Nickerie, Tuesday 18 May 2004
Fenny Zandgrond
PARAMARIBO — Politieke onstabiliteit, hoge rentes en slecht handelsbeleid houden Surinaamse rijstmagnaten buiten Suriname. Zij investeren fors in het buitenland, terwijl de rijstsector in eigen land een dieptepunt bereikt en dringend om financiële injecties smeekt.
Jai Beni, de familie Doerga en Shyam Guptar zijn zelfs de marktleiders in de Caribische regio en verder. Turhane Doerga, directeur van Alesie Group of Companies, meent dat het ligt aan het investeringsklimaat in Suriname dat beleggen in het land niet rendabel maakt. "Investeringen vragen kredieten van banken en internationale banken zal je eerst moeten overtuigen dat het politiek klimaat goed is", stelt de ondernemer. Kredieten worden verstrekt daar waar banken van mening zijn dat hun geld geen risico loopt. Met een rentevoet van rond 18 procent kan geen economie worden opgebouwd anders "werk je voor de bank".
Een hoopgevend lichtpunt is het beleid van de Centrale Bank onder bankpresident André Telting waarbij de wisselkoers vrij stabiel gehouden wordt. "Een fantastische job", noemt Doerga de verrichtingen van Telting. Ook het beleid dat gevoerd wordt voor wat betreft de mijnbouwsector is hoopgevend, in tegenstelling tot de plannen voor de landbouw en in het bijzonder het rijst beleid.
Alesie bezit rijstpelmolens en een parboilfabriek in Guyana en beheerst de rijstexport in dat land volledig. Verder heeft de onderneming nog vestigingen in Thailand, Trinidad, Jamaica, Grenada, Curaçao, Nederland, India, Haïti en Florida.
"Ik kan je echter verzekeren dat er geen onwil aanwezig is", zegt hij desgevraagd. Het handelsbeleid is niet te vergelijken met Guyana, waar alle invoervergunningen zijn afgeschaft en elke burger met zijn geld alles kan importeren.
"Ze hebben het daar geleerd na 28 jaar politieke ellende en nog kan je de naweeën zien. In Suriname moet je steekpenningen betalen om wat dan ook gedaan te krijgen", stelt Doerga. Ondernemers hebben een garantie van het Internationaal Monetair Fonds dat Guyana ‘free trade’ zou respecteren en als incentive zij een tax holiday voor tien jaar krijgen als de winsten aantoonbaar in Guyana zouden worden geherïnvesteerd. Ook alle nieuwe equipment konden vrij van invoerrechten geïmporteerd worden.
Minister Geetapersad Gangaram Panday (LVV), ontkent deze aantijgingen en verwijst naar voorzieningen in de investeringswet. Om van de incentives in de wet gebruik te kunnen maken, kunnen investeerders zich wenden tot de minister van Financiën. In geval het om een agrarische project gaat, wordt advies van LVV ingewonnen. Is het bedrijfsplan solide, dan verzekert de landbouwminister goedkeuring binnen heel korte termijn. Zowel de minister van Natuurlijke Hulpbronnen als die van Handel en Industrie verleent medewerking omdat deze regering investeringen toejuicht, zegt Gangaram Panday. Verwezen wordt naar projecten die in de landbouwsector worden uitgevoerd van zowel Surinaamse als buitenlandse ondernemers. Bovendien zou het volgens Gangaram Panday politiek stabiel zijn in Suriname.
Eens anders
Doerga kijkt terug naar de tijd toen het anders gesteld was met de rijstsector in Suriname . Hij beweert de volledige rijstoogst van Suriname tegen een prijs van 485 US dollar per ton, die Suriname nooit meer gehad heeft, te kunnen exporteren; een betere situatie dan de prijs van 225 US dollar per ton nu. De LGO-route was goed voor Suriname en er werd flink hiervan gebruik gemaakt om concurrerend de wereldmarkt te betreden. Helaas ging een delegatie van Surinaamse en Guyanese concurrenten naar Brussel als officiële vertegenwoordiging van Suriname en Guyana en ruilde de regeling in voor een reductie van de invoerheffing. Ondanks verwoede pogingen van Alesie om de regeling te redden, lukte dat niet.
Doerga: "Ik zal nooit vergeten toen de vertegenwoordiger van Nederland tegen mij zei: Turhane dezelfde mensen waarvoor je vecht, hun vertegenwoordigers zeggen dat ze het niet willen". De tragedie is dat ze nooit begrepen hebben hoe die regelingen werkten en het resultaat was uiteindelijk dat het LGO-voordeel verloren ging en de prijzen werden gehalveerd, vertelt de rijstindustrieel.
Guptar is evenals Jai Beni actief in Jamaica waar de gesubsidieerde padie uit, onder meer Amerika, wordt verwerkt. Hetzelfde gebeurt trouwens ook in Guyana. Beni is eigenaar van Murciano Corporation in Curaçao waarlangs de LGO-route loopt. Deze Surinamers zijn de marktleiders in de Caribische regio.
Parlementariër en landbouwdeskundige Soedeschand Jairam pleit reeds geruime tijd voor incentives voor de rijstsector. Van belastingverlichting tot overheidsingrijpen bij de inkoop van chemicaliën en rehabilitatie van de infrastructuur, worden door de parlementariër bedongen om de rijstsector in het land weer op rails te krijgen.
Bron: | |
, 24-2-2004 |
terug naar het nieuwsoverzicht
Copyright © 2004. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics