Nickerie.Net, dinsdag 19 april 2016


Stop de afbraak van de Surinaamse bouw- en constructiesector

In de afgelopen vijftig jaren hebben particulieren, Surinaamse technische ondernemers, inves-teerders, met grote inspanningen en doorzettingsvermogen, de nationale bouw- en constructiesector op een hoog technisch niveau weten te tillen. Zij hebben in de afgelopen decennia op hun eigen wijze een bijzonder grote bijdragen geleverd in de totstandkoming van vele grote en kleine infra-structurele, bouwkundige en agrarische ontwikkelingswerken. Thans zitten zij met grote investeringen in duurzame goederen, machines, terreinen, gebouwen en gekwalificeerd technisch- en administratief personeel, veelal zonder opdrachten, in grote zorgen. Het is bijna niet te vermijden dat er forse inkrimpingen van personeel zullen volgen, met de dreiging van bedrijfssluitingen en het doodbloeden van de sector. Behalve dat deze sector, indien het goed wordt ingezet, landelijk aan zeker tienduizend gezinnen een goed inkomen verschaft, in het bijzonder ook door creatie van arbeidsplaatsen voor hoger- en middenkader en overige geschoolde- en getrainde vaklieden, kan bij dit aantal nog eens een tienduizend arbeidsplaatsen van alle toeleveringsbedrijven behorende bij deze sector worden opgeteld.

De bouw- en constructiesector is, zoals dat overal ter wereld het geval is , voor een belangrijk deel afhankelijk van de middels overheidsaanbestedingen uit te voeren werken. Op deze wijze wordt een deel van de door de belastingbetalers opgebrachte middelen, gecombineerd met buitenlandse schenkingen en leningen, geïnvesteerd in ontwikkelingsprojecten zoals de uitvoering van infrastructurele werken (wegen, bruggen, sluizen, gemalen, inpolderingswerken voor de landbouw, veeteelt, aanleg van industrieterreinen etc.), bouwkundige- en onderhoudswerken (waaronder voor onderwijs, gezondheidszorg en woningbouw); d.w.z. voor het leggen van de basis voor ontwikkeling van economische productie. Immers geldt de regel: eerst verdienen middels productie, en dan uitgeven voor consumptie.

Daarnaast had deze sector ook nog vele jaren de mogelijkheid om regelmatig, middels aanbe-stedingen, grote en kleine projecten uit te voeren voor de toen hier te lande gevestigde multinationale en andere productiebedrijven zoals: de Stichting Machinale Landbouw te Wageningen voor de rijstbouw, Bruynzeel Suriname Houtmaatschappij, oliepalmteelt te Phedra, Victoria en Patamacca, met een spijsolie raffinaderij te Victoria, voorts de suiker onderneming Marienburg, Para Industries te Paranam, bauxietwinning: Billiton / Suralco en aluinaarde raffinaderij Suralco ( Alcoa). Helaas zijn al de genoemde zeer gediversificeerde in Suriname gevestigde en ontwikkelde productie-industrieen voor de economie van Suriname in de afgelopen 35 jaren op onbegrijpelijke manier voor het land verloren gegaan. Hiermede is tevens een groot deel van de opdrachtgevers van de bouw- en constructiesector verdwenen, waarbij er onvoldoende alternatieven in de plaats zijn gekomen. Slechts zijn nog te noemen Staatsolie en de grootschalige goudwinning.

Ook moet opgemerkt worden dat regelmatig ook buitenlandse aannemers zijn aangetrokken voor het uitvoeren van werken door de multinationals, met lokale aannemers als subcontractors. Daarnaast zijn buitenlandse aannemers vaker ook gezegend met lukratieve contracten door overheid en staatsbedrijven.

Het is daarbij wel frappant en opvallend, dat nu de situatie in Suriname voor deze sector weer bijzonder penibel is geworden, deze buitenlandse aannemers weer met de noorderzon zijn vertrokken en in deze zeer moeilijke tijden niet bereid zijn het land Suriname aannemersfinaniering voor ontwikkelingswerken aan te bieden. Zij hebben in de loop der tijden steeds wanneer de Surinaamse economie in problemen was geraakt, dit gedrag vertoond door weg te sluipen. Steeds hebben ze getoond geen vertrouwen te hebben in de Surinaamse overheid en daarom alleen op cash basis te werken. Als ze uit het land vertrekken hebben zij tot de laatste cent ontvangen. Zulks terwijl de Surinaamse bouw- en constructiesector elke keer geduld heeft moeten betrachten en schade moest lijden als gevolg van de ernstig verlate betalingen. Dat doet zij nu wederom en is ook weer bereid financiele risico’s te lopen via het samen met de Surinaamse banken aanbieden van voorfinanciering voor uit te voeren werken.
Op het moment de economie door onze eigen inspanningen weer hersteld is, verschijnen de buitenlandse bedrijven wederom ten tonele om de krenten uit de Surinaamse pap te halen. Telkens worden zij dan via onderhandse super dik beloonde contracten binnengehaald; een zeer bedenkelijke, verfoeilijke zaak!

De overheid heeft, onder druk van de heersende financiële en monetaire omstandigheden besloten een bezuiniging op de begroting door te voeren waarbij vrijwel alle uit de landsbegroting uit te voeren ontwikkelingsinvesteringen zijn aangehouden en hoofdzakelijk overheids personele en materiele uitgaven worden gecontinueerd. Het resultaat is dat in de particuliere bouw- en constructiesector en de toeleveringsbedrijven grote aantallen ontslagen vallen. d.w.z. de ontslagen als gevolg van het ‘eigen’ aanpassingsprogramma dat de overheid thans uitvoert, vallen uitsluitend in gezinnen buiten de sfeer van de overheid.

Op de overheid wordt een zeer dringend beroep gedaan om deze afbraak van de eigen Surinaamse bouw- en constructiesector te stoppen en de sector die plaats te geven die het verdiend heeft. Dit vanuit de zekerheid, dat deze Surinaamse sector volledig competent is om alle in Suriname uit te voeren projecten of werken, groot of klein, met onze eigen ingenieursbureaus, bouw- en constructiebedrijven op elk gebied zoals: civiele bouw, waterbouw, bouwkunde, cultuurtechniek, elektrotechniek en toeleveranciers, waar nodig met inschakeling van specialistische internationale expertise, volledig sleutelklaar te bouwen, tegen fors lagere kosten dan een buitenlandse firma.

Een NOODKREET… ,

overheid, laat deze moeizaam opgebouwde sector met een heel groot arsenaal aan technisch kader en potentieel aan overige arbeidsplaatsen, met grote investeringen in duurzame goederen (machines, terreinen, gebouwen) niet verder kapot gaan. Bij het gebruiken van de ruimte recent geschapen door verhoging van het leningenplafond is de overheid verplicht om openstaande schulden op een rechtvaardige manier geleidelijk af te lossen (de oudste schulden eerst!) Zoals eerder aangehaald is er bereidheid om binnen de mogelijkheden waarover de sector, in samenwerking met het bankwezen, kan beschikken, uitvoeringskredieten te verschaffen voor het weer en breder op gang brengen van de bouw- en constructiesector. Daarmede het verlies van arbeidsplaatsen en kapitaalvernietiging een krachtige halt toeroepen!

Waldo N. P. Ramdihal

Bron/Copyright:
Nickerie.Net / DBS 19-04-2016

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2016. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics