albert Ramdin te praten. We hebben hier te maken met twee politieke lichtgewichten als het gaat om diplomatie en buitenlandsbeleid.

Om het leed van Albert Ramdin te verzachten (balsem in de wonde gieten) zegt minister Winston Lackin dat de regering plannen heeft om Albert Ramdin ergens anders in te zetten. Het leed van de diplomaat gaat veel verder, zijn hele familie lijdt er onder, de regering is moedwillig bezig de carrière van de topdiplomaat aan diggelen te slaan.

De regering moet goed beseffen dat de topdiplomaat Albert Ramdin in alle opzichten voldoet aan het profiel en dat hij glorieus de rol van OAS secretaris-generaal  kan vervullen.

Ik hoop dat de regering c.q. president Bouterse tot inkeer komt en alsnog de kandidatuur van Suriname, in de persoon van Albert Ramdin, voor de hoogste post van Organisatie van Amerikaanse Staten zal ondersteunen.

Naipal.A.I

 
Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net /Ingezonden

11-03-2013

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2013. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics