Nickerie.Net, maandag 17 november 2014


Informele economie dicteert de wisselkoers

 

Door: Ludwich van Mulier

 

De economie van Suriname is door een nieuwe machtsgroep in een wurggreep genomen. Argumenten van deze geldmagnaten zijn allesbepalend voor de politieke besluitvormers in het land. Echter kan men met geld alleen niet alle problemen oplossen. Geld kan een middel zijn om dingen gedaan te krijgen, maar zodra het een doel op zich wordt lopen zaken finaal uit de hand. De intrinsieke waarde van de Surinaamse munt wordt bepaald door de nationale productie, de dekking in goud en deviezen en het vertrouwen dat het volk heeft in de koopkracht van het geld. De controle op het Surinaamse geldverkeer is haast onmogelijk geworden omdat de informele economie vele malen groter en sterker is dan de formele.

Vraag en aanbod op de financiële markten worden beheerst door de cambio’s en een nieuwe “illegaliteit” in de schemerzone (zwarte markt), maar al lang niet meer door de monetaire autoriteiten (Centrale Bank en het ministerie van Financiën) zoals het hoort. Het volk komt niet uit met het maandelijkse salaris. De koopkracht van de Surinaamse munt is in de praktijk al gedaald. Economen waarschuwen de staat dat zij nog meer geldleningen niet zal kunnen terugbetalen en dat het maximum voor overheidsuitgaven al is overschreden. Er hangt een devaluatie van de Surinaamse munt de SRD in de lucht. De bankwet zegt dat er geld mag worden bijgedrukt binnen bepaalde marges. De Centrale bank directeur zegt dat hij zich houdt aan de bankwet- en regelgeving. Wordt er  nu geld bijgedrukt of niet?

 

De graaicultuur van de nieuwe elite en de verstikkende corruptie, veroorzaken ontevredenheid en groot wantrouwen onder de bevolking in het gezag van de nationale instituten en integriteit van de politiek.

 

Cambio’s bemoeilijken monetair beleid

Startende ondernemers botsen tegen een institutionele muur van wet- en regelgeving en fiscale registraties. Institutionele belemmeringen schaden de middenstand ( de ruggengraat van de economie) en vergroten de nieuwe stedelijke armoede door de hardnekkige werkloosheid. De “ünderground economy” is uit haar voegen gegroeid. Wetenschappers slagen er niet in de informele sector eenduidig te omschrijven; formeel en informeel lopen in elkaar over in een reflexieve (actie-reactie) afhankelijkheid. Maar om monetair beleid te maken is een sluitende bancaire sector en transparantie in het geld verkeer (vraag en aanbod) noodzakelijk. Zwart werk (onttrokken aan de fiscale wet- en regelgeving) hoeft nog geen illegaal werk te zijn. Inkomsten van de poetsvrouw, kapster, worst man, de straatventers,  zijn eerlijk verdiend maar toch zwart geld.

 

Landen met een strenge overheidscontrole kunnen parallel aan de formele economie toch een sterke informele sector hebben. De informele sector in Suriname is nu uitgebreid met grootverdieners in de drugs-mensen- en wapenhandel, witwassers, onroerend goed speculanten en laatstelijk ook sjacheraars in de goudsector. Onze president die door een politieke coup, vanaf 1980  aan de macht is gekomen, heeft 34 jaar zijn stempel gedrukt op de  “underground economy” en op informeel handelen (Neks no fout). Sinds 2010 heeft hij – door zijn presidentschap- wellicht zelfs tegen beter weten in - een machtsstatus verworven als de beschermheer van de informele sector. Zijn politieke partij de NDP heeft daarom een enorme aantrekkingskracht op louche hosselaars, handelaren in de schemerzone, die bescherming zoeken voor hun kapitaalaccumulatie.

 

De controle op de formele economie door wet- en regelgeving, ethisch disciplinaire eisen stellen aan het geldverkeer c.q. het bancaire circuit, is ontspoord. De versterkte positie van een kleine machtsgroep waar de president deel van uitmaakt, uit zich op de financiële markten waar de cambio’s over veel meer valuta en chartaal geld beschikken dan de particuliere banken. De Centrale Bank en het ministerie van Financiën - de monetaire autoriteiten - functioneren voor spek en bonen en voeren een staartpolitiek.

 

Er wordt druk op de regering uitgeoefend, vanuit de “nouveaux riches” om te privatiseren (opkopen Stuwdam/Energiesector/Sardjoe), bij de verkiezingen stemmen te kopen (vide onthullingen Sital; en geldsmijterij van Brunswijk) om de machtspositie van de machtsgroep te consolideren. Het geld dat aan de fiscus wordt onttrokken is “allesbepalend” geworden en doet bestuurders, de macht van dit snel groeiende (hit and run) geld overschatten. De onvermijdelijke desintegratie van de NDP wordt veroorzaakt doordat de harde werkers, pioniers en  kapitaalkrachtige leden van het eerste uur,  zijn vervangen door “sierpaarden” en  nieuwe spelers uit de schemerzone. De grens tussen formele en informele economie is structureel vervallen en werkt door in de moraal van de samenleving; alles wordt gede-formaliseerd.

 

De macht van de schemerzone

Dertig jaren na het ontstaan van de paralelmarkt ( vanaf 1983), hebben de cambio’s een vaste plek verworven in de Surinaamse bancaire sector. Het Surinaamse bankwezen bestaat heden uit 7 erkende formele particuliere banken en 23 cambio’s die beschikken over meer dan 60 filialen. Onder leiding van de monetaire autoriteiten- het ministerie van Financiën en de Centrale Bank van Suriname- bepalen alle banken samen de stabiliteit  van de Surinaamse munt. Volgens zegslieden uit het bedrijfsleven pompt de Centrale Bank dagelijks naar schatting meer dan een miljoen SRD ( Mahinder Jogi (VHP) praat over 300 miljoen US dollar per jaar) in het monetaire circuit om de koersstabiliteit te garanderen.

 

Sinds 1 januari 2004 –na een overgangsperiode van unificatie van de diverse wisselkoersen- werd de SRD munt geïntroduceerd met een stabiele bandbreedte voor de schommelingen van de wisselkoers; die schommelt tussen 3.05 en 4.59 voor de Euro. Vanuit verschillende geldstromen wordt druk uitgeoefend op de vraag naar vreemde valuta, vanwege weinig vertrouwen in de Surinaamse munt. Vanuit die duistere kringen (door economen wordt dit aangeduid met de term “schemerzone”) wordt de wisselkoers geforceerd aangestuurd door de nieuwe captains of industry. Hilarisch  is het gegeven dat de cambio’s onder streng regime worden geplaatst,  terwijl er tegelijkertijd illegale wissel-locaties zijn bijgekomen in de informele sector; Centrale markt/Brunswijkmarkt, Bosje-brug, Chinese supermarkten, casino’s/hotels, goudopkoop-locaties.

 

De informele economie heeft meer gelaagdheden erbij gekregen en de grens tussen illegaal en crimineel is verdwenen. Er is bovendien heden een trend waar te nemen van afname van de remittances (geldovermakingen  van emigranten wereldwijd, vooral uit Nederland); van circa 200 miljoen euro op jaarbasis naar bedragen rond de 100 miljoen. Het IMF publiceerde onderzoeksresultaten die aangeven dat de landen die van hun diaspora de meeste remittances ontvangen in rangorde zijn; China, India, Brazilië. Deze spelers zijn sterk aanwezig in Suriname en spelen een belangrijke rol in de export van vreemde valuta.

 

China heeft per 29 oktober jongstleden in samenwerking met de Surinaamse bank (de grootste particuliere bank) een nieuwe prepaid creditcard voor Latijns Amerika geïntroduceerd om het geldverkeer met China te vergemakkelijken. Van de Surinaamse importen komt 14% uit China, na Nederland en de USA. De nieuwe president van China opent de Chinese financiële markt voor het westen en gebruikt de zwakke landen als Suriname om in de Amerika’s te penetreren. Vandaar het experiment van China Union Pay International met de prepaid creditcard voor Zuid Amerika; buitenlandse investeringen blijven echter uit. Terwijl overmakingen vanuit Suriname  naar het buitenland toenemen. In 2011 werd door Surinamers 72 miljoen US dollars overgemaakt naar het buitenland om uiteenlopende redenen en de valuta uitvoer bleef nominaal stijgen. Zowel cambio’s als formele handelsbanken in Suriname klagen over structurele tekorten aan vreemde valuta.

 

De centrale Bank intervenieerde sinds 2012 door wet- en regelgeving bedoeld voor de cambio’s op te voeren; geen geldovermakingen toegestaan en maximaal aandelenbezit per persoon binnen de cambio van 40%. Aangekondigd werd dat de illegale cambio’s ( de eerder genoemde nieuwe circuits) hard zullen worden aangepakt. Maar de Governor van de Centrale Bank gaat met de Vereniging van Cambiohouders aan tafel zitten, terwijl hij tegelijkertijd hun concurrentiepositie ondermijnt op jacht zijnde naar vreemde valuta. Het monetair beleid is dus inconsistent.

 

Intussen is de vraag naar vreemde valuta in de samenleving drastisch gestegen. Huren en producten worden in vreemde valuta betaald, EBS en SLM (met instemming van hun RvC’s) berekenen tarieven in vreemde valuta; kortom zowel de staat als de particulier zenden signalen uit van wantrouwen in de eigen munt en bevorderen de vlucht in vreemde valuta. Grote groepen buitenlanders voornamelijk Chinezen en Brazilianen hebben zekerheidshalve hun eigen financiële circuits geschapen. Zo is eigenlijk elke burger zijn/haar eigen cambio geworden.

 

Voorspelde “slowdown”

Alle ingehuurde buitenlandse onderzoeksinstituten w.o. het gerenommeerde Warwick institute, Coopers & Lybrand adviseerden reeds 20 jaar geleden om op middellange termijn de cambio’s in Suriname geheel op te heffen. Maar geen president wil zijn vingers branden aan de macht van de kleine elite die, stevig aan de bestuurlijke touwtjes trekt en die feitelijk het machtscentrum vormt. De regering Bouterse heeft aanvankelijk geprofiteerd van de stijgende wereldmarktprijzen voor olie en goud en een door de eerdere regering Venetiaan beheersbaar gemaakte wisselkoers voor de Surinaamse munt. Maar de afgelopen maanden zijn de internationale marktprijzen voor grondstoffen aan het dalen en het dieptepunt is onbekend.

 

Ratingbureau ’s (w.o Standard & Poor 2012) die aanvankelijk positief rapporteerden over de Surinaamse economie vanwege de groei van de olie – en mijnbouwsector, hebben allang gewaarschuwd voor de nu aanwezige economische “slow down” (teruggang). Er zijn z.g. nieuwe probleemaccumulatiegebieden ontstaan waar de kloof tussen burger en overheid maximaal geworden is. Het investeringsklimaat verslechtert, productie stagneert, de gestelde kwaliteitseisen op de arbeidsmarkt kunnen niet worden beantwoord. De operatie is gelukt maar de patiënt is bezweken. Onophoudelijk klinkt de valse regeringspropaganda; het gaat bijzonder goed met de Surinaamse economie, maar de burger merkt in zijn portemonnee dat hij halverwege de maand blut is en door alsmaar stijgende prijzen geen koopkracht heeft.

 

Onder het bewind Bouterse zijn de informele spelers op de kapitaalmarkt (de veldwisselaars, casino’s, Chinese supermarkten, Brazilianen in de goudsector) ijzersterk geworden. Zij hebben er zelfs een officiële politieke en militaire arm bij gekregen. Is de staat Suriname een witwasmachine geworden? De stiekeme versmelting van formeel en informeel geld in de huidige status-quo betekent - politiek vertaald - dat de president zelf  (met zijn NDP) een deel van het probleem is geworden. Hij chanteert met de huidige monetaire-, sociaal/economische chaos-een invalide begroting- de volgende regering bewust met een energieprobleem, een schuldenlast, een inflatie én een devaluatie.

 

Ludwich van Mulier, Nijmegen 9 november 2014.

 

Bron/Copyright:

Nickerie.Net /Ingezonden 14-11-2014

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2014. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics