In 2010 werd luidruchtig aangekondigd: in snel tempo komen er nieuwe woonwijken, kilometerslange bruggen, verhoging van pensioenen, volledige modernisering van de landbouw, gratis onderwijs en gezondheidszorg. Acht Divali’s verder en kijk nu de sh-t waarin Suriname verkeert. Het kwaad heeft klaarblijkelijk overwonnen en het geloof heeft gediend als kalmerend middel.
‘Hai kisi moi!’ U was toch gewaarschuwd? Maar lachen is ongepast bij mishandeling van de economie. De boel is verlamd, door devaluatie en inflatie, daling van de levensstandaard en de totaliteit van het falen. Maar het feesten, begonnen in 2010, gaat vrolijk verder, want elk jaar wordt meer uitgeven dan er wordt verdiend, tegen de beloften in. We Zijn Nog Niet Uitgefeest. Zo gaat het. De regering blijft schulden maken en laat anderen ervoor opdraaien. Kinderen, even opletten: dit heet mislukking.
Met creatief gesjoemel in de boekhouding is het geldtekort mooier gemaakt dan het is. De boekhouding heeft een duwtje in de rug gekregen door leningen als inkomen te boeken. In tussentijd wordt gehoopt op meevallers in goud en olie om de leningen af te lossen. Maar wat als de meevallers niet tijdig komen en de leningen niet kunnen worden terugbetaald? Meisje, geen probleem, niets aan de hand. Een land kan niet failliet gaan. Terugbetalen kan altijd in natura. De schuldeisers lusten in ruil voor de schulden wel een paar van de aantrekkelijke bodemschatjes die op het vruchtbare bedje gespreid liggen te wachten. Als je geen beschaafd land kan worden, kan je altijd nog een hoerenland worden.
In afwachting van de meevallers wordt de belastingbetaler aan de haak geslagen om het gat van de overheid te vullen. Want de overheid heeft direct geld, veel geld, nodig voor haar begroting. Sleutelen aan de boeken is niet voldoende. Geld bijdrukken mag niet. Er komt dus verhoging van de inkomen- en omzetbelasting, wegenbelasting, BTW, etc. De benzineprijs schiet omhoog. Niemand maakt zich daar druk om. Als extra stimulans voor de begroting kunnen ook staatsbedrijven aan particulieren worden verkocht.
De overheid komt steeds met goed nieuws, maar de koopkracht blijft dalen, de criminaliteit daalt niet, het onderwijs presteert slecht en de gezondheidszorg krijgt een onvoldoende (de Baas gaat in het buitenland onder het mes). De donkere wolk blijft hangen, omdat de overheid niet eerlijk is over haar begroting. Ze voorspelt zonnig weer, maar als je naar buiten gaat kom je in bliksem en donder terecht. Daarom heeft Suriname een nieuw orgaan nodig, een Bureau voor Begrotingsverantwoordelijkheid, dat onafhankelijk moet zijn van Financiën. Het moet de verantwoordelijkheid krijgen om te komen met een onpartijdige beoordeling van de financiële positie van het land. De begroting van de overheid is stelselmatig en beschamend onnauwkeurig, ook de Begroting 2018 (waarop ongetwijfeld overal de vingerafdrukken van het kabinet van de president te vinden zijn). De onnauwkeurigheid is altijd in dezelfde richting, ten gunste van de president. Dat moet stoppen. Het Bureau zou beter moeten voorspellen in welke mate de economie zal krimpen of groeien. Maar helaas, dat Bureau komt er niet. Want in Suriname lopen reputaties geen enkel gevaar, zelfs als men de plank volledig misslaat. Eerlijke, hardwerkende personen met eergevoel zouden zich diep schamen, maar integriteit heeft hier alle kracht verloren. Men wordt juist adviseur van de president na openbare missers. En de vader van de mislukkingen krijgt zelfs de eretitel ‘Vader des Vaderlands’. Het is schaamteloos.
De zogenaamde ‘Vader des Vaderlands’ oftewel de BBP killer heeft het kasgeld verspild. Hij heeft het land verarmd en verzwakt. Het is een gotspe dat hij toch nog meer geld mag lenen dan hij kan aflossen. Het tij kan alleen keren als het geleende geld gebruikt gaat worden om producten te maken voor de buitenlandse markt en niet om weer te gaan feesten en populair te doen.
Productie is niet simpel iets uit de grond halen en verkopen. Er moet waarde worden toegevoegd aan het grondproduct. Een boom uit de grond rukken, kaal plukken en verkopen, levert bijna niets op. Er moet waarde worden toegevoegd aan de kale boom. Dit gebeurt door het in een fabriek tot mooie planken te zagen. Dat levert al veel meer geld en banen op. En het meeste geld wordt verdiend door van de planken meubelpakketten te maken en te exporteren. Dit zorgt voor ware groei van het BBP. Hiervoor moet het geleende geld worden gebruikt en niet voor showprojecten of salarissen van productiearme ambtenaren en kabinetsadviseurs.
Geld moet rollen. Stel dat A onverwacht een tientje in handen krijgt en hij geeft alles direct uit aan een paar belegde broodjes van B en B koopt daarmee groenten en fruit bij C en C koopt daarmee bier bij D en D betaalt met dat geld de kapper E en E gaat daarmee naar de pedicure F en F koopt met dat geld een kaartje voor ‘De Baas En Zijn Veertig Rovers’ en de persoon van de cinema stopt dat geld op de bank. Dan is dat tientje zes keer snel uitgegeven. Het heeft economische activiteit veroorzaakt. In zekere zin is niemand er echt op vooruitgegaan, maar iedereen is er toch beter vanaf. Het BBP – wat iedereen met elkaar verdient – is met zestig dollar gegroeid. Maar de regering pakt dat tientje meteen uit handen van A, zodat het niet gaat rollen en economische activiteit uitblijft. Wat alleen nog zorgt voor economische activiteit is geld verkregen door belastingontduiking en drugshandel.
De economie van Suriname is net troebel water. Je kan niet goed zien wat er onder water gebeurt. Dit komt door de krioelende belangenverstrengelingen. Het is niet transparant.
De overheid blijft meer geld uitgeven dan er binnenkomt. Zet de overheidsuitgaven van de afgelopen jaren op een rij en er is maar een simpele conclusie: ze gaan omhoog. De bevolking groeit niet zo snel om dit te verklaren. Het uitgavenpatroon rijmt niet met soberheid. Waar dat geld aan wordt besteed is een raadsel, want subsidies worden weggesneden, ondernemers worden niet uitbetaald, het verkeer is een groot ongemak, de veiligheid en de gezondheidszorg zijn een verschrikking. Even terzijde, tot de smekende gepensioneerden: jullie trillen en beven en kunnen niet op straat om lawaai te maken voor een beter bestaan. Laat je de volgende keer niet inpakken door zoethoudertjes en denk beter na in het stemhokje.
De overheid vraagt offers en knijpt de burgers door de prijzen sneller te laten stijgen dan de lonen en de invoering van belastingen, terwijl zij zelf niet sober leeft. Ze reageert slap op de crisis en gaat nog meer lenen om haar riante leefstijl voort te zetten. En wat doet een deel van het publiek? Die richt zijn passie op de verheerlijking van de leider en niet op de rotzooi die onder zijn incapabele leiding is ontstaan. De economische recessie weerspiegelt in zekere zin het gebrekkig oordeelsvermogen van dat publiek. Het is de collectieve gekte van een sekte die de hoofdverantwoordelijke voor de verschrikkingen verheerlijkt als de ‘Vader des Vaderland’.
Op grond van het begrotingstekort en de hoge schuldenlast gaan de middenstanders in Suriname, de ruggengraat van de geordende samenleving, nog meer moeilijke tijden tegemoet. De armen blijven arm, voor hen verandert er niets. De dingen zien er nog even somber uit.
D. Balraadjsing