Nickerie, Tuesday 18 May 2004
Nieuwjaarsfeest
Voor een goed begrip van het Holi-Parva dat ook wel met de dialectische benaming phagwa wordt aangeduid, is enige kennis van de Indische kalender noodzakelijk. Zoals bij de meeste godsdienstige kalenders het geval is, wordt ook in de Indische kalender gerekend met het maanjaar, dat echter telkens met het zonnejaar in overeenstemming wordt gebracht aangezien het maanjaar 354 dagen, 8 uren, 48 minuten 34 seconden duurt, terwijl de lengte van het zonnejaar of burgerlijk jaar 365 dagen, 5 uren, 49 minuten bedraagt, en ontstaat er jaarlijks een achterstand van bijna elf dagen. Deze wordt ingelopen door na ongeveer 2,5 jaar een extra maand of schrikkelmaand in te lassen.
De Indische kalender werkt dus met de maanmaand, en wel met de synodische maand, dat is het tijdsverloop tussen twee volle manen. Hoewel de synodische maand eigenlijk 29 dagen, 12 uren, 44 minuten, 3 seconden duurt, wordt om praktische redenen de maand op 30 dagen gesteld. Elke maand begint dan met eerste dag na volle maan en eindigt met de dag van volle maan, en wordt in twee helften verdeeld, met de dag van nieuwe maan als grens, namelijk de periode van de afnemende maan en de periode van de wassende maan. Het jaar nu eindigt met de volle-maandag van de maand Phalgun (februari, maart) en begint met de eerste dag na volle maan van de Chaith (maart, april). Daar de maandag en niet de zonnedag de grondslag van de tijdrekening vormt, en de tithi op elk tijdstip van de divas kan beginnen, komt het nogal eens voor, dat een tithi zich over twee divas uitstrekt, zodat er een verschil met de burgerlijke kalender kan ontstaan. Dit jaar valt de holi op zaterdag 6 maart (verbranding).
Lentefeest
De nieuwjaarsdag als eerste dag van het nieuwe jaar is echter niet zomaar willekeurig aangenomen, doch heeft diepe kosmische betekenis en is een uitdrukking van de Indische eenheidsfilosofische als een religieuze grondslag. Trouwens, in de Indische cultuur heeft er in tegenstelling tot de westerse, nimmer enig principieel conflict tussen de diverse uitingen van het geestelijk leven bestaan. Sedert het begin van hun geschiedenis hebben de Indiërs een intens spiritus verlangen gekoesterd, en reeds enige duizenden jaren geleden kwamen ze tot ‘t besef van de dieper liggende innerlijke eenheid achter de ontstellende uiterlijke verscheidenheid van de verschijnselen. Dit eenheidsbesef wordt helder en klaar tot uitdrukking gebracht in het oudste literaire werk ter wereld, de Rigveda, waarin de scheppingshymne van "het ene waarbuiten geen ander bestaat", en elders "het werkelijke is een, de wijzen noemen het met verscheidene namen" wordt besproken.
Het is dan ook geheel in overeenstemming met deze wereld- en mensbeschouwing waarin de mens zich één voelt met de hem omringende natuur, dat het nieuwe jaar aan het begin van de lente valt en het Holi-Parva ook daarom lentefeest wordt genoemd. Officieel wordt aangenomen dat de kracht van de winter tegen de vijfde dag van de maand januari, februari is uitgewoed. Deze dag geldt daarom als het theoretische begin van de lente en wordt met Vasanti-Panchami aangeduid.
Het is op deze dag, dat de Holika wordt geplant. Het is een loot van de ricinus (castorolie plant), op de vijfde dag (pancami) van de lichte helft van mágh (elfde maand van de hindoe-kalender), wanneer de lente (vasant) begint. Daarmee zijn dan de voorbereidingen tot de viering van het Holi-Parva begonnen.
Het Holi-Parva verheerlijkt het ontwakend leven aan het begin van de lente na een periode van diepe slaap. Het principe van leven is warmte, koude is het zinnebeeld van de dood. Als het nieuwe leven weer bruisend naar voren treedt, aan de kale bomen weer ritselend groene bladeren zitten en de vele ontloken bloemen een kleurenpracht ten toon spreiden, dan is het voor de mens tijd geworden zich gereed te maken om met de natuur mede feest te vieren.
De lente is het seizoen van de liefdesgod Kámadeva en zijn trouwe gemalin Ratin. Zij worden op deze dag ook vereerd. De heilige Sarasvati, godin van de Spraak en van Kunsten en Wetenschappen, wordt op deze dag voor de hindoes vereerd, omdat zij de mensen heeft leren spreken. Voorts heeft zij de heilige taal, het Sanskriet en het Devanagari-schrift, aan de mensheid geschonken. Als dank hiervoor en om (meer) kennis en wijsheid te verwerven, dus om meer geestelijke verlichting te bereiken, vereert men haar in het bijzonder met gebeden (mantas) of havan Yagne. Gedurende het holi-feest zijn de mensen in wit gekleed en wordt het huis met lichtjes versierd. Wit is het symbool van kennis, wijsheid, schoonheid en zuiverheid, en licht brengt geluk, warmte, rijkdom en wijsheid en is het symbool van nieuw leven.
Overwinningsfeest
Holi-Parva is ook een overwinningsfeest, het is namelijk het symbool van de overwinning van het goddelijke op het goddeloze, van het goede op het kwade. Volgens de religieuze traditie is het Holi-Parva de herdenking van een gebeurtenis uit het leven van Prahlad, de jeugdige maar vurige vereerder van Vishnu (de onderhouder), het tweede aspect van de Trideva (goddelijke drie-eenheid). Vanwege zijn grote devotie van Ram werd Prahlad naar het leven gestaan door zijn hoogmoedige vader Hiranyankashipu, die zich zelf tot god had geproclameerd. Toen het hem op geen enkele wijze gelukte zijn zoon van diens ijverige Vishnu-verering af te houden, besloot hij hem met de hulp van zijn zuster, de heks Holika, de vuurdood te doen sterven.
Maar dankzij zijn zuivere devotie werd Prahlad gered en juist zijn boze vader Hirayakashipu werd door Vishnu in de gedaante van Narsingh gedood. Het is juist in verband met deze triomf van de devotie dat een reeds geruime tijd van te voren in gereedheid gebrachte stapel, Holika voorstellende, op oudejaarsavond in brand wordt gestoken, waarmee de viering van Holi-Parva officieel een aanvang neemt.
Daar Vasant-Panchami als het theoretische begin van de lente wordt beschouwd, wordt de Holika op die dag geplant. Deze Holika-Sthapan geschiedt na een korte plechtigheid in tegenwoordigheid van de bewoners van een buurtschap, bijvoorbeeld een stadswijk of een dorp. De Holi-dag zegt ons veel meer. Alle oude ruzies en vijandschappen moeten verdwijnen om plaats te maken voor liefde en broederschap. Op die dag is het niet van belang tot welke stand je behoort. Men mag elkaar op die dag met eau de cologne of andere reukwerken besproeien.
Maar het is verboden om elkaar met modder en met andere vieze spullen te besmetten. Het gebruik van alcohol en andere verdovende middelen is helemaal niet toegestaan. Dit feest moet ons tot bezinning brengen. Maar vele mensen houden er andere gedachten op na. Men denkt eerder aan lekker eten of drinken. Natuurlijk moet er ook vlees bij zijn. Maar het hindoe-geloof spreekt een andere taal. Er bestaat geen enkel feest bij de hindoes waarbij het gebruik van vlees is toegestaan. Bloed komt er helemaal niet aan te pas. Maar in de praktijk zien wij het tegendeel gebeuren. Men gaat gewoon voorbij aan de leerstellingen van de Veda’s.
Vrolijk feest
Is de Holika éénmaal geplant, dan brengen volwassenen en kinderen van het hele buurtschap iedere dag, als ze er langs komen, strohalmen, takjes en ander licht brandbaar materiaal mee, om de brandstapel groter te maken. Dit gaat zo door tot de volle maandag van Phalgun (februari, maart) waarop de stapel in brand zal worden gestoken. Gedurende deze periode gaat men in groepen langs de huizen van de buurtbewoners speciale Holi-liederen (chautals) zingen.
Deze hele maand wordt gekenmerkt door een sfeer van vrolijkheid, en wordt daarom ook de mast-Mahina (uitgelaten maand) genoemd. Het eigenlijke Holi-Parva begint op oudjaarsavond met Holika Dahan (verbranding van de Holika) op het astronomisch gunstige moment, als symbool van de triomf van het goede. Alle aanwezigen lopen zevenmaal zingend rond de brandende Holika. Met de as van de verteerde Holika worden stippen op het voorhoofd aangebracht, en men wenst geluk met de intrede van het nieuwe jaar.
Het Holi-Parva wordt gekenmerkt door een uitbundige sfeer en door het wegvallen van standsverschillen. Op diverse wijze tracht men aan zijn vrolijkheid uiting te geven. Zo wordt ter verhoging van de pret onder het plattelandsvolk soms met stof en as en zelfs met slijk en mest naar elkaar gegooid.
Meer algemeen is het strooien of inwrijven met gekleurde vloeistoffen en het besprenkelen met reukwater en parfum. Men doet de allergekste dingen die met carnaval zouden kunnen worden vergeleken. Groepjes mensen trekken langs huizen en zingen naast chautals nog andere liedjes, zoals ullala’s en jhumar’s (dansliedjes) en kabir’s (liederen met een snel ritme). Hoewel het met Holi-Parva is toegestaan om dolle streken uit te halen en zich vrolijk en zelfs uitbundig te gedragen, dient zulks toch binnen bepaalde perken van moraal en fatsoen te geschieden en mag de feestviering niet in baldadigheid en vechtpartijen ontaarden.
Boodschap voor de mens
Elke Parva, hetzij in eigen huis of in de totale gemeenschap, inspireert de mens tot saamhorigheid. Het leert ons met een nieuw leven te beginnen, een leven waarin we zover mogelijk blijven van het slechte en dichtbij het goede (goddelijke) komen. Evenals men ervoor zorgt, dat op de dag van phagwa ons huis, het erf, de buurt er netjes en goed verzorgd uitzien, zo moet men proberen het innerlijke leven rein te houden. Onderlinge ruzies en haatgevoelens moeten verdwijnen en in plaats daarvan moet men een ieder leren vergeven en omhelzen, waarbij men met goede voornemens het komend jaar tegemoet gaat om te kunnen arbeiden in het belang van de gehele gemeenschap. De boodschap van het Holi-Parva wordt weergegeven door het volgende gebed:
‘Heer voer ons van de onwerkelijkheid naar de werkelijkheid. Voer ons van de duisternis naar het licht. Schenk ons liefde en wijsheid. Besproei mijn levenspad en mijn ziel met Uw zegen. Help ons om anderen bij te staan. Wij mensen willen op onze beurt elkaar ook besproeien met liefde, vreugde en blijdschap.’
SHAAM POERAN EN RAJSHRIE BIERE
Lees ook:
"Maak elke dag een nieuwe vriend en begin op Holidag ermee"
Bron: | |
,05-03 -2004 |
terug naar het nieuwsoverzicht
Copyright © 2004. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics