Recensie: De kaarten op tafel Ram Hiralal

26 Jul 2017

 

Ik kreeg het boek De kaarten op tafel Ram Hiralal geschreven door Roy Khemradj van laatstgenoemde in handen één dag voor de viering van de 80ste verjaardag van Ram Hiralal op 07 juli 2017 in Hotel Royal Torarica, waar ik voor een bespreking met Ram en Roy aanwezig was. Roy had mij met instemming van Ram gevraagd als MC het boek te presenteren aan de vooravond van de verjaardag van laatstgenoemde.

Door: Carlo Jadnanansing

Omslag: Ram Hiralal, de kaarten op tafel.Omslag: Ram Hiralal, de kaarten op tafel.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik met gemengde gevoelens de toezegging deed, omdat ik weliswaar goed bevriend ben met Ram Hiralal, maar dat boeken waarin personen zichzelf bewieroken - zoals ik dat ook in dit geval verwachtte - niet primair mijn interesse opwekken.

Desgevraagd antwoordde Roy dat ik verrast zou staan over de historische aspecten van het boek, met name op het gebied van de Surinaamse politieke geschiedenis. Maar ook beschrijvingen over het ontstaan en functioneren van verschillende verenigingen en maatschappelijke organisaties gedurende een periode van vele decennia vormen naar de mening van de auteur de achtergrond van het werk.
Één nacht voor de presentatie ben ik toen begonnen met het inkijken van het boek en ik kon dit alleen maar wegzetten, omdat ik anders slaap tekort zou komen voor het op goede wijze vervullen van de mij toebedeelde functie.

Khemradj heeft ervoor gekozen niet een normale biografie te schrijven, maar meer een soort autobiografie, zij het dat het verhaal niet door de hoofdpersoon wordt geschreven, maar verteld wordt aan de auteur die het op schrift vastlegt. In dit verband wijst de auteur er uitdrukkelijk op dat elke aansprakelijkheid voor de inhoud rust bij de opdrachtgever. Vooral bij de later aan de orde komende controversiële onderwerpen waarbij personen van wie nog verscheidene in leven zijn, bij naam en toenaam genoemd worden, zou de uitsluiting van de aansprakelijkheid de auteur wel van pas kunnen komen.

Ram Hiralal is geboren op vrijdag 9 juli 1937 in het district Nickerie, als zoon van Brits Indische contractarbeiders. Zijn ouders behoren tot de eerste groep van immigranten die rechtstreeks uit India naar Suriname afreizen. Na hun eerste contractperiode van 5 jaar, besluiten de ouders van Ram in Suriname te blijven en krijgen in ruil daarvoor de kosten van de terugtocht ter waarde van Sf 100,-- uitgekeerd. Met dat geld en nog wat spaargeld, kopen zij een stuk grond of liever gezegd een stuk oerwoud dat eerst door hun ontbost moet worden.

De familie woont eerst op Slootwijk in Commewijne, maar verhuist daarna naar de Paradise Polder in Nickerie. Aan het eind van de 19e eeuw gaan de katoen, koffie en cacao plantages met rasse schrede achteruit door het optreden van verschillende ziekten. Het alternatief voor de boeren is de rijstteelt. In Paradise krijgt Sukha Jaggoo, de vader van Ram, 1 hectare bos toegewezen, dat hij zelf moet openkappen om er te kunnen planten. De technieken die de landbouwers in die tijd gebruiken om zonder de hulpmiddelen die er nu zijn de ontbossing te realiseren, geven blijk van grote werkkracht en inventiviteit.

De leefomstandigheden zijn erbarmelijk. Badzeep is niet aanwezig, evenmin als tandpasta. Het schoonmaken van de tanden gebeurt met een twijgje en houtskool. De dagelijkse douche van de kleine Ram is het water van een naburige sluis. Gelukkig zijn er (beperkte) onderwijsmogelijkheden in het district, waarvoor ook zware offers gebracht moeten worden.

Soms moesten er tientallen kilometers gefietst worden en als je fiets je in de steek liet, moest je lopen. Gelukkig was Ram een intelligente leerling en mede met de hulp van de toenmalige DC van Nickerie, Mr. Jan van Petten, die hem van kleding en onderdak voorzag, slaagde hij erin op 15 jarige leeftijd zijn Mulo-diploma in Nickerie te behalen.

Daarna werd Ram in de gelegenheid gesteld zijn studie voort te zetten in Paramaribo. Hier werd hij opgevangen door een oudere zus, maar het beviel hem daar niet en hij besloot daarom zijn intrek te nemen in het internaat Arya Pritinidhi Sabha Suriname, aan de Gravenstraat, thans Henck Arronstraat.
Daar komt Ram in contact met Johannes Mungra (naar wie de Johannes Mungrastraat is vernoemd), die secretaris is van het bestuur en de operationele leider van het complex.

Khemradj geeft een heel interessante beschouwing over het ontstaan van de Arya beweging in 1929 in Suriname. Deze is in vergelijking met de Sanatan Dharm, die daarvoor de enige hindoeïstische stroming in Suriname was, ogenschijnlijk vrijzinniger van aard.

Interessant is dat de leidinggevende talenten van Ram niet onopgemerkt blijven, en op 17-jarige leeftijd wordt hem de functie van weesvader toegedeeld en een plaats als bestuurslid van de gemeente, waarmee hij het jongste bestuurslid ooit geweest is (op de juridische aspecten van deze benoeming wordt hier niet ingegaan).
De verhalen die Ram vertelt over directeur Johannes Mungra zijn niet onverdeeld positief. Zij beschrijven hem als een energieke hardwerkende figuur die naast zijn sociale activiteiten, het eigen belang nimmer uit het oog verliest. Het is dan ook begrijpelijk (en dit geldt misschien ook voor deze tijd) dat laatstgenoemde kiest voor de politiek. Hij verwerft de veelzeggende naam van Mighty Mun.

Rond de invoering van het algemeen kiesrecht in 1948 neemt laatstgenoemde het initiatief voor een Hindostaanse politieke partij, die uiteindelijk de naam VHP krijgt en op 16 januari 1949 wordt opgericht. Een voor velen verrassend feit is dat volgens Hiralal, het Mungra geweest is die de legendarische Jagernath Lachmon gevraagd zou hebben om deze partij te leiden. Het is namelijk bijna gemeengoed dat Lachmon de oprichter is van de VHP, die ontstaan is uit een fusie van drie partijen.

Ram vertelt met trots dat hij via Mungra toegang had tot alle VHP topvergaderingen, waarbij hij behalve met Lachmon en Mungra, ook contact had met andere zwaargewichten uit die tijd als Hemradj Shrimissier en Harry Radhakishun. Interessant is ook de beschrijving van de conflicten tussen Mungra en Lachmon die elkaar wederzijds niet meer vertrouwden. Lachmon zou geprobeerd hebben Mungra niet opnieuw kandidaat te stellen voor een zetel in de toenmalige Staten van Suriname, hetgeen ook gelukt is. Onder druk van prominente partijaanhangers zou Lachmon er toen mee ingestemd hebben dat de oudste zoon van Johannes Mungra, de advocaat Harry Mungra, gekozen werd tot Statenlid, later opgevolgd door zijn broer, die veel meer bekendheid verwierf, de arts Alwin Mungra. Laatstgenoemde maakte o.a. furore door zijn unieke beheersing van het Sranan.

Wat bij velen niet bekend is, is dat een bijzonder populaire arya pandit van Indiase afkomst, Patanjal genaamd, gezien werd als een mogelijke concurrent van Lachmon. Lachmon zou hierbij zijn invloed via de VHP minister van Justitie en Politie, Hemradj Shrimissier gebruikt hebben om Patanjal op grond van het niet beschikken over rechtsgeldige verblijfspapieren uit te laten zetten, via Trinidad, vanwaar hij zijn terugreis naar India mocht voortzetten.
Ram schoolt zich verder tot onderwijzer, maar kiest niet voor de in 1949 opgerichte Surinaamse Kweekschool, doch schrijft zich in op de leergang voor de hulponderwijsakte (vierde rang).

Op 17-jarige leeftijd slaagt hij voor deze akte en wordt uitgezonden naar Kaimanston. Na korte tijd gaf hij er echter de brui aan (waarschijnlijk kon hij het geweld van de kaimans niet aan!) en keerde terug naar Paramaribo. Hij is inmiddels ook in het bezit van het praktijkdiploma boekhouden, waardoor hij erin slaagt een job te krijgen bij de Firma Kersten. Intussen studeert hij verder op de avond Kweekschool en in 1957 behaalt hij de onderwijzersakte (derde rang). Daarna krijgt hij een lucratieve aanbieding bij de CHM als salesman en verkoper. Dat Ram kiest voor kaarten op tafel, blijkt o.m. uit het verhaal over de deal die hij in deze tijd met één van zijn superieuren sluit om de verdiende commissies op een bepaalde basis te verdelen. Bij een fraudeonderzoek is het de vraag of Ram en comparant er straffeloos vanaf gekomen zouden zijn! In ieder geval zijn de feiten nu verjaard!

In het boek beschrijft de auteur in geuren en kleuren de huwelijken en amoureuze relaties (love affairs) van de hoofdpersoon inclusief de kinderen geboren uit die relaties en hun levensloop. In deze recensie kies ik ervoor geïnteresseerden te verwijzen naar het boek zelf, en ga er in deze bespreking niet verder op in. Ik maak een uitzondering voor een heel goed beschreven komische typering uit één van zijn vrouwen (pag. 259): ‘… Zij kan als ze kwaad is alle registers opentrekken en heeft een heeft een heel arsenaal aan Surinaamse scheldwoorden waar niemand tegen opgewassen is. Ook ik niet.’
Na een korte tijd als meloenenverkoper op Poelepantje voor één van zijn liefdesrelaties te hebben gewerkt, besluit Ram uiteindelijk toch te kiezen voor verdere studie in Nederland. Middels het volgen van verscheidene opleidingen, slaagt hij er uiteindelijk in de opleiding als AA (Accountant Administratie Consulent) af te ronden.

Daarna keert hij terug naar Suriname en op 23 oktober 1967 treedt Ram in dienst van C. Kersten en Co als hoofd Afdeling Interne Controle. In die tijd is de legendarische ingenieur Jos de Kraker de hoofddirecteur van Kersten. Ram slaagt erin vele vernieuwingen tot stand te brengen, maar tijdens de versurinamisering van het bedrijf in de marge van de onafhankelijkheid, komt hij in aanvaring met de toenmalige directeur John Leckie en besluit voor zichzelf te beginnen (wan ogri tya wan bun).

Hij opent het accountantskantoor Hiralal te Paramaribo op 25 maart 1977 aan de Lim A Postraat 18 boven. Later verhuist het kantoor naar de huidige locatie aan de Combeweg 21. Via zijn internationale contacten krijgt Ram de bevoegdheid de naam Touche Ross Suriname te voeren als independent firm en is tegelijk geassocieerd lid van deze internationale accountantsorganisatie.
Ram is zowel op sociaal als cultureel gebied zeer actief geweest. Eind jaren 60 en begin 70 was hij een bekende sponsor van baithak gáná muziek, waarbij hij met zijn vriend de welbekende rijstmagnaat Diepnarain Benie wedijverde voor het naar voren brengen van de beste zangers van dit genre.

Één van de grootste verdiensten van Ram ligt op het gebied van de cricketsport. Hij is van 1982 tot 2004 voorzitter geweest van de Surinaamse Cricketbond en daarvóór vele jaren bestuurslid. Hiervoor is hij ook onderscheiden door de ICC (International Cricket Council).
Tevens is Ram één van de oprichters geweest van de Sociëteit Republiek Suriname (SORES), opgericht op 25 november 1975. Een andere organisatie waar Ram samen met zijn goede vriend Harold Ramdhani ook medeoprichter geweest is, is de Lions Club Parwani.

Het verhaal van Ram Hiralal behoort tot één van de vele succesverhalen uit de Surinaamse samenleving. Het boek zou daarom ook getiteld kunnen zijn: Van straatarme polderjongen tot miljonair in één generatie. Helaas is het zo dat er maar weinig succesvolle personen in Suriname zijn die hun levensverhaal hebben laten optekenen. Dit is jammer, daar hierdoor heel veel interessante gegevens voor de Surinaamse geschiedenis verloren gaan. Maar tevens kunnen dergelijke verhalen een inspiratie voor met name onze jeugd zijn.

Khemradj, van huis uit journalist, heeft al eerder een levensverhaal geschreven, namelijk over Jagernath Lachmon. Met de kaarten op tafel geeft de auteur blijk van zijn talent als romanschrijver. De biografie laat zich namelijk lezen als een boeiende roman. Als kleine punt van kritiek kan gewezen worden op enkele spellingfouten m.b.t. het Sarnámi. Bijvoorbeeld wordt het bekende gerecht dál gespeld als dhaal (pag. 34 en 56). Ook bij het weergeven van enkele Sarnámi teksten wordt niet de juiste spelling gehanteerd. Dit terwijl er sinds 1986 een officiële spelling van het Sarnámi bestaat. Ook kan voor de correcte spelling verwezen worden naar het Sarnámi woordenboek van Santokhi & Nienhuis. Verder komt de onjuiste schrijfwijze van Jnan Adhin als Njan Adhin storend over.
Wellicht kan de auteur bij een herdruk, en die verwacht ik zeker, hiermee rekening houden.


Paramaribo, 25 juli 2017.

Bestelling online via LM Publisher

 

Bekijk RTV uitzending:

https://youtu.be/e8woUcwM7p8