23 Apr, 02:00
Nu de
gouddeals met Surgold en Iamgold aan de orde van de dag
zijn, wordt er veel gesproken over goud, de prijs van
goud, de winsten die de Staat Suriname kan behalen met
de nieuwe goudoperaties, het milieu,
arbeidsomstandigheden etc. Politici en deskundigen geven
hun diverse meningen over deze onderwerpen en de
discussie over goud begint goed van de grond te komen.
Wat echter opvalt is dat ze het heel vaak hebben over de
hoge prijzen van grondstoffen en de veronderstelling dat
deze hoog zal blijven of zelfs verder zal stijgen.
Dit artikel (dat in vier delen wordt gepubliceerd) geeft
een analytisch raamwerk van het prijsmechanisme van goud
en betoogt dat het wel degelijk mogelijk is dat deze
prijs daalt en onder bepaalde omstandigheden zelfs
structureel onder comfortabele niveaus van bijv. US$
1.500 per ounce kan terugvallen.
Dit is het derde deel van het artikel.
Balans Federal Reserve
Zoals gesteld, kan een belangrijke reden waarom
inflatieverwachtingen zijn gestegen, gevonden worden in
het ruime monetair beleid van bijvoorbeeld de FED. Deze
bank heeft het zogenaamde QE -(quantitative easing)
beleid gelanceerd. Hierbij wordt de economie
gestimuleerd door bijvoorbeeld de overheid in staat te
stellen om leningen/obligaties die expireren niet meteen
terug te betalen, maar te verlengen voor langere
looptijd. Ook worden bepaalde sectoren voorzien van
“goedkope” fondsen. Denk maar aan de steun voor banken
die dreigden om te vallen. Een ander bekend voorbeeld is
de autosector: het “cash for clunkers” programma,
waarbij Amerikanen hun oude auto konden inruilen voor
US$ 5.000 cash, mits ze een nieuwe auto zouden kopen.
Hiermee is deze sector nieuw leven ingeblazen.
Het gevolg is wel een enorme groei van de balans van de
FED: deze centrale bank heeft zich zelfs gecommitteerd
om de economie maandelijks met US$ 85 miljard te
ondersteunen totdat de werkgelegenheid significant is
hersteld. Hoe lang dit programma precies zal duren en
hoeveel extra liquiditeiten hiermee in omloop zal komen
is niet duidelijk. Wat wél duidelijk is, is dat de
hoeveelheid effecten op de balans van de FED meer dan
verdubbeld is sinds het uitbreken van de crisis: dat is
in potentie inflatoir. Om deze potentiële inflatiedruk
te neutraliseren, zal de FED de effecten die nu zijn
aangekocht op een later tijdstip moeten verkopen: dat is
de omkering van QE of ruim monetair beleid naar een
restrictief monetair beleid waarbij de liquiditeit juist
wordt afgeroomd uit het systeem.
Het einde van het QE- programma zal sterk afhangen van
het herstel van de economie. De FED heeft aangegeven dat
zij pas zal aanvangen met verhogen van de rente, nadat
de werkloosheid verbetert tot 6.5%. De projectie van de
FED is dat dit pas tegen medio 2015 kan worden bereikt:
indien dit vertraagt zal de FED doorgaan met
liquiditeitscreatie hetgeen de inflatieverwachtingen en
de goudprijs verder zal opdrijven. Komt het herstel
eerder kan het tegengestelde verwacht worden. De laatste
ontwikkelingen van de huizen- en arbeidsmarkt indiceren
echter een gunstig herstel.
De US-Dollar
Er is een sterke relatie tussen de wisselkoers van de
US-Dollar (de USD index) en de prijs van goud. De
correlatie is negatief: dat wil zeggen dat de goudprijs
daalt bij een stijgende USD en andersom. Vóór de
kredietcrisis kon ruim 70% van de mutaties in de
goudprijs verklaard worden uit mutaties in de dollar. Na
de kredietcrisis is de invloed van de dollar op de
goudprijs afgenomen, maar is nog steeds substantieel.
Het is niet eenvoudig om het koersverloop van de USD
index te voorspellen, maar de algemene verwachting dat
de dollar zal aansterken in aanloop naar 2014, gebaseerd
op de verwachting dat: de economie zich zal herstellen
en de oude trendgroei zal bereiken, de verruiming van
het monetair beleid gestaag zal worden beëindigd, de
inflatie gematigd zal zijn en de reële rente zal
stijgen: allen ingrediënten voor een sterke dollar.
Invloeden van een verzwakkende Euro en ontwikkelingen
die het voortbestaan ervan bedreigen, worden hierbij nog
niet eens opgeteld.
Centrale Banken
Centrale banken van vooral opkomende landen voegen
steeds meer goud toe aan hun monetaire reserves. Rusland
bijvoorbeeld heeft sinds 2007 meer dan 500 ton goud
toegevoegd. De centrale bank van China (PBOC) is
eveneens een grote vrager, maar maximaliseert het
aandeel van goud tot 2% van de totale reserves. De
goudmarkt is “te klein” voor deze superbank en te veel
vraag zou de prijs verder opdrijven en dat zou nadelig
zijn voor de consumentenmarkt in China. De tabel geeft
een overzicht van goudreserves van een aantal centrale
banken alsook de groeiprojectie in 2013. (Zie tabel)
De verwachting is dat centrale banken per saldo goud
zullen toevoegen (ook al zijn er een aantal die juist
verkopen), maar dat die groei zal dalen en wel van 536
ton in 2012, naar 466 ton in 2013 en 300 ton in 2014.
Deze projectie is gebaseerd op een gezond economisch
herstel in de VSA gevolgd door Europa en een sterke
dollar. Daardoor zullen centrale banken het minder
noodzakelijk vinden om het aandeel van goud in de totale
reserves te vergroten: goud zou dus plaatsmaken voor
onder andere de USD in de portefeuille van monetaire
reserves.
Ook al is deze projectie zeer gevoelig voor
macro-economische factoren, centrale banken blijken niet
de belangrijkste spelers aan de vraagzijde te zijn: de
grootste ETF (Exchange Traded Fund) bijvoorbeeld is te
vergelijken met de vijfde grootste centrale bank in
termen van de hoeveelheid goud op de balans. Dus het
gedrag van ETF’s zal naar verwachting meer invloed
hebben op de goudprijs dan de vraag die centrale banken
uitoefenen. En hoe zullen de ETF’s zich naar verwachting
gedragen? - Deel 3 van 4 -
Drs. Ajay Surjbalisingh
De auteur heeft internationale ervaring opgedaan in
strategisch beleggingsbeleid, vermogensbeheer,
pensioenen en bankieren. In 2010 heeft hij zich
gevestigd in Suriname. Sinds vorig jaar biedt hij met
zijn adviesbureau SIRA Capital diensten aan op
bovengenoemde vakgebieden.
De prijs van goud:
vooruitzichten
(deel 4 van 4, slot)
24 Apr, 02:00
Econometrist Ajay
Surjbalisingh
Nu de
gouddeals met Surgold en Iamgold aan de orde van
de dag zijn, wordt er veel gesproken over goud,
de prijs van goud, de winsten die de Staat
Suriname kan behalen met de nieuwe
goudoperaties, het milieu, arbeidsomstandigheden
etc. Politici en deskundigen geven hun diverse
meningen over deze onderwerpen en de discussie
over goud begint goed van de grond te komen. Wat
echter opvalt is dat ze het heel vaak hebben
over de hoge prijzen van grondstoffen en de
veronderstelling dat deze hoog zal blijven of
zelfs verder zal stijgen.
Dit artikel (dat in vier delen wordt
gepubliceerd) geeft een analytisch raamwerk van
het prijsmechanisme van goud en betoogt dat het
wel degelijk mogelijk is dat deze prijs daalt en
onder bepaalde omstandigheden zelfs structureel
onder comfortabele niveaus van bijv. US$ 1.500
per ounce kan terugvallen.
Dit is het vierde deel tevens slotdeel van het
artikel.
Hedge Funds en Exchange Traded Funds
ETF’s en Hedge Funds hebben de goudmarkt
drastisch veranderd. Deze fondsen houden
wereldwijd circa 2.500 ton goud aan. Dat is
vergelijkbaar met de derde grootste goudvoorraad
van centrale banken en voldoende om de Indiase
juweliersmarkt, de grootste goudconsument ter
wereld, voor 4 jaar te voorzien.
De interesse voor deze fondsen is vooral groot
bij institutionele beleggers zoals
pensioenfondsen die in goud een bescherming
vinden tegen ontwaarding van toekomstige
pensioenen. Hun belegging is van een lange
termijn aard. Toch hebben ETF’s sinds begin dit
jaar ruim 140 ton goud gedumpt. Hedge Funds
hebben nog steeds een gezonde interesse in goud,
maar het aantal termijncontracten is afgenomen
van 208.326 in december 2012 naar 107.000 in
maart 2013.
Deze bewegingen kunnen impliceren dat de fondsen
voorzichtiger zijn geworden met goudposities en
langzaam migreren naar andere beleggingsvormen
met het oog op economisch herstel, een beheerste
inflatieverloop op korte-tot middellange termijn
en toenemende kansen op een hogere reële rente.
Mine Supply
De productie van goud is de afgelopen jaren niet
zo dramatisch gestegen als de prijs: de
jaarlijkse mijnproductie is slechts een fractie
van de totale goudvoorraad en redelijk stabiel.
Goudmijnen kunnen niet snel de productie
verhogen als gevolg van hogere prijzen. De
algemene vuistregel is dat het circa 8-10 jaar
duurt voordat mijnen in staat zijn om hun
productie substantieel te verhogen in reactie op
stijgende prijzen. De piek in de goudprijs begin
1980 bijvoorbeeld leidde pas in 1988 tot een
piek in de groei van de productie: acht jaar
later (33% stijging). Daarna is de groei van de
productie afgenomen.
De historie laat dus zien dat aantrekkelijke
goudprijzen de productie met een vertraging
beïnvloeden. De huidige verwachting is een
productiestijging van 1.661 ton in 2012 naar
1.750 ton in 2013 (circa 5.3% groei). De
grootste individuele bijdrage komt van Pueblo
Viejo (een samenwerking van Barrick en Goldcorp)
in de Dominicaanse Republiek. Deze mijn verhoogt
de productie tot bijna haar maximale capaciteit.
De verwachting is dus wel een groei van het
aanbod van goud in 2013 en ook in 2014, maar
geen schok in de mijnproductie als gevolg van
megaprojecten. Stijging van het aanbod van goud
leidt in het algemeen niet tot verdere
prijsstijging. En indien het aanbod hard groeit
(wat niet de centrale verwachting is) kan de
prijs zelfs dalen.
Risicobeheersing
Goudproducenten haasten zich niet om te hedgen
(beschermen) tegen prijsdalingen. Newmont
bijvoorbeeld stelt in haar jaarverslag 2012 dat
zij de prijs van goud bewust niet afdekt, omdat
dat een keuze is van de aandeelhouders. Dit is
ook begrijpelijk in een omgeving waarin de
economische groei nog beneden maats is, de
inflatieverwachtingen hoog zijn, de reële rente
laag is en de prijs per saldo stijgt.
Het basisvooruitzicht is dat de FED pas tegen
2015 de rente gaat verhogen: het risico van
prijsdaling lijkt nog ver. Daar komt nog bij dat
de gemiddelde kosten van goudproducenten
“slechts” USD 1.044/oz bedraagt volgens
schattingen van GFMS (operationele-, cash-,
administratieve en kapitaalkosten). Echter, in
het negende deciel van dit gemiddelde zijn de
kosten USD 1.400/oz. De producenten in dit
gebied komen dus in problemen als de prijs door
een of andere schok onder de USD 1.400/oz valt:
en dan zal de behoefte aan hedgen wel ontstaan.
Prijsrisico managen
Omdat wij geen perfect foresight hebben, zou de
Staat Suriname het prijsrisico moeten managen:
een goed beeld van de gemiddelde
productiekosten, de gevoeligheid daarvan alsook
de omstandigheden waaronder de verkoopprijs van
goud zou moeten worden vastgelegd met behulp van
financiële instrumenten is belangrijk. Ook al is
de kostprijs per troy ounce voor de Staat heel
laag, waarom zou de Staat niet overwegen om een
hoge prijs in te locken en daarmee een hoge
winstmarge veilig te stellen?
Daarnaast is het ook zinvol om na te gaan hoe de
exportprijzen van olie, goud, bauxiet en
agrarische grondstoffen die Suriname realiseert,
met elkaar zijn gecorreleerd. Ook de correlatie
met belangrijke macro-economische factoren geeft
veel inzicht. Het kan best zijn dat als de reële
rente stijgt, de prijs van goud daalt, maar dat
de prijs van olie juist stijgt. In dat geval
verdienen we minder met goud, maar meer met
olie. Het risicobeleid zou zich moeten richten
op de netto exposure: wat verliezen we per saldo
als bijvoorbeeld de rente met x% stijgt? Deze
benadering kan leiden tot een nationaal
risicobeleid met betrekking tot grondstoffen en
is een betere optie dan mee te gaan met de
nationale consensus die een voortzetting van
hoge grondstoffenprijzen predikt.
Drs. Ajay Surjbalisingh
De auteur heeft internationale ervaring opgedaan
in strategisch beleggingsbeleid,
vermogensbeheer, pensioenen en bankieren. In
2010 heeft hij zich gevestigd in Suriname. Sinds
vorig jaar biedt hij met zijn adviesbureau SIRA
Capital diensten aan op bovengenoemde
vakgebieden.