Nickerie.Net, maandag 05 juni 2017


CONTRAPUNT:

Bouterse, de grote schande van Suriname

Melvin Linscheer, de gevreesde veiligheidsman van Desi Bouterse, heeft verklaard dat tijdens de Binnenlandse Oorlog, vanuit leger en inlichtingendiensten, onwettig gewapende groepen zijn opgericht. Dat is te lezen in het boek ‘De getuigenis van president Desi Bouterse’ (2017) van Sandew Hira.

Tekst: Theo Para - beeld: dWT Archief

CONTRAPUNT: De schande van Surinamehttp://dagbladdewest.com/wp-content/uploads/2015/09/melvin-linscheer-skalians.jpgBouterse en Linscheer

'Je had nu de onmogelijke situatie dat het leger was verboden om op te treden tegen (JC) Junglecommando, (TP) maar vanuit de binnenlandbevolking die aangevallen werd door JC werd er bescherming gevraagd aan het leger. Toen hebben we vanuit de inlichtingendiensten en het leger besloten om zonder toestemming van de regering de dorpen te bewapenen en te trainen. Zo ontstonden verschillende groepen zoals Tucajanas, Angrula, Kofimakka en Mandela (pagina 112). Gezien 'De getuigenis van president Desi Bouterse' (2016) bovenal een boek van ideologische cover up van politiek gemotiveerde criminaliteit is, werd Linscheer niet geconfronteerd met het criminele karakter van het stichten van onwettig gewapende groepen, die ernstige schendingen van de mensenrechten zouden plegen.

Onder de nieuwe grondwet van 1987 had het Front voor Democratie en Ontwikkeling, in de eerste algemene verkiezingen na de militaire dictatuur, de partij van Bouterse overweldigend verslagen. Echter, het zogeheten machtsvraagstuk was maar half opgelost. De voormalige dictator bleef legerbaas en misbruikte het Nationaal Leger, tegen de democratische regering Shankar-Arron. Het effect van de geüniformeerde intimidatie bleek onder meer uit het zwijgen van de regering over de straffeloosheid van de decembermoorden, de slachting te Moiwana en andere ernstige mensenrechten schendingen.

Grondwet

De Binnenlandse Oorlog draaide meer om cocaïne en private zakelijke belangen dan om democratie en emancipatie

De illegale pro-Bouterse gewapende groepen vochten niet alleen tegen het Junglecommando, zij onttrokken ook delen van het grondgebied van Suriname aan het wettige gezag. De bezetting van grondgebied impliceerde, evenals in het geval van het Junglecommando, een aanslag op de nationale soevereiniteit en territoriale integriteit van de Republiek Suriname. Dat zonder toestemming van de regering en in strijd met de constitutionele rol van het Nationaal Leger de verdediging van de soevereiniteit en territoriale integriteit de legerleiding illegaal gewapende groepen instigeerde, markeerde een flagrante schending van de grondwet. Dat de Binnenlandse Oorlog meer draaide om cocaïne en private zakelijke belangen, dan om politiek-maatschappelijke noties als democratie en emancipatie, stond niet los van de illegale, gewapende occupatie van Surinaams grondgebied.

Actuele implicaties Binnen de actuele protestbeweging tegen de verarming, straffeloze corruptie en schending van het recht op vreedzame demonstratie, woedt een strategische discussie. Terwijl de parlementaire oppositie en democratische vakbeweging, tactisch, opteren voor ombuiging van beleid door de zittende regering, eisen de buitenparlementaire actiegroepen als het Burgercollectief en 'We zijn moe(dig)' met hun leuze 'Weg met Bouta!' onmiddellijk aftreden van de regering. De ombuigers hebben oog voor het staatsrechtelijk gegeven dat de regering nog op een meerderheid in De Nationale Assemblee, kan rekenen. Een focus op beleid zou bovendien de beweging van paarse kiezers richting de oppositie kunnen vergemakkelijken. De aftreders vinden het illusoire van een corrupte regering ombuiging te verwachten. Zij gaan ervan uit dat de huidige verhoudingen in het parlement niet meer representatief zijn voor de reële politieke verhoudingen in de samenleving.

Integriteit

Vorig jaar bleek uit representatief onderzoek in Paramaribo amper 16 procent van de respondenten van mening te zijn, dat president Bouterse het goed deed. In 2010, lang voor genoemde strategische discussies, hadden mensenrechtenorganisaties geprotesteerd tegen het aantreden van Bouterse als president. Wie in strijd met de grondwet heeft gehandeld, mag volgens de grondwet geen president geworden. Het constitutioneel artikel waarin die norm staat geformuleerd, beoogt waarborging van integriteit en moreel gezag van het presidentschap.

Hoewel de procedures om het betreffende grondwetsartikel handen en voeten te geven nog niet bestonden en bestaan, zou naar de geest van de grondwet, geen fatsoenlijke partij of persoon instemmen met een president die ook maar de schijn tegen zich heeft. Bouterse is verantwoordelijk voor meervoudige staatsgrepen, inclusief een coup (1990) onder de nieuwe grondwet en ernstige schendingen van de grondrechten zoals in de grondwet gewaarborgd. De bekentenis van Linscheer heeft het gelijk van de Surinaamse mensenrechtenorganisaties, nog eens bevestigd. Het presidentschap van Bouterse is moreel onhoudbaar. Het is de schande van Suriname. ◊

Dit artikel is verschenen in de dWT weekendbijlage van 3 juni.

 

Bron/Copyright:
Nickerie.Net /dWT 05-06-2017

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2017. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics