Nickerie, Tuesday 18 May 2004  


Suriname betwist bevoegdheid Zeerechttribunaal

door Ivan Cairo

PARAMARIBO Volgens de regering is het VN Zeerechttribunaal (ITLOS) mogelijk onbevoegd een oordeel te vellen over de claim die Guyana aan haar heeft voorgelegd. De regering voert in haar officiële reactie drie gronden aan waarop zij dit standpunt baseert. Op de eerste plaats hebben partijen nog niet uitputtend alle wegen bewandeld om het dispuut op te lossen, zoals hoofdstuk XV van de VN Zeerechtconventie voorschrijft. Voorts heeft Guyana zich niet tot het uiterste ingezet om te geraken tot voorlopige afspraken van praktische aard, zoals de artikelen 74 en 83 van de Conventie voorschrijven. In het schrijven aan het VN instituut wordt ten slotte aangevoerd dat mogelijk niet alle aspecten van het dispuut tussen beide landen onder de jurisdictie van het tribunaal vallen.

In de kennisgeving die op 23 maart naar de VN werd gestuurd wordt aangegeven dat professor Hans Smit als arbiter is aangewezen en dat Suriname zijn visie over de jurisdictie en andere aangelegenheden zal toelichten zodra het tribunaal volledig is. De kennisgeving aan de VN is namens Suriname gedaan door minister Marie Levens van Buitenlandse Zaken als agent, waarbij de advocaten Paul C. Saunders en Hans Lim A Po als co-agents fungeren. Saunders (63) is partner in het New Yorkse advocatenkantoor Cravath, Swaine & Moore en Lim A Po is voorzitter van de grenscommissie.

Voorbarig

In een brief aan Guyana’s president Bharat Jagdeo zegt president Ronald Venetiaan, dat Guyana met zijn stap naar de VN ‘voorbarig’ is aangezien de Gezamenlijke Grenscommissies van beide landen nog in dialoog waren met elkaar. Ook past Georgetowns gang naar het tribunaal niet in de geest van de samenwerking die beide staatshoofden hadden benadrukt tijdens Jagdeo’s staatsbezoek aan Suriname in januari 2002. ‘De afspraak was – een afspraak die bij talrijke gelegenheden werd herhaald – dat elke poging zou worden aangewend om onze problemen op een vreedzame wijze en in goed nabuurschap op bilateraal niveau op te lossen’, aldus president Venetiaan in het schrijven aan Jagdeo.

Hij voert verder aan dat in juli 2000 in Montego Bay, Jamaica, partijen op presidentieel niveau overleg hebben gevoerd en op het punt stonden een intentieverklaring te ondertekenen en dat toen Guyana op het laatste moment weigerde te tekenen. Het Guyanese staatshoofd wordt er voorts op gewezen dat op basis van afspraken die na Jagdeo’s bezoek aan Suriname waren gemaakt, Suriname herhaaldelijk heeft gevraagd om informatie. Guyana heeft de bedoelde informatie niet verstrekt en heeft in plaats daarvan het arbitrageproces ingezet. Venetiaan: ‘Er zou mogelijk sprake kunnen zijn van obstakels, maar ik zou eerder rechtstreekse communicatie van U hebben verwacht indien U van oordeel was dat het bilateraal pad om te geraken tot een voorlopige regeling van een praktische aard zou zijn uitgeput.’

De regeringsleider van Suriname heeft, zoals de Conventie dat voorschrijft, getracht om via overleg en samenwerking een oplossing te bewerkstelligen. Het is belangrijk, zegt Venetiaan verder, dat elke oplossing die via onderhandelingen wordt bereikt, rekening dient te houden met de ‘historische relatie tussen onze landen, geologische en geofysieke feiten, politieke dimensies en vooral fundamentele en volledige eerlijkheid en begrip, aangezien deze termen worden gebruikt in de Conventie’.

Als slotopmerking stelt de president, dat ‘ofschoon we teleurgesteld zijn dat Guyana deze weg heeft gekozen in plaats van verder met ons te onderhandelen, wij ervan overtuigd zijn uiteindelijk te zullen zegevieren bij de arbitrage’. In een verklaring die president Venetiaan afgelopen week tijdens de tussentijdse CARICOM-top in St Kitts heeft afgelegd, wordt vrijwel hetzelfde aangegeven als in de brief aan Jagdeo is aangevoerd.

Bron:
,  30-03-2004

  terug naar het nieuwsoverzicht

 

WWW.NICKERIE.NET

Copyright © 2004. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics