Nickerie

Nickerie, Tuesday 18 May 2004

Rijstsector verliespost voor Landbouwbank
door Ivan Cairo

PARAMARIBO — Van de ongeveer 10 miljoen Surinaamse dollar die de Landbouwbank de afgelopen jaren aan rijstboeren heeft verstrekt, is vrijwel zeker dat 8 miljoen Surinaamse dollar oninbaar is. Dat zegt directeur Rajindre Merhai aan de Ware Tijd. "De bank staat voor zeker 8 miljoen in de wind."

Het gaat in deze om landbouwers die tot nog toe hun schulden niet hebben terugbetaald, en de bank ook geen mogelijkheid heeft de gelden terug te vorderen. Merhai geeft aan dat in een aantal gevallen waar debiteuren niet zijn komen opdagen en derhalve geen herschikking met de bank hebben getroffen, bezittingen geveild werden. Dit was noodzakelijk, zegt hij, om de financiële schade zo beperkt mogelijk te houden. "Maar het blijft een verlies, omdat je met veilingen niet altijd het geleende bedrag terugkrijgt." Bij boeren aan wie ‘dekkingloos’ werd geleend is de situatie hopeloos, zegt de bankdirecteur, die er sinds augustus 2002 de scepter zwaait.

Rijstregeling vervallen

Wat betreft de rijstregeling die tijdens de regering-Wijdenbosch werd getroffen, bestaat bij boeren een ernstige misvatting, aldus Merhai. Hij geeft aan dat in tegenstelling tot wat bepaalde boeren veronderstellen, de Landbouwbank deze regeling niet eenzijdig heeft opgezegd. Deze regeling is op 30 juni 2003 van rechtswege geëxpireerd.

De voornoemde regeling werd in december 1997 getroffen. In een akkoord tussen de toenmalige minister van Financiën, Centrale Bank van Suriname en de algemene banken werd afgesproken, dat de op dat moment bestaande leningen van rijstboeren zouden worden omgezet tegen een lening met een rente van 7,5 procent per jaar. Deze regeling zou te rekenen vanaf de voorjaarsinzaai 1998 gelden voor tien seizoenen en aflopen op 30 juni 2003.

"De rijstregeling is dus automatisch van rechtswege vervallen. Er is geen rijstregeling meer", stelt de directeur. Afgesproken was, zegt hij verder, dat voor de nieuwe inzaai voor de voorjaarsoogst 1998 een seizoenlening zou worden verstrekt, tegen een rente van 25 procent. "Deze lening was alleen voor díe oogst bedoeld en de overheid zou via de Centrale Bank 10 procent van de rente voor de boeren subsidiëren."

De Centrale Bank van Suriname is zijn deel van deze overeenkomst nooit nagekomen en heeft de 10 procent subsidie nimmer gestort.

Ondanks de voordelige seizoenregeling, zegt Merhai, blijkt in de praktijk, dat zeker negentig procent van de boeren die hun schulden met de Landbouwbank hadden herschikt, de betalingsafspraken tot vandaag niet zijn nagekomen. De bank heeft de afgelopen achttien maanden elke dag stappen ondernomen om deze gelden terug te vorderen. Zo is met een klein aantal boeren een nieuwe betalingsregeling getroffen, terwijl van degenen die ‘niet zijn komen praten’ bezittingen zijn geveild.

Merhai geeft desgevraagd aan, dat op de renteverlaging die de bank bij de najaarsinzaai heeft doorgevoerd, slechts weinig boeren op zijn afgekomen. De bank verlaagde de jaarrente van 28 procent naar 18 procent. "Boeren die na negen jaar hun schuld nog steeds niet betaald hebben, die zullen ook nooit meer komen." De bankdirecteur stelt verder dat er wel een kern boeren is die als ‘perfecte debiteuren’ hun schulden de afgelopen jaren steeds op tijd hebben betaald. Van dit aantal hebben enkele weer kredieten opgenomen.

Bron:
	, 27-03-2004

terug naar het nieuwsoverzicht