Nickerie

Nickerie, dinsdag 14 december 2004

Rijstsector: Suriname in de startblokken uitvoering EU-project
door Beta Debidien

NIEUW-NICKERIE — Suriname bevindt zich thans in de startblokken voor uitvoering van het project waarbij de Europese Unie (EU) financiële middelen beschikbaar heeft gesteld ter ondersteuning van de concurrentiepositie van de rijstsector in het Caraïbisch gebied.

Deze ondersteuning is vervat in drie componenten namelijk Guyana, Suriname en de regio, met een totaal bedrag van 24 miljoen euro, waaruit 9,255 miljoen euro beschikbaar is voor Suriname. Het project heeft een looptijd van zes jaar en loopt tot november 2010. De uitvoering van het programma is gebonden aan regels en procedures, die gemaakt zijn door de EU zelf. In Suriname is met de uitvoering belast een Project Management Unit (PMU). Deze informatie verschafte Ir Kardie Kartosoewito hoofd van het PMU gisteren op het districtscommissariaat tijdens een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de watergebruikers in de landbouw in het district Nickerie. Volgens hem moet een stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van belangengroepen in de rijstsector en van de overheid het toezicht voeren op de uitvoering van het project.

Een belangrijk onderdeel van het programma is de ‘Water Rehabilitation’.Voor Suriname is voor de uitvoering van dit project een bedrag van 3,8 miljoen euro beschikbaar. Dit bedrag zal besteed worden aan de rehabilitatie van het Pompgemaal te Wakay, het Corantijnkanaal, de rehabilitatie van de primaire en drainage kanalen en de sluizen en de aanschaf van machines en equipement voor onderhoud van het systeem. De EU gaat ervan uit dat elke verbetering duurzaam moet zijn, omdat het geen zin heeft om zaken te verbeteren terwijl het onderhoud ervan later niet uitgevoerd wordt.

Het komt in de praktijk erop neer dat de watergebruikers een soort watergeld moeten betalen zegt Kartosoewito. Volgens hem zal het Multipurpose Corantijn Project (MCP) hiermee belast worden. Een goed waterbeheer heeft grote invloed op de productie, kwaliteit van de padie en op de productiekosten. Dat is alleen mogelijk als elk moment de boer water kan inlaten en uitlaten en daarbij ook voldoende kennis heeft om te weten wanneer water in en uitgelaten moet worden. De verwachte resultaten van deze hulp na het jaar 2007 zijn een jaarlijkse productie van 300.000 ton droge padie uit minstens 70.000 ha. ingezaaid areaal, uitgaande van een gemiddelde productie van 4,5 ton per ha nat. Verder de verbetering van het pel- en slijprendement tot boven de 65 procent en 75 procent, een exportvolume van minstens 80.000 ton cargo en witte rijst, een kostprijs van minder dan 6,00 US dollar per baal padie van 79 kg nat of minder dan SRD 16,50 per baal en verlaging van de verwerkings- en transportkosten met minstens 15 procent.

Volgens Kartosoewito zijn ook andere maatregelen nodig als onderzoek, training, voorlichting, vergroting van de onderlinge samenwerking onder de boeren en verwerkers en het gebruik van nieuwe productiesystemen en technologie om deze resultaten te behalen. In het programma zijn ook opgenomen ‘Financieringsfaciliteiten’ ten bedrage van 3,5 miljoen euro. Dit onderdeel kan pas worden geïmplementeerd nadat door de EU een studie is uitgevoerd naar de behoefte, voorwaarden, en wie de middelen zullen beheren. Vaststaat dat deze faciliteiten niet bestemd zijn voor het oplossen van het schuldenvraagstuk van de boeren in Suriname. Voort stelt de EU als eis dat het land ook een zekere bijdrage moet leveren aan dit project.

Bron:
	, 14-12-2004