Nickerie.Net, zondag 24 augustus 2014
Het woord 'marron' in Surinaams historisch perspectief
Velen die mijn artikelen lezen, zullen hebben opgemerkt dat ik de term Marron niet verbind aan de groep mensen van Afrikaanse afkomst die in het binnenland wonen. Ook niet aan de groep die ge-urbaniseerd is naar de stad of die gemigreerd is naar andere landen. Dit doe ik bewust, uitgaande van de mij bekende historische feiten betreffende, de naam marron in de Suriname context. De ontwikkeling met betrekking tot het wel of niet gebruiken van de naam Marron als groepsnaam, gaat ver terug in 1957. In dat jaar ontstond een beweging onder leiding van mannen zoals Frans Pinas en Eddy Dap met als doel te geraken tot de oprichting van een (etnische) politieke partij. De beweging kreeg in eerste instantie de naam Marron Partij Suriname (MPS).
Vele mensen waren niet content met de naam MPS en reeds in 1959, dus twee jaren na de oprichting, hebben de initiatiefnemers de naam moeten veranderen in Bosneger Partij Suriname (BPS). Het argument was dat de naam Marron in de Surinaamse context een denigrerende landing had. De slaven die zich zelf vrijmaakten en doelbewuste acties tegen de plantages ondernamen, werden uit frustratie door de plantage-eigenaren vergeleken of aangeduid als wild paard, vee. De partij kon dus niet met de naam MPS aangeduid worden in de strijd naar sociaaleconomische en maatschappelijke emancipatie. Dus werd zoals gesteld de naam veranderd van MPS, Marron Partij Suriname, naar BPS, Bosneger Partij Suriname.
Geen inburgering van de naam Marron
Het lijkt mij interessant te onderzoeken waarom de naam Marron in de gemeenschappen in het binnenland niet ingeburgerd is. Ik heb het dan hier over de periode vanaf de strijd van de zichzelf bevrijdde slaven tot de vrede van 1760 en daarna. Ik denk dat de strijders, hoewel niet geschoold, kennelijk begrepen hadden dat de blanken hen met het woord Marron associeerden met het wilde vee. Deze strijders/helden hebben kennelijk om de voornoemde reden nooit de naam gelinkt aan de groep met als gevolg geen inburgering van deze denigrerende naam in die gemeenschappen.
In de tweede helft van de twintigste eeuw, hebben enkele geschoolde nakomelingen van de zichzelf bevrijdde slaven gemeend en wel tot grote ergernis van velen uit diezelfde etnische groep, zichzelf marron te noemen. In die periode werden de nakomelingen van de zichzelf bevrijdde slaven op diverse gebieden gediscrimineerd. Dit discriminatoir gedrag of houding van met name de stadsnegers tegenover de bosnegers, was zeer prominent aanwezig in de Surinaamse samenleving. De bosnegers werden aangeduid met de denigrerende naam 'Djoeka'. Als men krenkend wilde zijn, zei men joe 'don'djoeka. Nee, het was geen prettige tijd voor zij die zich ernstig gedenigreerd gevoelden en mentaal geen weerstand konden bieden aan deze vorm van agressie van de stadsnegers. Juist de groep met wie de bosnegers sterke ras, cultuur en historisch gebonden affiniteit heeft. Ik kan mij best voorstellen welk wrokgevoel er toen ontstond bij de mensen die gediscrimineerd werden door het identieke ras. Ook al was een bosneger beter geschoold dan een stadsneger, werd hij/zij als minderwaardig gezien. Reden voor de geschoolde bosneger om op speurtocht uit te gaan naar een eigen etnisch-culturele identiteit. Voor die identiteit moest een identificatie figuur/vrijheidsheld die gemeenschappelijke gedragen worden, gevonden worden. En ja hoor,want in de jaren zestig van de vorige eeuw,begon ook de negers in Paramaribo de vrijheidsstrijders die Marron werden genoemd te erkennen als helden en niet meer als plunderaars zoals de kolonisten hen hadden doen geloven.
De bedoelde geschoolde bosnegers, kozen toen voor de denigrerende naam Marron om aan te geven dat men nakomelingen is van die gemeenschappelijke historische helden, de zogenoemde marron. Als wij deze korte samenvatting van de historische loop doornemen,kan je geneigd zijn de groep gelijk te geven. Ik kan dat helaas niet doen, omdat ik elke vorm van discriminatie had kunnen negeren, neutraliseren of afwentelen. Ik sloot mij op jongen leeftijd aan bij de progressieve beweging waarbij ik geleerd heb, dat solidariteit met de volksmassa belangrijker was/is dan sec de etnische solidariteit. Later na 1990 begonnen de jonge intellectuelen zichzelf meer en meer Marron te noemen. Vele stedeling begonnen ook deze etnische groep als Marron aan te duiden. De laatste jaren merken wij echter op dat er een neo-afro bewustzijn aan het ontstaan is in Suriname. De groep negers in Paramaribo zien de bosnegers nu als een en dezelfde groep qua ras en cultuur, maar ook qua historie.
In elk geval duid ik mijzelf niet met de naam Marron aan, vanwege reeds aangehaalde reden. Noem mij maar een bosneger. In de eerste plaats ter ere aan de Helden,die de naam hebben afgewezen. Ten tweede zie ik niets negatief aan het woord bosneger, met het accent op 'bos'. Ten slotte wil ik een ieder vragen mij aan te tonen met officiële stukken van het koloniaal bestuur waarbij de naam Marron gebruikt is. In de vele oude stukken zoals de ordonnantiën,de traktaten etc, ben ik de term marron niet tegen gekomen. Ik vermoed,nee ik weet zeker dat de naam marron door de plantage-eigenaren gebezigd is tegen de strijders die hen economische schade berokkend hadden. Uit boosheid en frustratie werden de strijders met de denigrerende naam aangeduid. Het koloniaal bestuur heeft wijselijk deze benaming van de moedige zichzelf bevrijdde negerslaven niet overgenomen.
Bert Eersteling
Bron/Copyright: |
|
|
Nickerie.Net/ NSS | 07-08-2014 |
|
Email: info@nickerie.net
Copyright © 2014. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics