Nickerie.Net, maandag 28 december 2015
Einde tijdperk oude industrieen
In ben tot halverwege de jaren 70 opgegroeid op plantage Alkmaar in Commewijne. Ik herinner me het beeld dat vroeg in de ochtend vooral jonge mannen met een houwer en eten in een tas, te voet naar Mariënburg gingen. Mariënburg produceerde in die tijd suiker en rum dat ook werd geëxporteerd. Deze suikerrietplantage bood werk aan honderden mensen. 35 jaar later is Mariënburg een soort monument dat symbool staat voor de oude industrie in Suriname. De enige persoon die er nog emplooi aan heeft is de oude vriendelijke Javaanse gids die toeristen vertelt over de glorietijd. Mariënburg is exemplarisch voor wat er gebeurt als een onderneming of bedrijfstak niet innoveert. Ik ben geen econoom en waag me dus niet aan economische wetmatigheden die samenhangen met de opkomst en de ondergang van bedrijven en bedrijfstakken. In dit artikel focus ik mij op de maatschappelijke impact van bedrijfssluitingen en hoe de overheid in de toekomst aan schadelast beperking kan werken.
Drs. Stanley A. Ramkhelawan
Oude industrie
Leg je oor te luister bij de gewone man die 50 jaar of ouder is, en ze noemen zo de voorbeelden van bedrijven die kort geleden werk boden aan veel mensen. Iets verder in het verleden wordt plantage Waterloo genoemd. Meer recent wordt verwezen naar de SML in Wageningen; eens het paradepaardje van de machinale rijstteelt in het Caraïbisch gebied. Bruynzeel dat, afgezien van de houtkap en de effecten daarvan op het milieu, alom bekend stond om de zg. Bruynzeelwoningen en aanverwante producten.
In het kielzog van het revolutionaire elan is het bedrijf Para-Industries opgezet. Menig huishouden in Suriname heeft nog producten van dit bedrijf in huis. Van de onderneming zelf is maar weinig over. Een meer recent voorbeeld van de oude industrie is Suralco. De sluiting van dit bedrijf, waarbij in één klap circa 2000 werknemers baanloos zijn geworden, heeft de regering het afgelopen jaar flink beziggehouden.
Maatschappelijke impact
Het meest direct worden de werknemers getroffen die hun baan verliezen door de sluiting van een bedrijf. Deze werknemers verliezen niet alleen hun baan, maar tevens hun inkomen. Door het ontbreken van structurele werkloosheidsvoorzieningen is de pijn van het verlies van het inkomen extra hard voor de gezinnen van deze werknemers. Massale werkloosheid leidt tot een lager bestedingspatroon waardoor ook andere sectoren minder omzet maken. De Surinaamse overheid mist de fiscale afdrachten van de desbetreffende bedrijven; daarnaast ook de belastingen die door werknemers werden betaald. Zonder alternatieven kunnen de gevolgen van de sluiting van oude industrieën de samenleving economisch ontwrichten. Denk hierbij aan de gevolgen van langdurige werkloosheid. In het geval van de sluiting van Suralco speelt ook nog eens wie er moet opdraaien voor de kosten van milieuverontreiniging en de ontmanteling van de aluminiumsmelterij.
Opkomende sectoren
Gelukkig is ook sprake van een andere ontwikkeling. Er worden nieuwe sectoren ontgonnen en er ontstaat werkgelegenheid binnen nieuwe ondernemingen. Fossiele brandstoffen zullen we nog lang blijven gebruiken. Milieueffecten, oorlogen of andere ontwikkelingen maakt dat er een mindshift gaande is. Landen die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen zoeken steeds vaker naar schonere en goedkopere alternatieven. De strategen van Staatsolie zullen ongetwijfeld nu al nadenken over scenario’s waarmee dit bedrijf in 2050 zijn geld denkt te verdienen. Anders kan je nu al voorspellen dat het met Staatsolie net zo zal eindigen als Mariënburg of Suralco. De goudkoorts die Suriname sinds enkele jaren getroffen heeft, heeft eveneens geleid tot nieuwe bedrijvigheid en creatie van werkgelegenheid. Maar de tucht van de markt heeft recentelijk ook bedrijven in de goudsector gedwongen tot forse sanering, waarbij ruim honderd werknemers hun baan zijn kwijtgeraakt. Uit bedrijfsmatig oogpunt een noodzakelijke ingreep om de continuïteit en winstgevendheid van een onderneming op langere termijn te garanderen.
Sociaal zijn de gevolgen voor de mensen die hun baan verliezen dramatisch. Niet uitgesloten is dat als de goudprijs op de wereldmarkt aantrekt, deze ondernemingen weer gaan groeien en meer personeel nodig zullen hebben. Bedrijven die in zwaar weer terechtkomen, zullen onherroepelijk snijden in de uitgaven. Reductie van personeelskosten en efficiency operaties zijn voor de hand liggende ingrepen. Wat ook kan, is het matigen van het salaris en de bonussen voor mensen aan de top.
Schadelast beperken
Winstbejag is inherent aan ondernemen. Maar er is ook een vorm van ondernemerschap waar sprake is van een betere balans tussen korte termijn winstbejag en investeren voor de lange termijn waarbij de mensen, het milieu en het bedrijf, bij gebaad zijn. De bekende triple P (People, Planet en Profit) van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De Surinaamse overheid is bij uitstek de partij om kaders te stellen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat kan bijvoorbeeld door het inzetten van een specialistisch team dat namens de overheid onderhandelt over een stevig MVO paragraaf bij alle grote concessies en vergunningen aan bedrijven die de natural resources van het land exploiteren. Een dergelijk MVO-team namens de overheid zal om te beginnen zelf een MVO-chapter op tafel moeten leggen.
De uitkomst van het MVO chapter kan per bedrijf verschillend zijn, rekening houdend met de grootte van het bedrijf, omzet- en winstverwachting, te verwachten milieuschade etc. In het verlengde van het maken van afspraken over een MVO chapter ligt ook het toezien op de naleving daarvan. In hoeverre komt het bedrijf haar afspraken na? Een MVO-chapter aan de voorkant biedt mijns inziens meer houvast om de directie van een onderneming op latere misstanden aan te spreken, en indien nodig ook juridische stappen te ondernemen. Suralco was in zo’n geval minder makkelijk weggekomen dan de rotzooi en milieuschade die zij nu heeft achtergelaten.
Crisis benutten
Suriname gaat momenteel financieel economisch door een diep dal. De waarde van de SRD is eind november met 20% gedevalueerd. De monetaire reserve is fragiel. De Staatsschuld bedraagt circa 7 miljard SRD. De kosten van het ambtenarenapparaat drukken zwaar op ’s lands financiën. Uit iedere crisis is echter ook iets goeds te halen, mits de ‘decisionmakers’ maatregelen treffen om hervormingen door te voeren. Voor de korte termijn heeft de regering eind november jl. een aantal crisismaatregelen afgekondigd. Maar voor de lange termijn zijn de contouren van een duurzaam herstelprogramma nog onbekend. De regering kan deze crisis in haar voordeel aanwenden door een 'denktank' in te stellen met de opdracht om te onderzoeken waar Suriname in 2040 haar geld mee denkt te verdienen. Belangrijk voor de samenstelling van deze denktank is diversiteit aan deskundigheid. Verbindt de samenstelling niet aan vertegenwoordiging van of binding met een bepaalde politieke partij (coalitie of oppositie), vakbeweging of andere maatschappelijke organisatie. Laat de denktank 1 a 2 jaar de tijd nemen om te broeden op oplossingen voor de lange termijn.
Geef de denktank de ruimte om zich ook te laten voeden of te inspireren door specialisten c.q. materiedeskundigen, óók uit de Surinaamse diaspora. Biedt als regering deze denktank faciliteiten om deelonderzoeken door vakgroepen van de AdeKUS te laten doen. Daarmee wordt tegelijk bijgedragen aan kennisontwikkeling van de toekomstige generatie. Wie weet komen er dan echt innovatieve oplossingen naar voren die niet vanuit een belang van een bedrijf, politieke partij of uit de koker van het zakelijk imperium van een DNA-lid is ontsproten. Suriname kan wellicht zo op de restanten van de oude industrieën aan een nieuwe economie bouwen met bijbehorende bedrijven en werkgelegenheid. Ik wens de lezers van dit artikel een voorspoedig 2016.
Drs. Stanley A. Ramkhelawan
(Arbeidsmarktstrateeg en Verandermanager)
Bron/Copyright: | |
Nickerie.Net /NSS | 28-12-2015 |
|
Email: info@nickerie.net
Copyright © 2015. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics