|
Nickerie - verleden, heden en de toekomst |
|
door Kenneth R. Donk |
Mechanisatie Nickeriaanse Rijstbouw - Pijnlijke Start
Watertekorten en ruzies
Het is opmerkelijk dat de boeren in Nickerie de laatste jaren, trots het bestaan van het MCP-kanaal, worden geconfronteerd met grote watertekorten, bij het bevloeien van hun arealen. Mede door dit tekort aan irrigatiewater en het daarbij ontstaan van misoogsten en het verloren gaan van het gewas, ontstaan er grote ruzies en claims. Die kunnen zelfs politieke consequenties tot gevolg hebben. Diegenen die denken dat de irrigatieproblemen en de spanningen die daarbij ontstaan nieuw zijn, vergissen zich. Al rond de jaren 1935 ontstond een groot twistpunt, over de beschikbare hoeveelheid water, tussen de koloniale overheid en de N.V. van Dijk. Dit was de eerste ruzie; de pijnlijke zijde van de mechanische rijstbouw in Suriname.
De
overeenkomst
Onlangs heeft het Anne van Dijk
Rijstonderzoek Centrum Nickerie, zijn
10-jarig bestaan gevierd. Het instituut
dat zich bezig houdt met rijstonderzoek
en veredeling van de rijst, ten behoeve
van het verkrijgen van betere zaaizaad
voor de mechanische rijstbouw. Dit
instituut is vernoemd naar Anne van
Dijk ,die wordt gezien als de
grondlegger van de mechanische
rijstbouw in Suriname. Al in de jaren
'30 van de vorige eeuw was de firma van
Dijk begonnen met proeven voor
mechanische rijstcultuur. Grote
rijstarealen werden geploegd, waardoor
men meer kon planten en de opbrengsten
ongekend groot werden in vergelijking
met die van de handmatige
bevolkingslandbouw van de hindostaanse
landbouwers.
OP 17 mei 1933 krijgt de Naamloze
Vennootschap " Ingenieursbureau
H.N. van Dijk gevestigd te 's
Gravenhage, in overleg met de
gouverneur van Suriname de toestemming
te beginnen. Voor het op gang brengen
van een proefbedrijf voor de teelt van
rijstsoorten en andere voor export
geschikte gewassen, alsmede het
vestigen van een commercieel mechanisch
gedreven grootbedrijf voor de cultuur
van rijst.
Hiervoor krijgt het bedrijf gronden
toegewezen die deel uitmaken van de
vroegere plantage Margarethenburg en
domeinland ten zuiden van Nw.Nickerie.
Daartegenover staat dat het bedrijf
zich garantstelt gekweekte
zaadvariëteiten, in overleg met de
gouverneur van Suriname, voor wat
betreft hoeveelheid en kostprijs, ter
beschikking van de kleinlandbouwers te
stellen. Ook te zorgen voor de nodige
voorlichting voor de verbouw , de
bevloeiings- en bewerkingsmethoden.
Tevens heeft de ondernemer zich
verplicht, de watervoorziening van
Nw.Nickerie en de aflozing van het
zwampwater niet te zullen
verstoren.Voor de komende zes jaren
moet het bedrijf zich bezig houden met
het doen van proeven t.b.v. de
mechanische rijstbouw.
Dat zijn min of meer de plichten van
het bedrijf. Tegenover plichten, staan
de rechten. Van Dijk heeft het recht
tot onttrekking van water aan de
Nannikreek, voor niet meer dan 1/3 van
de plaats van de ontrekking in de droge
tijd beschikbare hoeveelheid water,
voor twee rijstoogsten per jaar. De
firma krijgt na de proeftijd van 6
jaren het erfpachtrecht op een groot
afgebakend stuk land ten zuiden van
Nw.Nickerie, voor de duur van 75 jaar.
Echter moet dit officieel worden
aangevraagd. ( Hieruit vloeit later een
groot geschil voort, dat tot na de
Tweede Wereldoorlog wordt
uitgevochten). De tweede ruzie.
Opstuwing onmogelijk
Op
30 oktober 1935 vetrekt om zes uur 's
morgens het stoomschip de prinses
Juliana naar Nieuw-Nickerie. De ochtend
is nog koel en een groot deel van
Paramaribo is nog in diepe rust. Aan
boord van het schip is de
Gouvernements-Secretaris Kikkers,die
namens de gouverneur van Suriname
besprekingen zal voeren in het district
met de heren Van Dijk en Boonacker.
Kikkers heeft bij zich de nodige
kaarten en enkele eenvoudige
landmeetkundige instrumenten. Als het
schip op 31 oktober om 4 uur n.m.
Nickerie bereikt, wordt hij naast
eerstgenoemde heren ook door J.van
Beek, lid van de Raad van Bestuur en
G.Beerlaerts van Blokland ontvangen. De
komende dagen zal Kikkers besprekingen
voeren en metingen laten doen. Maar het
is de ingenieur J.J. van Wouw het hoofd
van de afd. van Openbare Werken en
Verkeer in het district, die het een en
ander in een rapport zal verwerken.
Uit de besprekingen blijkt dat er voor
het proefbedrijf tegen de achterdammen
voldoende zwampwater staat. In de droge
tijd echter is het peil onvoldoende
hoog en zal er gepompt moeten worden.
"Opstuwing van het water is
onmogelijk", zegt Van Wouw,
"daar het stuwwater nooit hoger
kan worden dan het peil van de
zwamp". Over de plaats waar de
pomp zou moeten komen te staan, al dan
niet in de Nannikreek, is men verdeeld.
De heer van Dijk geeft aan:" dat
een schroefpomp (Woods vijzelpomp) het
meest voor de te kiezen pomp in
aanmerking komt". Kikkers gaat
daarmee akkoord maar geeft aan, dat
rekening gehouden moet worden met het
feit, dat behalve het bedrijf van Van
Dijk ook de in Nickerie aanwezige
polders en vestigingsplaatsen van het
water zullen moeten profiteren. Zo
debatteert het gezelschap tot
halverwege de avond door, over dammen,
stuwen, kanalen kokers en sluizen. Over
wat zij weten, de landbouw toekomst van
Nickerie. De volgende dag zou het
gebied zelf ,worden bezocht.
De
Nannikreek
Op 1 november om 7 uur v.m., vertrekken
de heren per barkas "Sommelsdijk"
naar de Nannikreek. De Nickerierivier
afvaren en daarna bij de samenvloeiing
direct de Corantijnrivier opvaren, is
een belevenis op zich. Nabij de monding
van de Nickerierivier zijn nog delen
van de Nieuwe Wijk zichtbaar.
"Herinneringen aan 1850",zegt
Kikkers," ter vervanging van Nieuw
Rotterdam, die spoedig door de zee zou
worden weggeslagen". Bij de
Nannikreek aangekomen wordt de tocht
met de roeiboot voortgezet. "Hier
is het water tamelijk zoet", merkt
Van Dijk op," doch er moet niet
vergeten worden dat er dit jaar nogal
veel regen is gevallen". In het
Nannikanaal worden meerdere
watermonsters genomen. Gedurende de
tocht wordt gesproken over de
wenselijkheid het waterpeil van de
Nanni geregeld te doen registreren.
Door zelfregistrerende peilschalen die
zouden moeten worden aangebracht.
Kikkers wijst erop, dat een tracé
lopende van de plantage Hazard naar de
Nannikreek vroeger al was gekapt en dus
gebuikt kan worden. Door de landmeter
Jessurun kan dat weer worden
schoongemaakt. De heer Gordon die het
gezelschap vergezelt geeft aan dat hij
bereid is voor de som van f 600,= ,dit
tracé weder open te kappen en
gedurende een jaar open te houden en
wekelijks daarlangs iemand te sturen
ter verwisseling van de diagrammen van
de peilschaal. Met algemene stemmen
worden dan, verkenningsmetingen in de
omtrek van de Nannikreek en de
kreekvoedende zwamp gedaan. Om 7.00 uur
's avonds komt de delegatie weer in
Nw.Nickerie aan. De avond zou er vroeg
vallen, maar het stadje, zou er niet
verlaten bij staan.
Op 29 december schrijft de
districts-commissaris een brief aan de
gouverneur, waarin hij de noodzaak
aangeeft van de waterwerken. Die zouden
gemaakt moeten worden nabij de
Nannikreek ten behoeve van de irrigatie
van de landbouwarealen in Nickerie. Een
zeer kostbare zaak, maar ter voorkoming
van mislukte oogsten zoals gekend in de
jaren 1933. Dit vanwege de grote
droogte en het tekort aan water. De
kostbare bevloeiingswerken dan alleen
verantwoord zullen zijn, indien er twee
rijstoogsten per jaar gehaald worden.
Die goed uitgevoerd moeten worden, om
de herhaling van de mislukking van 10
jaren terug te voorkomen, toen een stuw
gebouwd door de toenmalige commissaris
Boonacker door het opstuwende
zwampwater werd weggeslagen…
Gehaal en getrek
…Het
is ruim vijf jaren later, alsof de tijd
heeft stilgestaan. Over het
irrigatiewater is men nog niet
uitgesproken. Integendeel, gelooft elke
partij het gelijk aan zijn zijde te
hebben, wat te doen met de hoeveelheid
beschikbare water. Het is 7 november
1940 als in het commissariaat bijeen
zijn: A.L.Assendorp,de
Districts-Commissaris, Ir.J.J. van
Wouw, hoofd van de Irrigatiedienst in
Suriname, H.L.Schutz, landbouwleraar,
E. van Dijk en A.D. Van Dijk,
respectievelijk President Commissaris
en Secretaris van de N.V., J.L.Robles
de Medina, Districts-Secretaris.
Om kwart voor vijf in de middag opent
de D.C. de vergadering.
Van Wouw geeft een uitgebreide
uiteenzetting van alle plannen en
irrigatie mogelijkheden van Nickerie
ten behoeve van de mechanische
rijstbouw. Hij geeft aan dat:" met
de voorlopige aangenomen ¾ L/H/S/ de
waterbehoefte van het mechanische
rijstbedrijf in de nabijheid van 1m3
per seconde is, maar aangezien het
debiet van de Nannikreek 2 m3 per
seconde is, het maximum maar 2/3 m3
bedraagt, zodat het maximum kleiner is
dan het minimum".
E.van Dijk die hierna het woord krijgt,
weigert te aanvaarden, dat het bedrijf
gelijk geschakeld wordt met andere
belanghebbenden bij de waterdistributie
vanuit de Nannikreek. Het bedrijf zich
rechten ontleent volgens de vergunning
van 1933. Hij verwijst ter staving van
zijn beweringen naar de
ontwerp-opdracht. " Het is heel
gemakkelijk in het jaar 1940 te spreken
over debieten in liters per ha. per
seconde, maar in 1933 was nog niets van
vastgelegd", geeft hij aan.
Van Wouw, die hierna aan het woord
komt, zegt dat de bedoeling van het
artikel handelende over het recht van
het mechanisch rijstbedrijf op niet
meer dan 1/3 van de ter plaatse van
wateronttrekking in de droge tijd
beschikbare hoeveelheid water, niet is
dat het bedrijf aldoor water aan de
Nanni mag onttrekken, omdat anderen
daarop ook recht hebben. Het is dus
heel logisch dat de Gouverneur niet kan
zeggen:"Mijnheer van Dijk ik geef
u al het water van de Nanni".
" Het gouvernement zal dan ook
geen medewerking kunnen verlenen aan
een algehele wateronttrekking t.b.v. de
twee rijstoogsten per jaar".
Van Wouw wijst op de komst van
Professor de Vos in 1937, met de
opdracht om over de mogelijkheid van
bevloeiing en waterlozing een rapport
uit te brengen. De Firma van die
gelegenheid geen gebruik had gemaakt in
overleg met de Professor te treden.
Hierna ontstaat een zeer brede
discussie over artikelen, grondrechten,
kanalen, dammen, pompen, termijnen,
erfpachtrechten e.d.
Maar het is duidelijk dat de Nannikreek
niet meer zou kunnen leveren , dan de
Nanni zelf heeft. Om 8.00 uur 's avonds
sluit de Districts-Commissaris de
vergadering.
Het tweede conflict
Terwijl
de Nanni leverde wat zij kan, ontstaat
er een ander geschil ( hier buiten
beschouwing gelaten) tussen de N.V. van
Dijk en het Gouvernement. Ter
beslechting daarvan beroept de Firma
zich op een artikel van het met de
Nederlandse regering gesloten contract,
die voor zulke gevallen arbitrage
voorschrijft . Lange memories worden
door partijen natuurlijk ingediend bij
het college. Even natuurlijk volgden
repliek en dupliek voor de uitspraak
met brede "
overwegingen",volgde.
Van gouverneur Kielstra is gezegd:
" Het was de Nederlandse regering
wel een zwarte dag toen zij besloot
deze man tot gouverneur van Suriname te
maken. Eigenzinnige koppigheid
verwarrende met vaste wil ( wat een
deugd is) maakte hij van de
oorlogstoestand en de bijzondere
machten, die hij daaraan ontleende, een
zeer ongeoorloofd gebruik".
En nu anno 2004 , hebben wij nog steeds
het Nannikanaal, de Nannikreek, het
Nannibekken, pompgemalen, ringdammen,
verdeelwerken, het van Wouwkanaal, het
MCP-kanaal en pompgemalen te Wakai.
Uitgestrekte rijstpolders, maar ook
" Kielstra's", failliete
bedrijven, een steeds om zich heen
grijpende armoede. Misoogsten, verkapte
subsidie en claims.
En aan de roep naar irrigatiewater, die
steeds luider wordt, is nog steeds geen
eind gekomen.
K.R.Donk, 8 maart 2004
Reacties: kennethdonk@yahoo.com
Copyright © 2003 - 2004 . All rights reserved.
Designed & hosted by Galactica's Graphics