Nickerie.Net, maandag 20 januari 2014
Carl Breeveld over materiele hebzucht van politici: ‘We zijn moreel afgegleden naar een bedenkelijk niveau’
Carl Breeveld van de politieke partij Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE), werd de vraag voorgelegd waarom de anticorruptiewet zo noodzakelijk is. Stelen is bij wet verboden; dat is ook wat de verschillende religiën ons leren. Suriname is een heel religieus land, doch worden we dagelijks geconfronteerd met allerlei corruptieschandalen, waarbij namen van top politici genoemd worden. Breeveld beaamt dat er verschillende plekken zijn in de wet die een aantal dingen verbieden, maar een anticorruptiewet bevat concreet een verzameling van al deze wetten; het is concreet in één wet gevangen, waardoor men op een veel directere manier de sancties kan bepalen en men weet ook dan waar men aan toe is.
Carl Breeveld
In de huidige wetgeving zijn klokkenluiders niet beschermd, dat is wel het geval in de anticorruptiewet, die weliswaar nog op de ‘to do list’ van het parlement staat. Breeveld beaamt dat we een zeer religieuze samenleving zijn waar jatten van vooral gemeenschapsgelden taboe zou moeten zijn. Echter heeft het afwijkend gedrag van vooral politici te maken met hun keuzes. ‘Er is zoiets als iets belijden met je mond, maar er is weer iets anders wat betrekking heeft op hoe mensen handelen en het handelen van mensen staat soms haaks op wat ze belijden. Er is een soort herstel nodig van de aanpak in de zin van hoe we waarden en normen weer vorm gaan geven in de samenleving. Sommige mensen praten van morele herbewapening.’
Opmerkelijk is de terughoudendheid van de Interreligieuze Raad in Suriname, wanneer politici genoemd worden in allerlei corruptieschadelen en wanneer toppers in de politiek afwijkend gedrag vertonen, waarbij bedreigen en scheldpartijen niet uitblijven en parlementariërs die op de vuist gaan met elkaar. Er wordt elkaar op de politieke podia van alles verweten; van het jatten van grond tot het zijn van een gangster. Dezer dagen schroomt men zegt niet voor om de ‘Race Card’ te gebruiken. Breeveld vindt het vorige correct en geeft aan dat zelfs binnen religieuze organisaties allerlei vervelende dingen zich voltrekken, verwijzend naar de internationale schandalen binnen een bepaalde kerk over seksueel misbruik. ‘Dat geeft aan dat de religieuze organisaties uit mensen bestaan die blijkbaar niet leven naar de woorden die ze met de mond beleven.’
Breeveld vindt dat burgers te passief zijn in politieke organisaties; men is te consumerend bezig. Teveel mensen leven met vrees in het land; rancune hangt als een zwaard boven hun hoofd. De woorden ‘gewijzigde beleidsinzichten’ lijken een soort van ambtelijke veroordeling te zijn; de gang naar de guillotine. Men heeft met andere woorden broodvrees en gezien de overheid de grootste werkgever is met allerlei voorzieningen, zal de ambtenaar netjes naar de pijpen van hun meerdere dansen. Breeveld vindt dat het vorige inherent is aan de manier waarop de politiek gefunctioneerd heeft afgelopen jaren. ‘Veel rancune, veel wegzetten van mensen die even anders dachten. De mensen die bij de overheid werken, zijn doodsbenauwd om hun mening te geven over een issue of een standpunt in te nemen.’
Er is een totale ommekeer van denken nodig bij de burgers, maar vooral bij politici en hun politieke organisaties. Breeveld vindt het heel zielig hoe bepaalde politici schaamteloos aan het graaien zijn. Parlementsleden die ongegeneerd voor de microfoon vertellen dat ze ook Surinamers zijn, dus ook recht hebben op een stuk grond, echter weigeren ze te vertellen dat ze met voorkennis handelen en dat politieke connecties in het gunnen doorslaggevend zijn. De parlementariërs is de mening toegedaan dat bepaalde mensen denken dat het leven alleen maar materie is; daardoor functioneert de immateriële kant van mensen/politici niet naar behoren en wordt de drang op alles te hebben en dat ten koste van alles en iedereen ‘het probleem’. Men is dan een zielige slaaf geworden van het hebben en bezitten.
‘We zijn aardig afgegleden in moreel opzicht. Gezien de onnavolgbare wederechtelijke handelingen binnen het bestuursapparaat kunnen en mogen we concluderen dat religie moraal niet meer voedt; maar dat religie als tool wordt ingezet voor materieel welhagen. Een dictatuur en een binnenlandse oorlog doet in een samenleving veel veranderen en dat is te merken aan het schaamteloos gedrag waarmee bepaalde politici aan de haal gaan met gemeenschapsgelden en natuurlijke hulpbronnen.’
Bron(nen) / Copyright: | |
Nickerie.Net / DBS |
19-01-2014 |
|
Email: info@nickerie.net
Copyright © 2014. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics