Amnestiewet kan berechtingsproces Bouterse niet in de weg staan
Auditeur-militair Roy Elgin heeft gisteren twintig jaar celstraf geëist tegen president Desiré Bouterse voor zijn rol bij de 8 decembermoorden van 1982. Terwijl sommigen in de samenleving denken zich te kunnen beroepen op de amnestiewet, zegt Harish Manorath, advocaat, dat men niet kan terugvallen op de amnestiewet.
Manorath zegt dat de amnestiewet verkeerd is aangeboden, waardoor die niet kan functioneren. Volgens hem was het een poging om het Openbaar Ministerie uit te schakelen, maar het parlement heeft een fout gemaakt bij aanname van de wet. Hij geeft aan dat op basis van de betekenis van amnestie, erop de eerste plaats niet gesproken kan worden van amnestie. “Amnestie kan op de eerste plaats alleen door de verdachte aangevraagd worden bij het tribunaal, bestaande uit de regering, nabestaanden, religieuze leiders en andere groeperingen. De verdachte zal hierna eerlijk vertellen wat zich heeft voorgedaan, spijt betuigen en vergeving vragen, waarna het tribunaal bepaalt als hij vergeven wordt. Ten slotte zal dan de verzoening plaatsvinden”, zegt Manorath. Volgens de advocaat is dit niet het geval geweest in deze kwestie, vandaar dat de amnestiewet terug zal kaatsen.
De zaak kan alle kanten op
Hoewel er een straf van twintig jaar is geëist tegen de president als verdachte, kan er conform het strafrecht een straf onder of boven de strafmaat opgelegd worden.
Manorath geeft aan dat na de strafeis, nu de raadsmannen in beeld komen met tegenbewijsmiddelen. “Totdat het laatste woord is uitgesproken door de verdachte, kan de zaak alle kanten op”, benadrukt de advocaat. Hij zegt dat de objectiviteit van het recht aangeeft, dat zodra een feit niet bewezen is, het geacht wordt niet te zijn gebeurd. “Op dat gedeelte zal de verdachte dan vrij zijn van straf”, benadrukt Manorath. De rechter zal vervolgens geen uitspraak doen op basis van het feit dat Bouterse president is, maar op basis van feiten die op de rechtszitting als bewezen worden geacht. Voorts kan de president op basis van het feit dat hij het land gediend heeft als president, gratie vragen, die hij eventueel ook kan krijgen. Manorath is opgelucht door de strafeis en zegt dat dit ten goede van de rechtsstaat komt. Verder geeft hij aan dat dit in samenspraak is met het gelijkheidsbeginsel, namelijk dat gelijke gevallen een gelijke behandeling krijgen.
Geen vrees voor onrust
Volgens de advocaat is er geen enkele reden om te vrezen voor onrust in Suriname door dit proces. Hij geeft aan dat er verschillende meningen de ronde doen in de samenleving, maar dat de auditeur-militair in zijn slotwoord inhoudelijk is ingegaan op basis waarvan de straf is geëist. “De samenleving bepaalt zelf wat zij hiermee wil doen”, zegt Manorath. Verder is hij van mening dat de Surinaamse samenleving op dit moment zowel politiek als etnisch te verdeeld is om onrust te creëren. Volgens hem spelen behalve de groep mensen die geen mening heeft over deze kwestie, ook de grote groepen die pro of contra verzoening zijn, ook een rol in deze. Voorts zegt hij dat Suriname genoeg duidelijke voorbeelden heeft gezien van geweld in Brazilië, Guyana en Venezuela, om zichzelf in dezelfde situatie te plaatsen.
door Priscilla Kia