‘Dew Baboeram alias Sandew Hira valt door de mand’

19/11/2017  - Ivan Cairo

PARAMARIBO - Met de constatering dat Desi Bouterse niet betrokken was bij de Decembermoorden en zijn eigen broer, John Baboeram, betrokken was bij coupplannen tegen het toenmalige gezag, is Sandew Hira “door de mand gevallen”. Dat zegt Sunil Oemrawsingh, nabestaande van een van de slachtoffers tevens voorzitter van de Stichting 8 december 1982.

Ook in juristenkringen is met walging gereageerd op de uitspraken van Hira in een interview met de Ware Tijd. Hira's broer, John Baboeram, is een van de vijftien mannen die toen standrechtelijk zijn geëxecuteerd in Fort Zeelandia. Inhoudelijk wenst advocaat Hugo Essed, juridisch adviseur van de nabestaanden, niet te reageren op de uitspraken van Hira. "Bagger stinkt en ik heb geen behoefte te beschrijven hoe erg. Ik acht het niet zinvol op bagger te reageren."

Sandew Hira, pseudoniem van Dew Baboeram, schuift de schuld van het bloedbad van 8 december 1982 in de schoenen van toenmalig bataljonscommandant Paul Bhagwandas. Ook verwijt hij auditeur-militair Roy Elgin, dat die getuigenverklaringen dat er coupplannen waren tegen het wettige gezag, niet heeft onderzocht en ontkracht.

Oemrawsingh denkt een verklaring te hebben voor de standpunten van Hira. "De verdachte (Bouterse, …red.) heeft absolute controle over Hira en verstrekt binnen die absolute controle zaken als financiële voorzieningen. Voor velen is dit een tegengestelde situatie, maar deze Hira is in vele opzichten in een afhankelijke situatie beland. Was DDB in het Fort Zeelandia of niet? Het antwoord is 'ja'!", stelt Oemrawsingh.