Nickerie, woensdag 01 september 2004
Rijstexport
klem na beëindiging “illegaliteit” door
douane
Sital wenst
voortzetting gedoogbeleid
Rijstexporteurs verkeren in een
benarde situatie sinds de douane
omstreeks begin juli jongstleden besloot
rijstexportformulieren niet meer te
ondertekenen en voor ontvangst van
rechten af te stempelen zonder dat de
bedragen daadwerkelijk zijn geďnd.
Het argument is dat de douane niet
langer wensen mee te werken aan deze
vorm van illegaliteit.
Volksvertenwoordiger Jiwan Sital (PVF)
pleit voor een voorlopige voortzetting
van dit beleid, zodat de rijstsector
niet van de ene op de andere dag kapot
hoeft te gaan. Sital ging vanmiddag
tijdens een vergadering van De Nationale
Assemblee (DNA) op de bres voor de
rijstsector. De vergadering handelde
over de ontwerpwet houdende vaststelling
van regels betreffende het instellen van
een bijzondere heffing op in- en uitvoer
van goederen (“Wet Bijzondere Heffing
In- en Uitvoer) en is bedoeld om een
oplossing te brengen in de problemen
waarmee de rijstsector, in het bijzonder
de export, kampt.
VOORDELIGE HEFFING
Volgens de Lome overeenkomst en nu de
Cotonou-overeenkomst mogen ACP-landen
(Afrika, Caribisch gebied en Pacific),
in dit geval Suriname en Guyana als
enige rijstproducenten en -exporteurs
hun rijst tegen een verlaagd tarief of
heffing op de Europese markt afzetten.
Derde ofte wel andere landen betalen een
hogere heffing. De heffing voor rijst
uit Suriname volgens de verordening van
de Europese Unie (EU) is gelijk aan het
verschil tussen het douanerecht bij
invoer aan rijst uit derde landen en het
op grond van een in de overeenkomst
vastgesteld bedrag. In de jongste
publicatie staat vermeld dat de heffing
die importeurs moeten betalen voor rijst
en in dit geval cargorijst uit de derde
landen, euro 264 per ton bedraagt.
Voor de import uit ACP, in dit geval uit
Suriname en Guyana, is een heffing
bepaald op euro 88,06 per ton
cargorijst. Het verschil tussen de
heffing van ACP-landen en derde landen
is dan euro 664 - 88.06 = euro 175.95
afgerond euro 176. Dit bedrag zou dan
hier in Suriname volgens de overeenkomst
moeten worden gestort in een fonds voor
de ontwikkeling van de rijstsector.
Jarenlang heeft de douane op dit stuk
een gedoogbeleid gevoerd, waarbij werd
gedaan alsof de heffing hier wel werd
gepleegd. Doordat het bedrag noch in
Suriname noch in Guyana werd gestort kon
de exporteur in beide landen een betere
prijs aan de boeren betalen.
Indien de exporteurs zodanig worden
gedwongen dat ze het bedrag gelijk aan
de heffing daadwerkelijk storten zal de
prijs, uitgaande van de actuele cargo
FOB-prijs op de Europese markt van US$.230
per ton, als consequentie hebben dat de
boer per baal niet meer dan US$.1.50 zou
ontvangen.
Bron: | |
De West | 26-08-2004 |
Copyright © 2004. All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics