Nickerie.Net, dinsdag 24 februari 2015


In Noord rukt de oceaan op…

Het zoute zeewater overspoelde vorige week genadeloos de huizen en kostgronden van Weg naar Zee. Het was een betrekkelijk kleine ramp, maar wel één die pijnlijk laat zien hoe kwetsbaar onze kust eigenlijk is. Ondertussen wacht de overheid al decennialang met ingrijpen en golft de oceaan steeds verder landinwaarts.

PARAMARIBO – De boeren van Weg naar Zee kunnen het zich nog helder voor de geest halen. Vroeger was de zee ver weg. Tussen hun landbouwgronden en het dreigende zoutwater lag een stevig stuk bos en een uitgestrekte modderkust. Ze kregen de toewijzing voor de grond in de jaren zestig, toen niemand zich nog bezighield met zeespiegelstijgingen en klimaatsverandering. Ze waanden zich veilig.

Intussen zijn de meeste bomen ontworteld en weggespoeld en wordt het risico op overstromingen steeds groter. De laatste keer kwam het zeewater tot aan de Oedayrajsingh Varmaweg, die als een dam iets hoger ligt dan de woonhuizen en arealen. Alle kostgronden tussen het bedevaartsoord en het crematorium liepen onder water en zijn in elk geval voor de komende twee jaar niet bruikbaar. De landbouwers zien de slecht onderhouden dijk als de voornaamste oorzaak van het drama.

Maar er is veel meer aan de hand

“De kust heeft zijn natuurlijke veerkracht verloren.” Voor klimaatdeskundige Sieuwnath Naipal komt de dambreuk niet als een verrassing. De bodem van Weg naar Zee is namelijk van klei. Hard als steen wanneer het droog is, maar een gewillig slachtoffer van de golven. Bij contact met water wordt het namelijk heel zacht en neemt de oceaan met het grootste gemak de grond mee.

Door klimaatverandering worden de golven bovendien steeds hoger. De kust moet alle harde klappen van de zee opvangen. Iets waar de oever niet meer toe in staat is, sinds het mangrovebos is verdwenen. Dat bos zou in feite in staat moeten zijn om zichzelf te herstellen, maar dammen, wegen en huizen hebben het ecosysteem vernietigd. “Voor dat natuurlijke herstel heb je een heel bos nodig, niet maar twee bomen.”

De afbraak van het ecosysteem en het landverlies dat daarmee gepaard ging, had volgens Naipal voorkomen kunnen worden met een goede coördinatie vanuit de overheid. “Maar de Surinaamse kust is overal beschermd, behalve in Paramaribo Noord. Ik verwacht dat het hele kustgebied in Groot-Paramaribo al is uitgegeven voor de bouw.” Door grondbeschikkingen als snoepjes uit te delen hebben opeenvolgende regeringen de zee eigenlijk uitgenodigd.

Gereedschappen

De overheid heeft in theorie overigens wel de gereedschappen in huis om de kustvlakte te reguleren. In de praktijk blijkt echter dat de zogenaamde ‘structuur- en bestemmingsplannen’ ontbreken. Deze zouden moeten bepalen waar elk afzonderlijk gebied voor gebruikt mag worden. Gebieden met zeer vruchtbare grond zouden bijvoorbeeld alleen uitgegeven mogen worden aan landbouwers en niet aan verkavelaars. De overheid en de burgers zouden zich bovendien aan deze plannen moeten houden.

De stedenbouwkundige wet uit 1972 wijst het ministerie voor Openbare Werken (OW) aan om zulke plannen op te stellen. “Helaas hebben we dat nog niet gedaan.” Santosh Oedairadjsingh van OW merkt dat er van bovenaf geen prioriteit wordt gegeven aan de uitvoering van deze wet. “Een gewone ambtenaar kan niet op een dag opstaan en een bestemmingsplan maken.” Dat de kust gisteren al bescherming nodig had, is ook bij OW wel doorgedrongen. “We weten allemaal dat Noord onderloopt en dat we blijven verkavelen”, zegt de ambtenaar schuldbewust.

Ruimtelijke ordening

En het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer dan? Zou die, alleen al vanwege zijn naam, misschien wat meer hebben gedaan aan de ordening en bescherming van de kustvlakte?

Sinds de oprichting van dit ministerie in 2005 is ook hier niets van de grond gekomen. Dat is volgens onderdirecteur Ruimtelijke Ordening, Sohrabali Kadirbaks, ook niet zo moeilijk te verklaren. “Het onderdirectoraat zat in één kamertje, met alleen de directeur en een secretaresse.” In 2012 is de afdeling uitgegroeid naar twee kamers, maar beschikt nog steeds maar over twee experts. Kadirbaks zelf is bodem- en milieurechtdeskundige en in zijn kleine team zit ook een topograaf. Maar daar maak je natuurlijk geen ingewikkelde bestemmingsplannen mee.

Ondanks deze obstakels probeert de afdeling met babystapjes naar een echt beleid toe te werken. “Maar alles valt en staat met structuur- en bestemmingsplannen.” Kadirbaks ziet het liefst een beschermde bufferzone van drie tot vijf kilometer vanaf de kustlijn.

Hierin vindt de onderdirecteur een medestander in Naipal. Die waarschuwt wel: “Er zit een prijskaartje aan. Hoe langer je wacht, hoe meer het gaat kosten. Het kan allemaal, maar dan moet je niet met gekruiste armen zitten.”

Gepubliceerd in de Ware Tijd, 04/05/2013
Beeld: Irvin Ngariman
Co-productie met Ewout Lamé

Bron/Copyright:

Nickerie.Net / dWT 04-05-2015

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2015. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics